32512 - Aanpassing en terugvordering van bonussen en winstdelingen van bestuurders
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 22 september 2010 ingediend door de minister van Justitie, Hirsch Ballin1, en de minister van Financiën, De Jager2.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is bevoegdheden tot aanpassing en terugvordering van variabele beloningen van bestuurders van bepaalde rechtspersonen en dagelijks beleidsbepalers van financiële ondernemingen wettelijk vast te leggen.
Inhoudsopgave
Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht in verband met de bevoegdheid tot aanpassing en terugvordering van bonussen en winstdelingen van bestuurders en dagelijks beleidsbepalers
Bij dit wetsvoorstel werden drie nota's van wijziging en acht amendementen ingediend. (49 stuks)2 |
22 september 2010, koninklijke boodschap, nr. 1
KST325121 Koninklijke boodschap |
2 |
22 september 2010, voorstel van wet, nr. 2
KST325122 Voorstel van wet |
2 |
22 september 2010, memorie van toelichting, nr. 3
KST325123 Memorie van toelichting |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Christendemocratische rechtsgeleerde en politicus die twee perioden minister van Justitie was. Zoon van een Joodse, Duitse vluchteling. Stapte in 1989 over van de Tilburgse universiteit naar het kabinet-Lubbers III en had aanvankelijk het imago van een studeerkamergeleerde en zedenmeester. Trad kort voor de verkiezingen van 1994 af vanwege de IRT-affaire en werd nadien Tweede en Eerste Kamerlid. Werd in 2000 staatsraad, maar keerde in 2006 terug als minister van Justitie en bleef dat opnieuw vier jaar. Was in 2010 tevens minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bekwaam wetgever die als vurig verdediger van de rechtsstaat gezag had. Workaholic en voor alles jurist.
- 2.Uit de ICT-wereld afkomstige CDA-bewindspersoon, die als plaatsgenoot van premier Balkenende tot diens getrouwen behoorde. Werd, na penningmeester van het CDA te zijn geweest, in 2007 staatssecretaris van fiscale zaken in het kabinet-Balkenende IV. Toen de PvdA-bewindslieden in 2010 opstapten, werd hij minister van Financiën en hij bleef dat tot november 2012 in het kabinet-Rutte I. Had veel bemoeienis met de grote problemen in de eurozone en met name de Griekse schuldenkwestie. Stelde zich pragmatisch op. In het voorjaar van 2012 bracht hij, na de val van het kabinet het Lenteakkoord tot stand, zodat ons land aan EU-begrotingsregels voldeed. Van augustus 2014 tot maart 2020 bekleedde hij een topfunctie bij KPN. Zakelijke, nuchtere en populaire minister. Liefhebber van mooie auto's.
- 3.PvdA-Eerste Kamerlid uit Amsterdam, na geruime tijd organisatie- en bestuurskundige en beleidsambtenaar te zijn geweest. Zij was onder meer assistent van een wethouder, werkzaam bij de VNG en senior-adviseur bij organisatiebureau Berenschot. Als Kamerlid sprak zij vooral over binnenlands bestuur, privacy, cultuur en Antilliaanse zaken. Vroeg in bijzonder aandacht voor een betere positie van vrouwen en allochtonen. In 2011 speelde zij een belangrijke rol in de kritische opstelling van de Senaat bij mogelijke invoering van het elektronisch patiëntendossier (EPD); een voorstel dat uiteindelijk werd afgewezen. Haar ouders en grootouders kwamen uit Nederlands-Indië.
- 4.Christendemocratische jurist, die zowel vier jaar zitting had in de Raad van State als elf jaar lid was van de Eerste Kamer. Hij is (emeritus) hoogleraar informatierecht aan de Universiteit Leiden en was daar eerder hoogleraar inleiding tot rechtswetenschap. Begon zijn loopbaan als advocaat en was vervolgens rechter. In de Eerste Kamer onder meer woordvoerder justitie en buitenlandse zaken en tweede ondervoorzitter van de Kamer. Gezaghebbend senator op het gebied van informatierecht, bescherming van de persoonlijke levenssfeer en ICT. Scherpzinnige jurist, die vanwege zijn praktijkervaring goed op zijn plek was in de Senaat en die niet aarzelde tegengas te geven als privacyschendingen dreigden.
- 5.Hoogleraar bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen (1990-2017), die vanaf 1991, met een onderbreking van vier jaar, twee perioden voor de VVD in de Eerste Kamer zat. Na werkzaam te zijn geweest bij een verzekeringsmaatschappij was zij vanaf 1977 actief in de wetenschap, met deskundigheid op het gebied van economische ordening en ondernemingsrecht. Die specifieke kennis kwam vaak goed van pas bij debatten die zij voerde over sociale en economische wetgeving. Was acht jaar voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en maakte deel uit van de Senaatscommissie die privatiseringen onderzocht.
- 6.Wetenschapper en SP-bestuurder, die op betrekkelijk jonge leeftijd Eerste Kamerlid werd. Was universitair docent, programmaleider van kenniscentrum Nicis Institute en vanaf 2009 vijf jaar directeur van het wetenschappelijk bureau van de SP, alsmede redacteur van 'Spanning', het tijdschrift van dat bureau. In 2009 promoveerde hij aan de VU. Van 18 juni 2014 tot 30 mei 2018 was hij wethouder voor sociale zaken van Amsterdam. Als Eerste Kamerlid woordvoerder op het gebied van bestuurlijke aangelegenheden. Zo sprak hij bij de behandeling van grondwetsherzieningen, herindelingen en voorstellen op het gebied van het kiesrecht.