Vreemde blikken onder de douche - Hoofdinhoud
Kent u Luca Toni? Ik tot voor kort niet. Luca Toni is een Italiaanse voetballer en ik ben niet zo van dat spelletje. Toni werd tijdens een wedstrijd Nederland - Italië, in juni 2008, door spreekkoren van Oranjesupporters uitgemaakt voor 'homo'. Geen idee of hij dat is. Wel heb ik om mij in te lezen op het onderwerp 'sport en homoseksualiteit' hele fijne foto's van Luca Toni met ontbloot bovenlijf bekeken. Ik mag graag het nuttige met het aangename verenigen... of schrijf ik dit alleen maar op zodat u meteen weet dat ik hetero ben?
Zo moet je die spreekkoren waarschijnlijk ook begrijpen. Een stoere Italiaanse voetbalmacho kan natuurlijk geen homo zijn. Dat weten die Oranjefans. Het is eigenlijk net zoiets als 'Je moeder is een hoer'.
Maar stel dat Luca Toni, of een andere voetballer, wel op mannen valt. Dan zijn dit soort spreekkoren bepaald geen aanmoediging om uit de kast te komen. Daarvoor moet je wel erg sterk in je schoenen staan. Ik heb even navraag gedaan bij een voetballiefhebster in mijn omgeving, maar zij kon geen enkele prof noemen in het Nederlandse mannenvoetbal die openlijk homo is. Anno 2009 is dat toch wel erg treurig.
Ook homo's die voor de lol willen sporten halen zich nogal wat ellende op de hals als ze een teamsport gaat beoefenen. Als ze hun seksuele voorkeur niet verbergen, moeten ze op z’n minst tegen flauwe grappen kunnen, en tegen vreemde blikken onder de douche. Want fysieke inspanning haalt de mens uit zijn geserreerde doen. In kleedkamers geef je je bloot.
Als verstokte solosporter zou ik bijna zeggen: ga toch lekker hardlopen of bankdrukken. Of word lid van Tijgertje, de homosportclub die is begonnen als zelfverdedigingscursus tegen potenrammers.
Maar zo werkt het natuurlijk niet. Sporten is meer dan bewegen. Sport is een vorm van zelfexpressie. Zeg mij uw sport en ik vertel u uw karakter. Sommige homo's en lesbo's zoeken, net als hetero's, het groepsgevoel in de sport. En ze willen daarvoor niet worden doorwezen naar het roze reservaat.
Ik ben Europarlementariër voor GroenLinks en maak me druk om discriminatie in de zevenentwintig landen van de Europese Unie en daarbuiten. Maar hoe kan ik vanuit Brussel bijdragen aan tolerantie in de Nederlandse kleedkamers? Tolerantie dwing je niet af, goed gedrag wel. In het voorjaar van 2009 heeft het Europees Parlement een nieuw wetsontwerp tegen discriminatie aangenomen. Mijn voorganger Kathalijne Buitenweg was de aanstichter hiervan. Het wetsontwerp beoogt onder meer het verbod op homodiscriminatie uit te breiden van de werkvloer tot de markt voor goederen en diensten. Zodat niet alleen de profsporter zich erop kan beroepen, als ie gediscrimineerd wordt, maar ook de modale homo die geweigerd wordt door een sportschool, of het nu in Staphorst gebeurt of in Warschau.
Helaas stuit het wetsontwerp op weerstand van sommige nationale regeringen. Het zal nog wel even duren voor het voorstel echt kracht van wet heeft. Maar het Europese signaal is duidelijk: homo's en lesbo's moeten gewoon mee kunnen doen.
Maar, zoals gezegd, met wetten alleen komen we er niet. Er zijn ook initiatieven van onderop nodig, vanaf de grasmat. In mijn woonplaats, Amsterdam, worden regelmatig voetbalwedstrijden georganiseerd tussen homoteams en Marokkaanse jongeren. Goede acties, die bijdragen aan het wederzijds begrip. Maar het zijn volgens mij geen Marokkanen die vanaf de voetbaltribunes massaal op homo’s schelden. Laat het COC ook eens de Supportersvereniging Ajax uitdagen voor een potje. In Enschede doen ze al iets vergelijkbaars. Daar trekt een vooroordelenvoetbalteam langs de velden om te voetballen tegen amateurclubs. Vreselijke naam, maar een leuke manier om het taboe op homoseksualiteit in de (mannen)sport te slechten.
Als u mij nu wilt excuseren, ga ik mijn baantjes trekken in het Sportfondsenbad. Want ik gun iedereen zijn teamsport, maar val mij er niet mee lastig.
Judith Sargentini schreef deze blogpost als column voor de Nederlandse Sport Alliantie.