De zorgverzekering is geen zaak van eigenbelang

Met dank overgenomen van E.G.M. (Emile) Roemer i, gepubliceerd op vrijdag 17 december 2010.

Zorgverzekeraars leggen met hun agressieve reclame-uitingen een bom onder het wezen van het zorgstelsel. Het is een race naar de bodem, waar uiteindelijk iedereen slechter van wordt, behalve de verzekeraar.

 

Door Emile Roemer en Renske Leijten


Je hoeft de radio of televisie maar aan te zetten of een krant of tijdschrift open te slaan en de zorgreclames knallen je tegemoet. Je hebt de belofte van premiekortingen voor hoger opgeleiden van Promovendum. VGZ probeert alleenstaanden te verleiden met het betalen van de eerste date via een datingsite. Een greep uit de marketingtroep die zorgverzekeraars in de maand december over Nederland uitstorten. Maar, degene die het dit jaar het bontst maakt is Univé, met de Zekur-polis. In de reclame worden jongeren aangesproken om toch vooral niet te betalen voor zorg die ze niet gebruiken. Als je gezond bent, dan betaal je toch niet voor alles? De zorg wordt gepresenteerd als een product en een zaak van eigen belang.

De strijd om nieuwe verzekerden wordt gevoerd op het scherpst van de snede. Het gaat zelfs zover dat er vorige week ophef ontstond over de zorgverzekering vergelijkingssite Independer.nl. Zorgverzekeraars die niet aan sponsoring van deze site doen, klaagden dat zij minder in beeld komen bij mensen die daar zorgverzekeringen vergelijken. De klacht van de zorgverzekeraars is wellicht terecht, maar hun verongelijktheid is schijnheilig. De zorgverzekeraars zetten namelijk ook alle middelen in voor de gunst van nieuwe verzekerden. Ze zijn geen slachtoffer, maar aanstichter van oneerlijke reclame-uitingen.

Zorg nodig hebben is niet zomaar iets waarvoor je je individueel dekkend kunt verzekeren. Een behandeling voor kanker loopt in de tienduizenden euro’s. Wanneer je een auto-ongeluk krijgt met ernstige gevolgen, kan dat oplopen tot een gigantisch bedrag. Juist omdat je niet weet of en wanneer je zorg nodig hebt, is het van groot belang dat de dekking opgebracht wordt door iedereen. Univé legt met haar Zekur-polis een bom onder dit systeem. Ze roept jongeren actief op vooral niet te betalen voor zorg die ze niet gebruiken. Men laat bewust de vraag weg wat er met de premie van diezelfde jongere gebeurt als ze oud en ziek worden. Ook laat men bewust weg dat de zorg er niet goedkoper mee wordt. De korting die de jongere krijgt, wordt afgewenteld op de andere premiebetalers.

Als iedereen handelt naar zijn beste eigenbelang (lees, geen cent over hebben voor de ander) stort het geheel als een kaartenhuis ineen. Het uiteindelijke gevolg van dit soort boodschappen is dat het basispakket van de zorg wordt uitgekleed tot op het punt dat enkel dure extra verzekeringen je nog verzekeren van goede zorg.

Het is beter om te kiezen voor een solidaire verzekeringspremie naar draagkracht. Ons voorstel dit te doen, kan morgen ingevoerd worden. Voor inkomens tot 63.000 euro op jaarbasis wordt de premie lager en mensen met een inkomen van meer dan 80.000 euro per jaar gaan meer betalen. Het voordeel is, dat de rekening voor ziekte of ongelukken niet naar de patiënt hoeft te worden doorgeschoven. Iedereen weet dat dat betekent dat mensen met minder inkomen een rekening krijgen die onbetaalbaar kan zijn en dat mensen met een goede, dure, aanvullende verzekering geen probleem hebben.

De reclames van de zorgverzekeraars zijn dubbelhartig en laag bij de grond. Ze gaan uit van eigen verzekeraarbelang van zoveel mogelijk klanten, en niet van het collectieve belang van zo goed mogelijke zorg voor zo weinig mogelijk geld. Zelfs Univé, dat zo graag promoot dat zij geen winstoogmerk heeft doet daar aan mee. Met haar Zekur-polis laat Univé duidelijk zien dat zij beter de slogan 'de verzekeraar zonder maatschappelijk belang' kan voeren. Zorgverzekeraars zouden hun taak goede, betaalbare zorg te regelen voorop moeten zetten, in plaats van geld weggooien in peperdure reclamecampagnes die ook nog eens het draagvlak onder ons zorgstelsel wegvagen.

Deze opinie verscheen 17 december in de NRC-next