Opnieuw schriftelijke vragen gesteld over gameverslaving

Met dank overgenomen van L.Th. (Lea) Bouwmeester i, gepubliceerd op maandag 7 december 2009.
alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog Lea Bouwmeester

Gamen kan leuk zijn, maar het moet ook leuk blijven. Als het je leven gaat beheersen dan is er geen sprake meer van lol.

Vooral kwetsbare mensen moeten beschermd worden tegen de negatieve gevolgen van gamen, in dit geval gameverslaving. Daarom vraag ik de minister in beeld te brengen om wat voor mensen het gaat en hoe hij deze mensen weerbaar kan maken tegen verslaving en als niet kan hoe hij hen in behandelingsperspectief kan helpen.

Volgens de laatste schatting zijn er in Nederland 20.000 gameverslaafden. Gevolgen van deze verslaving bij jongeren zijn onder andere schoolverzuim, nachten lang gamen, hun sociale netwerk verliezen en depressief raken. Alle reden om de minister te vragen om hier preventie maatregelen voor te nemen. Op eerdere vragen van mij hierover heeft de minister laconiek geantwoord. Hij ziet het probleem niet zo in. Daarom nu vervolgvragen aan de hand van recente cijfers.

Vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) aan de minister van VWS over gameverslaving.

1.

Heeft u kennis genomen van het artikel ‘Pas op zijn gemak na 50 doden; Twintigduizend jongeren zijn verslaafd aan computergames(1)?

2.

Bent u ook geschrokken van de voorlopige uitkomsten van het onderzoek van de Universiteit van Amsterdam waar in het artikel naar verwezen wordt, waaruit blijkt dat twintigduizend jongeren in Nederland verslaafd zijn aan games en honderdduizend jongeren tekenen van verslaving vertonen, en denkt u dat deze aantallen ook reden zijn om actiever in te zetten op preventie en behandeling?

3.

Vindt u dat de uitkomst van het onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam reden is om op structurele wijze bij te houden hoeveel jongeren verslaafd zijn om daar vervolgens beleid op te kunnen ontwikkelen? Zo ja, hoe, zo nee, waarom niet?

4.

Uit het artikel blijkt dat Novadic-Kentron momenteel als enige instelling een behandeling aanbiedt, is hiermee voldoende behandelaanbod beschikbaar, gezien de twintigduizend verslaafde jongeren waar het Nrc.Next-artikel naar verwijst?

5.

Bent u het met de stelling uit het artikel uit NRC.next eens dat langdurig overmatig gamen wel degelijk een verslaving is, hoewel er geen sprake is van inname van een middel? Zo ja, welke actie onderneemt u, zo nee, waarom niet?

6.

Kunt u, als de meting naar de effectiviteit van de officiële behandelmethode van Novadic-Kendric gedaan is, en de resultaten van het onderzoek van de Universiteit van Nijmegen bekend zijn, uw reactie hierop aan de Kamer toezenden?

7.

Kunt u uw visie op het weerbaar maken van kinderen tegen de verleiding van overmatige genotsmiddelen en gamen uiteenzetten? Zo ja, wanneer, zo nee, waarom niet?

8.

Bent u inmiddels begonnen met het meten van de prevalentie van andere zogenoemde “nieuwe” verslavingen zoals bijvoorbeeld shopverslaving, seksverslaving en eetverslaving? Zo ja, wanneer krijgt de Kamer de resultaten, zo nee, waarom meet u dit niet?

9.

Is gameverslaving momenteel opgenomen in het preventieprogramma en het instructieprogramma voor de hulpverlening zoals het nu al het geval is voor bijvoorbeeld alcohol-, drugs-, en tabaksverslaving? Zo nee, waarom niet?

(1) NRC.Next 1-12-09