Embargoregeling Prinsjesdag: te gek voor woorden - Hoofdinhoud
Het lijkt een niemendalletje, het slepende gedoe over de embargoregeling voor Prinsjesdag. Maar deze weblog gaat heel erg over de Eerste Kamer, de Tweede Kamer, de regering en ons staatsbestel. Wat is er aan de hand? Al jaren is er gedoe over de zogeheten embargoregeling: wanneer krijgen Kamerleden - dus Tweede en Eerste Kamer - de stukken voor Prinsjesdag? Na de opwinding van de laatste keer, met het lek van Tweede Kamerlid Paul Tang, is er een heuse commissie aan de gang gegaan onder leiding van de voormalige super-Procureur-generaal en nu hoogleraar strafrecht De Wijkerslooth. Die commissie heeft een keurig rapport gemaakt en stelt nu voor de stukken op de derde dinsdag van september, Prinsjesdag, om 6.00 uur 's ochtends aan de Kamerleden ter beschikking te stellen.
Toen ik het rapport van De Wijkerslooth las, zag ik daarin een opsomming van wat er allemaal de afgelopen jaren is gebeurd. En ook dat de Kamerleden keurig een geheimhoudingsverklaring hadden getekend voordat zij vorig jaar de embargo-stukken een aantal dagen voor Prinsjesdag in ontvangst namen.
Ineens bekroop mij nu het gevoel dat het eigenlijk te gek is. Inderdaad, ik heb vorig jaar in september ook zo'n verklaring getekend. Als vanzelf. Maar ik begin me af te vragen of we niet de verkeerde kant opgaan. Want ik mag toch ervan uitgaan dat er althans op dit punt vertrouwen bestaat tussen regering en de beide Kamers van de Staten-Generaal. Het gaat hier om Hoge Colleges van Staat. En als je als Hoge Colleges van Staat iets met elkaar afspreekt, moet het gegeven woord toch voldoende zijn. Waarom moeten we het er eigenlijk over hebben? Als we voor het nakomen van afspraken op dit vlak echt een lange reeks garanties en allerlei dreigingen met sancties nodig hebben, is het de vraag of we over en weer de titel Hoog College van Staat verdienen.