Multinationals betalen geen winstbelasting!?

Met dank overgenomen van P.J.G. (Paul) Tang i, gepubliceerd op zaterdag 7 november 2009.

Weinig Nederlandse bedrijven groeien van klein naar groot. Eén van de oorzaken is een scheef speelveld, veroorzaakt door een oneerlijk fiscaal stelsel. Het kabinet moet daarom de renteaftrek in de vennootschapsbelasting aanpassen. Zo schreef ik op 23 oktober in het NRC.

Al vele jaren domineren dezelfde grote bedrijven het Nederlandse bedrijfsleven: Shell, Philips, Unilever, Akzo, DSM; het is het bekende rijtje. De top tien van Nederlands grootste bedrijven is niet wezenlijk veranderd sinds de jaren zestig. De stabiliteit onder de grootste bedrijven is opvallend groot: niet veel stijgers en dalers, laat staan veel nieuwe binnenkomers. Uit een internationale vergelijking blijkt dat Nederland samen met Zwitserland een sterk verschil met andere landen laat zien.

Diezelfde vergelijking leert dat het verschil met andere landen bepaald geen voordeel is. In landen waar bedrijven in de top 10 vaak van plek verwisselen of uit de top tien vallen, is de economische groei in de regel beduidend hoger. De wisseling aan de top is vooral een bewijs voor dynamiek in een land. Bij de dynamiek hoort dat de grootste bedrijven concurrentie van opkomende bedrijven ondervinden: juist de opkomende, succesvolle bedrijven moeten in staat zijn aantrekkelijk en goede betaald werk te bieden en de talenten aan zich te binden.

Het is niet mijn bedoeling om het kleinbedrijf op te hemelen. Het lijkt dan alsof de motor achter groei en innovatie op te zoeken is in de Gouden Gids: slager, stomerij, stukadoor, om te beperken tot de letter s. Dit zijn eerzame beroepen en ambachten, maar het is te veel om van hen grote doorbraken te verwachten. Ook is het niet mijn bedoeling om het grootbedrijf te verfoeien; dat zijn vaak de bedrijven waar de arbeidsproductiviteit relatief hoog is en waar de goed betaalde banen te vinden zijn. Het is dus niet mijn bedoeling om een tegenstelling tussen klein en groot te creëren. Integendeel: kleintjes moeten groot worden. Dat is de essentie van de economische dynamiek. Dat vereist dat kleine bedrijven met een voorsprong die voorsprong weten uit te bouwen. Die voorsprong kan gelegen zijn in uiteenlopende factoren, van lage kosten tot knappe koppen. Essentieel is dat het succes ten volle wordt benut, door te groeien en door groot te worden.

Het probleem is dat Nederland juist weinig snel doorgroeiende bedrijven kent. Het is alsof de ondernemers in Nederland genoegen nemen met af en toe een mooie overwinning, maar niet gaan voor het kampioenschap. Het echte probleem is dat Nederland al jaren niet in staat is geweest om een nieuw internationaal bedrijf te laten ontstaan. Er heeft zich in de afgelopen veertig jaar geen bedrijf aangediend dat zich in het rijtje van Shell en anderen heeft weten te scharen.

De inspanningen zijn misschien daarom gericht op het binnenhalen van buitenlandse bedrijven, of eigenlijk het hoofdkantoor ervan. Maar de binding van die bedrijven met Nederland zijn niet sterk. Zo gewonnen, zo geronnen.

Veel liever dan een nieuw hoofdkantoor uit het buitenland zie ik jonge maar groeiende bedrijven in Nederland, ook omdat deze bedrijven een sterke binding met ons land hebben.

Er hoort geen tegenstelling zijn tussen groot en klein te zijn. Toch is die tegenstelling er in de praktijk. Het fiscale stelsel is een luilekkerland voor grote multinationale ondernemingen. Dit is bedoeld om dergelijke ondernemingen uit het buitenland aan te trekken en voor Nederland te behouden. Het gevolg: Phillips en Shell betalen geen vennootschapsbelasting. Zo wordt ten minste beweerd. Het is niet moeilijk te geloven. Juist grote, internationaal opererende bedrijven zijn in staat om op papier met inkomsten en uitgaven te schuiven. Winsten worden opgevoerd in landen met een laag tarief, en teruggeschroefd in landen met een hoog tarief. Op die manier zijn voor het concern de totale belastinguitgaven laag. Op die manier zijn voor een land als Nederland de belastinginkomsten ook laag, en de schatkist leeg. En op die manier worden vooral ook ontwikkelingslanden beroofd van noodzakelijke inkomsten.

Dat Philips en Shell weigeren te vertellen hoeveel vennootschapsbelasting ze in Nederland en elders betalen, maakt het nog makkelijker te geloven dat ze inderdaad géén belasting in Nederland betalen. Het zou verplicht moeten zijn dat ze in het jaarverslag melden hoeveel ze waar aan (vennootschaps)belasting betalen. Het is op dit moment niet uit de jaarverslagen af te leiden.

De tegenwerping van deze bedrijven is dat ze al zoveel betekenen, omdat ze voor werkgelegenheid zorgen. Maar dat geldt evenzeer voor het midden- en kleinbedrijf. En die slager, stomerij en stukadoor zijn níet in staat om met winsten en belastingen te schuiven; zij betalen gewoon de volle mep.

De uitzending van Zembla (18 oktober) laat zien dat in een globaliserende wereld de mogelijkheden voor multinationale ondernemingen om belasting te ontwijken alleen maar groter worden. In zo’n wereld wordt het speelveld ongelijker: de grote conglomeraten betalen steeds minder belastingen dan kleine bedrijfjes. Met dit ongelijke speelveld is de economie niet gediend. Het wordt moeilijker om te concurreren voor de kleine bedrijven en dus ook moeilijker om groot te worden

Het geeft bovendien geen pas dat grote bedrijven in Nederland wel profijt trekken van investeringen in onderwijs, subsidie voor onderzoek en innovatie, uitgaven aan infrastructuur en dergelijk, maar zelf weinig tot niets via de winstbelasting aan de schatkist afdragen, in elk geval minder dan de rest van het bedrijfsleven. Ook de conglomeraten moeten hun steentje bijdragen en hun fair share betalen. Niets is niet fair, ook al willen de belastingadviseurs dit soms doen geloven.

Daarom moet het kabinet voortvarend te werk gaan. Nog dit jaar kan het de vennootschapsbelasting aanpassen. Centraal zal daarbij een beperking van de renteaftrek staan. Dat maakt het schuiven met winsten minder aantrekkelijk. Dit zorgt voor eerlijke concurrentie tussen nieuwe, kleine bedrijven en de grote, gevestigde jongens.

Bovendien komt er door het beperken van de renteaftrek een einde aan de praktijk dat overgenomen bedrijven met schulden worden overladen en vervolgens hoge rentelasten van de belasting aftrekken.

Het beperken van de renteaftrek levert Nederland dus dubbele winst op.

Reageer

Om te reageren moet je geregistreerd zijn als MijnPvdA gebruiker. Spelregels

Wachtwoord of Gebruikersnaam vergeten?

MijnPvdA gebruikersnaam MijnPvdA wachtwoord Reactie