Politieke situatie Italië

Met dank overgenomen van Europa Nu.

Op 25 september 2022 vonden in Italië vervroegde parlementsverkiezingen plaats, nadat Mario Draghi i in juni opstapte als premier van de regering van nationale eenheid. De radicaal-rechtse oppositiepartij Fratelli d'Italia (FdI) van Giorgia Meloni i won die verkiezingen en behaalde met het rechtse blok een ruime meerderheid in het parlement. Op 22 oktober 2022 werd zij minister-president. Naast Fdl bestaat het rechtste blok uit de extreem-rechtse Lega van voormalig minister Salvini i en het rechts-liberale Forza Italia van oud-premier Berlusconi i.

Italië heeft een roerige politieke geschiedenis. Tussen 1945 en 1994 volgden een vijftigtal Italiaanse kabinetten elkaar in hoog tempo op. Deze kabinetten waren vooral christendemocratisch. In 1993 begon een nieuwe fase, toen het door de christendemocraten en socialisten gedomineerde politieke stelsel door diverse schandalen 'failliet' was gegaan. Per referendum werd besloten tot een nieuw kiesstelsel, dat nieuwe partijformaties bevorderde. Sinds deze politieke hervormingen is er sprake van twee grote coalities van partijen, waarvan de naam per verkiezing kan wisselen. De traditionele machtsblokken verliezen sinds 2011 aan invloed door de opkomst van de populistische Vijfsterrenbeweging en de Lega.

Sinds de eurocrisis was de EU in conflict met Italië over haar begroting. De EU vond dat Italië niet genoeg deed om haar overheidsfinanciën op orde te krijgen. De Italiaanse regering wilde juist meer geld uitgeven om de economie te stimuleren. In 2018 kwam de confrontatie tot een hoogtepunt toen de Europese Commissie een zogenaamde buitensporigtekortprocedure i wilde instellen. Deze procedure kan leiden tot hoge boetes. Uiteindelijk gaf Italië toe aan de eisen van de Commissie.

1.

Staatsvorm, partijen en kiesstelsel

Kamer van Afgevaardigden van Itali
Bron: IPU.org

Italië is een republiek met een parlementair tweekamerstelsel. Het politieke overwicht ligt bij de minister-president. Diens kabinet is afhankelijk van het vertrouwen van de Camera dei deputati (Kamer van Afgevaardigden) en de Senato della Repubblica (Senaat). Het land kent een vrij strikte scheiding der machten. Het parlement heeft de wetgevende macht.

De uitvoerende macht ligt bij de minister-president, de ministers en het kabinet. De president, die voor een termijn van zeven jaar door Kamer en Senaat gezamenlijk wordt gekozen, benoemt de minister-president, die vervolgens zijn kabinet samenstelt. De president heeft vooral representatieve taken, is opperbevelhebber en staat formeel aan het hoofd van de rechterlijke macht. Hij heeft verder een taak bij het bewaken van de grondwettelijke waarden. Zo kan hij wetten die hij strijdig acht met de Grondwet (eenmalig) blokkeren.

Kiesstelsel

Het in 2017 aangepaste Italiaanse kiesstelsel ('Rosatellum') bepaalt dat de leden van de beide Kamers gekozen worden volgens twee verschillende systemen: 36 procent van de zetels gaat naar parlementariėrs die gekozen zijn volgens het districtenstelsel. Voor de andere 64 procent geldt het systeem van evenredige vertegenwoordiging. Sinds 2005 is er een 'zetelbonus’ voor de grootste partij. De Kieswet voorziet verder in een kiesdrempel van drie procent voor partijen die alleen en op eigen kracht aan de verkiezingen deelnemen, en van tien procent voor partijen die als coalitie meedoen. De kiesgerechtigde leeftijd is 18 jaar. Door een grondwetswijziging werd het aantal zetels in beide Kamers bij de parlementsverkiezingen van 25 september 2022 teruggebracht van 945 naar 600.

Partijen

Sinds de politieke hervormingen van de jaren negentig is er sprake van twee grote coalities van partijen, waarvan de naam per verkiezing kan wisselen. Bij de verkiezingen van 2018 trad een centrumrechts blok op van Berlusconi, Lega Nord en de toen nog kleine rechtse partij Fratelli d'Italia. Op de linkerzijde is er een coalitie van de PD (Partito Democratico, Democratische Partij), IEI (Italia Europ Insieme), +Eu (Pił Europa) en CP. De PD ontstond in 2007 uit de in 1996 gevormde Olijfcoalitie van Romano Prodi i en omvat sociaaldemocraten, sociaal-liberalen, links-socialisten, linkse christendemocraten en voormalige communisten.

