Behandeling Belastingplan 2009 - Hoofdinhoud
19 november 2008
Voorzitter. Laat ik positief beginnen. Gelet op de aantallen moties van de coalitiepartijen kan ik mij niet van de gedachte weerhouden dat er misschien wel meer kritiek is van de zijde van de coalitie dan gedacht.
Ik bedank allereerst de staatssecretaris voor de constructieve overleggen en de beantwoording van de vragen tot nu toe. Ik ben ook blij met de gedane toezeggingen. Ik zal ze kort noemen. Het doel was om te vereenvoudigen. Dat is deels gebeurd. Verschillende collega's hebben daar ook naar gevraagd. Het is echter ook nog steeds nodeloos ingewikkeld op sommige punten.
Veel is er al gezegd over het Belastingplan. Ik zal vanavond op drie punten nog dieper ingaan, te weten de zzp'ers, het inkomensbeleid en de alleenstaanden.
Er zijn een miljoen zzp'ers in Nederland, een groep zelfstandigen die met name is ontstaan uit de inflexibiliteit van de arbeidsmarkt. Zeker de combinatie zorg en arbeid heeft daar ook een rol bij gespeeld. Sommige mensen zien deze groep als werknemers, maar het zijn toch vooral ondernemers. Het zullen er in de toekomst meer worden dan een miljoen. Bij de begroting van Sociale Zaken zal ik aan de minister vragen om te kijken wat dat voor gevolgen heeft voor ons socialeverzekeringsstelsel. Ik denk dat het tijd is om zowel de arbeidsmarkt als het socialeverzekeringsstelsel goed te bekijken. In het oorspronkelijke plan werd de zelfstandigenaftrek bevroren, een maatregel waar zzp'ers veel nadeel van zouden hebben. Wij zijn blij dat die is teruggedraaid. Zzp'ers zijn ondernemers met wie rekening moet worden gehouden. Ik ben blij met de toezegging van de staatssecretaris om ook uitgebreid met deze groep te gaan praten bij het hervormen van belastingen voor ondernemers. Ik hoop van harte dat er volgend jaar meer aandacht zal komen voor de koopkrachteffecten van maatregelen voor zzp'ers. Met de financiële crisis zien wij dat juist zij de dupe zijn. Wij zouden daar toch wat meer aandacht voor mogen hebben. Ook zijn wij blij met de toezegging dat de staatssecretaris kijkt naar de mogelijkheden van de fiscale oudedagsreserve, de FOR, om na te gaan of deze ongeacht het aantal uren kan worden opengesteld. Dat zijn dus allemaal complimenten, mede omdat de staatssecretaris die toezeggingen heeft gedaan, waarvoor dank.
Dan het inkomensbeleid. Door de vergrijzing staat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën onder druk. Er moeten maatregelen genomen worden om de overheid ook voor toekomstige generaties betaalbaar te houden. In het Belastingplan staan twee maatregelen, de houdbaarheidsbijdrage en de doorwerkbonus. Waren dit nu de maatregelen waar wij op zaten te wachten? De houdbaarheidsbijdrage bevriest de tweede schijf en meer mensen gaan in de derde schijf belasting betalen. Meer inkomsten voor de Staat, maar minder inkomsten wat betreft sociale premies en dus minder voor de AOW. Ouderen gaan dus wel degelijk meebetalen aan de AOW. Wij stellen voor de AOW-leeftijd te verhogen. Liever een latere dan een lagere AOW. En dat doet ook recht aan de veranderingen sinds de invoering. Mensen leven langer, dus zouden ze ook langer kunnen werken. Dan hoeven wij niet stiekem te fiscaliseren en tevens de Bosbelasting in te voeren, die ook nog eens neerkomt op het meebetalen aan de AOW, naast de houdbaarheidsbijdrage.
Dan de doorwerkbonus, een bonus als je langer doorwerkt. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat mensen langer doorwerken. Daar zou geen bonus voor nodig moeten zijn. Als wij dan een bonus geven, dan zou het een effectieve moeten zijn. Het kabinet geeft ruim een half miljard euro uit aan een regeling waarvan de baten onduidelijk zijn. Veel mensen werken al na hun 62ste jaar en de verwachting is dat de arbeidsparticipatie van ouderen de komende jaren nog flink zal toenemen, zonder dat een bonus wordt uitgekeerd. Een groot deel van die half miljard euro zal dus gaan naar mensen die toch al werken. Een heel dure maatregel, zeker als je kijkt naar hoeveel mensen extra gaan werken.
