Einde aan de anarchie? - Hoofdinhoud
Misschien komt er binnenkort een einde aan de ruimtelijke anarchie bij de plaatsing van nieuwe windmolens op land. Joop Atsma zegde me gisteren bij een debat over het Activiteitenbesluit toe dat hij binnen drie maanden met een voorstel komt voor de concretisering van het advies Een choreografie voor 1000 molens van rijksadviseur voor het landschap Yttje Feddes.
De SP is zeer kritisch over het Aktiviteitenbesluit dat alle kleinere en middelgrote windmolenprojecten vergunningvrij maakt. Er is de afgelopen twintig jaar veel weerstand tegen windmolens ontstaan door de ontoereikende rechtsbescherming van omwonenden. Wij hebben steeds gezegd: stel strenge eisen op het gebied van geluid en externe veiligheid, maak een nationaal bestemmingsplan waar wind wel en niet kan, stel welstandseisen aan windparken en saneer oude molens die op verkeerde plekken staan. Door dit allemaal niet te doen creëer je je eigen oppositie en schiet het in Nederland nog steeds niet op met het aandeel duurzaam.
Bij PvdA, GroenLinks en D66 is dit besef nog steeds niet doorgedrongen, terwijl aan de andere kant van het politieke spectrum ook het standpunt van PVV en VVD fundamentalistische trekjes heeft. Blijft de SP over als het redelijk alternatief (….).
Ik heb nog twee andere voorstellen gedaan om de inpassing van windmolens te verbeteren.
Artikel 3.15 van het Aktiviteitenbesluit biedt ruimte voor lokaal maatwerk, in de vorm van strengere normen voor veiligheid, slagschaduw, lichtschittering en geluidemissies. Mijn suggestie is om deze maatwerkbepaling beter in te kaderen, door bv. uit te spreken dat bij de realisatie van kleine en middelgrote windparken in het buitengebied, als dat nu redelijk stil is (bv. een Lden onder 35dB) er sprake is van een lokale omstandigheid die een strengere eis rechtvaardigd. Atsma wil dat niet, met als argument dat gemeenten het zelf maar moeten uitzoeken en dat het resultaat getoetst kan worden door de Raad van State. Ik voorspel dat dit leidt tot een nieuwe vloedgolf van procedures voor de bestuursrechter, waardoor de partijen die wind op land willen bevorderen precies het tegendeel krijgen van hetgeen ze willen.
Mijn tweede voorstel is het aanscherpen van de norm voor de externe veiligheid (“plaatsgebonden risico”) van windmolens direct naast snelwegen, spoorlijnen of drukke kanalen. Ik had een motie daarover aangehouden omdat demissionair minister Huizinga in september toegezegd had om daar naar te gaan kijken. Atsma lijkt nu terug te krabbelen, dus ik ga de motie alsnog in stemming brengen.