Debat over integratie, segregatie en zwarte scholen - Hoofdinhoud
Gisteren debatteerde de Kamer met de ministers Donner en Van Bijsterveld over integratie, segregatie en zwarte scholen. Belangrijkste conclusie: het kabinet wil geen beleid meer om integratie te bevorderen en segregatie tegen te gaan, en wil dus ook niks doen om zwarte scholen tegen te gaan. Het werd een setvig debat waarin het verschil tussen Donner en mij volgens mij duidelijk naar voren kwam. Donner meent dat de overheid niks hoeft te doen, dat het met de integratie vanzelf wel goed komt. Ik geloof daar niet in, het is een fout die eerder in de geschiedenis door het CDA ook al gemaakt werd. Het komt niet vanzelf goed met integratie. De segregatie is juist toegenomen de afgelopen 15 jaar. De criminaliteit onder Marokkaanse jongens is onvoorstelbaar hoog. De achterstanden op de arbeidsmarkt zijn ook voor kinderen van migranten nog veel hoger dan van autochtonen. Als we niks doen, gaat het niet vanzelf beter.
Dat geldt ook voor zwarte scholen. Ongeveer 1 op de 10 basisscholen is een zwarte school. Dat betekent dat de meerderheid van allochtone leerlingen in een klas zit waarvan de meerderheid niet-Nederlandse wortels heeft. Die scholen kunnen soms heel goed presteren, maar voor de samenleving vind ik het onwenselijk.
Er is eenvoudig wat aan te doen. Experimenten laten zien dat je veel kunt verbeteren als je ouders hun kinderen tegelijkertijd laat aanmelden voor een school. Dan maakt ieder kind een gelijke kans op de beste school in de eigen buurt. Wel zo eerlijk. Bij sommige scholen zijn er meer aanmeldingen dan plaatsen. Als je dan kinderen uit de buurt voorrang geeft in plaats van kinderen van ouders die zich het eerst hebben aangemeld, blijken scholen al een stuk gemengder te worden. Kun je niet op je favoriete school terecht omdat die vol is, kun je een tweede voorkeur opgeven. Zo behoud je de vrijheid van schoolkeuze voor ouders, maar slaag je er toch in scholen beter te mengen. Gemeenten vragen Den Haag om dit beleid ook te kunnen doorzetten als één of twee scholen weigeren mee te werken. Ik vind dat het kabinet gemeenten daarvoor instrumenten moet geven. Of in de vorm van doorzettingsmacht of door het huisvestingsbudget te kunnen koppelen aan medewerking. Van Bijsterveld wil helemaal niks doen. Zij vindt kennelijk dat de christelijke scholen uit haar achterban hier niet aan mee hoeven doen. Zonde.
Dit was de tekst van mijn bijdrage aan het debat:
Wie in Scheveningen Lijn 1 pakt, ziet de tram onderweg van kleur veranderen.
Wie in Utrecht onder het spoor doorgaat, waant zich ineens in een andere wereld.
Wie in Amsterdam vanaf de grachten naar het westen fietst, ziet de bevolking veranderen.
Er zijn plekken in Nederland waar segregatie een feit is.
Waar kinderen geboren worden in een wijk waar nauwelijks nog autochtone Nederlanders wonen.
Waar scholen allemaal zwarte scholen zijn.
Waar de lokale voetbalvereniging door tegenstanders als het Marokkaans elftal wordt aangeduid.
Waar kinderen met Marokkaanse, Turkse of Antilliaanse ouders zelden spelen met kinderen met Nederlandse ouders.
Er zijn plekken waar de segregatie al ver is doorgezet.
Maar die plekken vormen niet heel Nederland. Gelukkig niet.
Een land wordt niet slechts gevormd door de grenzen.
Een land bestaat niet als we alle 16 miljoen de taal goed spreken.
Een land wordt gevormd door waarden, door gewoonten, door gebruiken.
Door wat we met elkaar normaal vinden en wat we raar vinden.
Doordat we met elkaar verbonden zijn.
In een land waar in zo korte tijd zo veel immigratie heeft plaatsgevonden, moet die verbinding georganiseerd worden. Die gaat niet vanzelf. Als je niks doet, ontstaat segregatie.
Dan verkleuren wijken, scholen en sportclubs.