Naast het centrum-rechtse en centrum-linkse blok zijn populistische partijen in opkomst. Een nieuwkomer na de verkiezingen van 2013 was MoVimento 5 Stelle (de Vijfsterrenbeweging) van de populist Beppe Grillo. De partij is anticorruptie, eurosceptisch, libertair en ecologisch. Onder ex-partijleider Luigi Di Maio werd een gematigdere koers gevaren, wat resulteerde in een overwinning bij de parlementsverkiezingen van 4 maart 2018. Ook heeft de Lega Nord zich onder leiding van Matteo Salvini omgevormd van separatistische, regionale partij tot een landelijke eurosceptische anti-immigratiepartij onder de naam Lega. Bij de parlementsverkiezingen van 25 september 2022 groeide Fratelli d'Italia (Broeders van Italië) uit tot de grootste partij. FdI wordt omschreven als een radicaal-rechtse, post-fascistische partij.

2.

Zetelverdeling Camera dei deputati en Senato vanaf 1994

jaar

verenigd

rechts

Monti

verenigd

links

M5S

Lega

Nord

centr.

PCI

Ov.

Huis-

Senaat

datum

1994

302

156

 

164

122

 

46

31

   

5

5

630

315

27 maart

1996

246

117

 

285

157

 

59

27

 

35

10

5

5

630

315

21 april

2001

368

176

 

246

127

     

11

4

5

8

630

315

13 mei

2006

281

156

 

348

158

       

1

1

630

315

9-10 april

2008

344

174

 

246

134

   

36

3

 

3

4

630

315

13-14 april

2013

125

117

47

19

345

123

108

54

     

4

2

630

315

23-24 febr

2018

265

138

 

122

60

227

114

     

14

4

630

315

4 maart

2022

237

115

 

85

44

52

28

 

21

9

 

5

4

400*

200

25 september

*Per 2020 is hoeveelheid zetels van het huis verminderd van 630 naar 400 zetels, en de senaat van 315 naar 200 zetels.

3.

Kabinetten vanaf 1993

naam

periode

kleur

partijen

belangrijke ministers

Ciampi

28 april 1993-10 mei 1994

centrumlinks

DC-PSDI-PSI-PLI

BuZa: Andreatta

Fin: Gallo

Berlusconi I

10 mei 1994-17 januari 1995

centrumrechts

Forza-Lega Nord-AN-chr.dem.

BuZa: Martino

Fin: Tremonti

Dini

17 januari 1995-17 mei 1996

technocraten

-

BuZa: Agnelli

Fin: Fantozzi

Prodi I

17 mei 1996-21 oktober 1998

centrumlinks

Olijfcoalitie

BuZa: Dini

Fin: Visco

D'Alema I

21 oktober 1998-22 december 1999

centrumlinks

Olijfcoalitie-chr.dem.

BuZa: Dini

Fin: Visco

D'Alema II

22 december 1999-25 april 2000

centrumlinks

Olijfcoalitie-chr.dem.

BuZa: Dini

Fin: Visco

Amato II

25 april 2000-11 juni 2001

centrumlinks

Olijfcoalitie-chr.dem.

BuZa: Dini

Fin: Del turco

Berlusconi II

11 juni 2001-23 april 2005

centrumrechts

Verenigd Rechts-Centr.

BuZa: Ruggiero

2002 Frattini

2004 Fini

Fin: Tremonti

2004 Siniscalco

Berlusconi III

23 april 2005-17 mei 2006

centrumrechts

Verenigd Rechts

BuZa: Fini

Fin: Tremonti

Prodi II

17 mei 2006-8 mei 2008

centrumlinks

Verenigd Links

BuZa: D'Alema

Fin: Padoa Schioppa

Berlusconi IV

8 mei 2008-16 november 2011

centrumrechts

PdL-Lega Nord

BuZa: Frattini

Fin en EZ: Tremonti

Monti

16 november 2011-28 april 2013

technocraten

-

BuZa: Terzi

Fin en EZ: Monti

Letta

28 april 2013-22 februari 2014

brede coalitie

PD-PDL

BuZa: Bonino i

Renzi

22 februari 2014-12 dec. 2016

centrumlinks

PD-NCD

BuZa: Mogherini i

2014: Gentiloni i

Gentiloni

12 december 2016-1 juni 2018

centrumlinks

PD-NCD

BuZa: Alfano

Conte I

1 juni 2018-5 sep. 2019

rechts-populistisch

Lega Nord-M5S

BuZa: Milanesi

Fin en EZ: Tria

Conte II

5 sept. 2019-13 februari 2021

links-populistisch

PD-MSS

BuZa: De Maio

Fin en EZ: Gualtieri

Draghi

13 februari 2021-22 oktober 2022

nationaal

(PD-MSS)

BuZa: De Maio

Fin en EZ: Franco

Meloni

22 oktober 2022 - heden

rechts

FdI, Lega Nord, Forza

BuZa: Tajani