Dan zijn er ook nog de mensen die de doorwerkbonus krijgen zonder te werken, de mensen die vervroegd uittreden via de levensloopregeling. In dat geval stimuleert de doorwerkbonus met verlof gaan. Dat is de wereld op z'n kop. Wij zijn dan ook blij met de toezegging van de staatssecretaris om daar onderzoek naar te doen om te kijken of het probleem in de levensloopregeling kan worden opgelost. Ik wil hem wel in overweging geven om de doorwerkbonus niet in te voeren. Dat lost namelijk een heleboel problemen in een klap op. Dan kunnen wij die half miljard euro in deze moeilijke tijd zinvoller besteden. Verschillende collega's gaven dat ook al aan.
De alleenstaanden vormen in Nederland een grote groep, namelijk 2,5 miljoen mensen. Naar verwachting zal deze groep groeien naar 3,5 miljoen mensen. D66 pleit dan ook voor een leefvormneutraal beleid. Wij vinden dat onderzocht moet worden of en hoe het belastingsysteem leefvormneutraal gemaakt kan worden. Ons belastingssysteem is voor een groot deel gestoeld op verzamelinkomen. Dat betekent dat er voordelen zijn voor de traditionele gezinnen. Het belastingsysteem is nu niet leefvormneutraal. Ik vraag de staatssecretaris wat er moet gebeuren om dit voor elkaar te krijgen. Ik dien daarover straks een motie in.
In het bijzonder vraag ik nogmaals aandacht voor de veranderingen in het successierecht. Ook deze belasting moet leefvormneutraal zijn. Wij vinden dan ook dat iedereen een eerste erfgenaam moet kunnen hebben. Voor paren is dit logisch. Voor alleenstaanden moet dat ook logisch zijn. Ik verzoek de staatssecretaris om dit bij de komende plannen voor het successierecht mee te nemen. Zo niet, dan zal ik bij het debat daarover een motie indienen.
Wij hebben in het wetgevingsoverleg gesproken over de rente die de Belastingdienst heft als er teveel is uitgekeerd, ook als de Belastingdienst een fout heeft gemaakt. De staatssecretaris heeft toegezegd een onderzoek te doen naar deze rentes. Ik vraag hem specifiek aandacht te geven aan de rente die wordt gevraagd ingeval er fouten zijn gemaakt. Ook daarover dien ik een motie in.
Gezien de huidige situatie op de woningmarkt vraag ik de staatssecretaris om een visie te ontwikkelen. Hoe wil dit kabinet financieel betrokken zijn bij de woningmarkt? Ik doel dan niet alleen op de hypotheekrenteaftrek, maar ook op de overdrachtbelasting, op huren en kopen. Het is een breed scala waar de staatssecretaris naar moet kijken. Ik ben het met de heer Remkes eens als hij zegt dat je niet alleen moet focussen op de overdrachtsbelasting. Ik vraag de heer Remkes om ervoor te zorgen dat zijn fractie daar bij behandeling van de VROM-begroting steun aan geeft. Geen onderdeel van de woningmarkt mag tot taboe verklaard worden als wij oplossingen willen brengen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat Nederland 2,5 miljoen alleenstaanden telt en dit aantal de komende jaren zal groeien naar 3,5 miljoen;
overwegende dat veel aspecten in het belastingstelsel niet leefvormneutraal is, onder andere door vaak uit te gaan van het verzamelinkomen;
verzoekt de regering, te onderzoeken wat er moet gebeuren om het belastingstelsel leefvorm neutraal te maken en wat hier de cosequenties van zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door het lid Koser Kaya.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Belastingdienst heffingsrente in rekening brengt en vergoedt;
constaterende dat de staatssecretaris van Financiën toegezegd heeft hier onderzoek naar te doen;
verzoekt de regering, ook de proportionaliteit van het heffen van rente bij een fout van de Belastingdienst expliciet mee te nemen in dit onderzoek,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:’Deze motie is voorgesteld door de leden Koser Kaya en Remkes.’
Mevrouw Koser Kaya (D66):’Ik wilde deze motie niet indienen maar als er geen toezegging wordt gedaan, zou ik dat alsnog moeten doen. Als de staatssecretaris die toezegging doet, ben ik bereid om deze motie in te trekken.’