Dan leven straks in de grote steden twee groepen mensen die elkaar niet kennen, die weinig meer met elkaar delen dan hun woonplaats.
Op veel plaatsen in Nederland willen mensen dat niet. Op allerlei plekken proberen Nederlandse ouders zich te verenigen om gezamenlijk hun kinderen naar de school in de buurt te brengen en die school weer van een zwarte school in een gemengde te laten veranderen.
In Ede sprak ik twee weken geleden een Marokkaanse moeder die haar kind perse niet naar een zwarte school wilde sturen en haar kind maar had aangemeld op de enige witte school in de buurt, een vrijgemaakt gereformeerde school die haar vroeg om een verklaring dat ze wel minstens eens per maand naar de kerk ging. In haar gemengde wijk Veldhuizen waren geen gemengde scholen te vinden.
Het is geen uitzondering. In IJburg, Ypenburg en Leidsche Rijn, nieuwbouwwijken, zijn in een paar jaar tijd de scholen gesegregeerd. In Deventer, in Dronten, in Eindhoven, in Almere, overal staan scholen waarvan de schoolpopulatie zwarter is dan de wijk waarin ze staan.
Ongeveer 10% van de basisscholen is een zwarte school, dat betekent dat de meerderheid van allochtone kinderen opgroeit tussen andere kinderen met niet-Nederlandse wortels!
Wat moet dit dan voor land worden?
Wordt Nederland opgedeeld in wit en zwart, in autochtoon en allochtoon? Of zullen we proberen er één Nederland van te maken.
Waar mensen met elkaar leven, elkaar kennen en waarin we waarden delen, samen onze gebruiken en gewoontes koesteren.
Voor mij is de centrale vraag wat het kabinet daar eigenlijk aan doet.
De aanpak van gesegregeerde wijken wordt beëindigd.
De aanpak van Marokkaanse en Antilliaanse probleemjongeren wordt beëindigd.
Mensen die hier al langer zijn de taal leren en de Nederlandse cultuur leren, wordt beëindigd.
Specifiek integratiebeleid wordt beëindigd.
En het voorkomen van zwarte scholen wordt nu ook beëindigd.
Minister Donner, wat doet dit kabinet eigenlijk nog aan integratie?
Vindt u het eigenlijk nog wel belangrijk dat we segregatie tegengaan, dat we voorkomen dat we over twintig jaar nog steeds hebben over autochtonen en allochtonen, dat ook de achterkleinkinderen van migranten nog buitenlanders zijn in plaats van Nederlanders. Vindt u integratie eigenlijk wel belangrijk?
Legt u eens uit wat dit kabinet daar eigenlijk nog aan doet!
Ouders die het beste willen voor hun kind en het beste voor de samenleving voelden zich ongelooflijk in de steek gelaten toen minister Van Bijsterveld vorige maand zei dat bestrijding van segregatie voor haar niet belangrijk meer was. Dat ze de bestaande experimenten wel door liet lopen, maar niks nieuws zou doen. En dat terwijl uit die experimenten blijkt dat het kan. Dat je met een centraal aanmeldmoment en één aanmeldloket scholen beter kunt laten mengen terwijl ouders gewoon keuzevrijheid houden. Dat autochtone ouders graag initiatieven nemen om scholen te mengen, maar het niet alleen af kunnen omdat het ontzettend veel tijd en energie kost en het jaar na jaar moet worden volgehouden om succesvol te zijn.
Ik zou de minister willen vragen of zij nog openstaat voor de uitkomsten van de experimenten. Of zij nog iets wil doen met de resultaten? Of zij bereid is de gemeenten een sterkere rol te geven zodat die voor het instellen van een centrale aanmelding niet afhankelijk zijn van de medewerking van schoolbesturen, maar de centrale aanmelding kunnen opleggen. Zodat ze het budget voor onderwijshuisvesting kunnen benutten om medewerking aan het bestrijden van segregatie mee af te dwingen. Of zij bereid is ouderinitiatieven te blijven ondersteunen ook na het einde van dit jaar als blijkt dat dat echt kan werken.
Niemand wil ouders dwingen tot een schoolkeuze waar ze niet op zitten te wachten. Maar met een beetje inspanning kan veel bereikt worden. Zoveel dat we niet over twintig jaar spijt hoeven te hebben.