Tussenstand: woningcorporatie De Veste mag niet uitstappen - Hoofdinhoud
De afdeling rechtspraak van de Raad van State heeft zojuist de uitspraak gedaan dat woningcorporatie De Veste uit Ommen niet eenzijdig zijn status als Toegelaten Instelling mag inleveren. Ik ben dat met de Raad van State eens, maar voorspel dat De Veste, als er niets veranderd aan het Nederlandse volkshuisvestingsbeleid, nu naar de Europese rechter zal stappen.
Woningcorporaties zijn private organisaties met een maatschappelijke taak. Die taak is verankerd in de Woningwet en komt in essentie neer op: het bouwen en beheren van betaalbare woningen voor mensen met (beneden)modale inkomens. In het verleden stonden tegenover die wettelijk taak bepaalde tegenprestaties van de overheid, zoals de mogelijkheid om goedkoop geld te lenen (de woningwetleningen). Dat is in 1994 afgeschaft.
Inmiddels hebben woningcorporaties helemaal geen financiele privileges meer. Sinds Balkenende-IV is er door Wouter Bos zelfs een Vennootschapsbelasting ingevoerd voor deze niet-winstbeogende instellingen, waardoor ze nog meer belasting moeten betalen dan een commerciele belegger. Rutte-I gaat daar nog eens overheen met een jaarlijkse heffing van €750 miljoen, waardoor de huurders met modale inkomens de huurtoeslag van de armste huurders gaan betalen.
Door die ontwikkeling is het wettelijk evenwicht tussen rechten en plichten bij de corporaties verdwenen. En dat is de reden waarom ik denk dat een beroep op de Europese rechter kansrijk is. Tenzij het kabinet Roemer-I straks weer zorgt voor een eerlijk speelveld.