Atsma en de automatische vergunning - Hoofdinhoud
JoopAtsma
Woensdag hield de commissie Infrastructuur en Milieu een kennismakingsdebat met minister Melanie Schultz van Haegen en staatssecretaris Joop Atsma. Ik zal vooral te maken krijgen met Atsma, die onder meer milieu, klimaat en water in zijn portefeuille heeft.
Het leek me een aardig idee om Atsma bij deze gelegenheid eens aan de tand te voelen over enkele milieupassages in het Regeerakkoord. Wat wordt daar precies mee bedoeld?
Moeilijk kon dat toch niet zijn, want het aantal regels van de paragraaf milieu in dit akkoord bedraagt zegge en schrijven 21. En in het gedoogakkoord wordt er niet één regel aan milieu besteed.
Wel las ik in het hoofstuk 3 Economie (p.12) de volgende zin, die grote gevolgen kan hebben voor het milieubeleid: “Als te laat op een vergunningsaanvraag wordt beslist, wordt de vergunning zoveel mogelijk automatisch verleend, met uitzondering van het vreemdelingenbeleid.”
Ik zou nu heel wat kunnen zeggen over de (ranzige) uitzondering, maar laat ik dat niet doen.
Ik heb Atsma twee vragen gesteld naar aanleiding van deze passage.
Stel dat een bedrijf een milieuvergunning aanvraagt, de omwonenden maken bezwaar, en de gemeente of provincie is te laat met het afgeven (of weigeren) van de vergunning. Moeten dan de bezwaarmakers gedupeerd worden door de fout van de overheid?
Tweede voorbeeld. Bij projecten waar de overheid initiatiefnemer en vergunningverlener is –bv. wegen- biedt de aanpak uit het regeerakkoord straks het perspectief dat de overheid belang heeft bij het te laat beslissen op zijn eigen vergunningaanvraag. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?
Uit de antwoorden van Atsma bleek dat hij nog geen idee heeft over de betekenis van deze passage van het regeerakkoord. Hopelijk concludeert hij na enig nadenken dat de volautomatische vergunning niet zo’n briljante gedachte is.