Commissie Irak: too little too late - Hoofdinhoud
Gisteren bleek de Eerste Kamer net zo politiek als de Tweede: geen plek voor reflectie. Staatsrecht is plots iets voor de preciezen, in elk geval niet voor de coalitiefracties: zij prijzen de zwaai van Balkenende en vinden dat de Senaat zijn vragen moet opzouten tot de commissie haar werk heeft gedaan. Wordt het parlement schaakmat gezet? Hoe kom je erbij, we wilden toch een onderzoek? Echt weer de oppositie: het is niet goed of het deugt niet! Maar coalitie of oppositie: het parlement mag zijn controlerende functie nooit weggeven.
Mooie manoeuvre van Balkenende: hij koopt uitstel met zijn onderzoek en ontneemt het parlement de regie over zijn controlerende taak. De afspraak in het coalitieakkoord dat er geen parlementaire enquête zou komen naar de politieke steun aan de inval in Irak, was al een staaltje regentesk denken. Nu de steun toch steeds het nieuws haalt, onder andere door uitlatingen van een onderminister van de VS en uitgelekte adviezen van eigen ambtenaren, werkt het hardnekkig zwijgen van Balkenende juist averechts: hij heeft blijkbaar wat te verbergen. Maar de regie aan het parlement? Dat nooit.
Hoe zit het dan met de inlichtingenplicht van de regering aan het parlement? Een coalitieakkoord kan dit niet ondermijnen. Vragen van een parlement dienen beantwoord te worden, punt. Een jaar geleden alweer diende GroenLinks, SP en PvdA een bulk vragen in over de politieke steun. Heel precieze, feitelijke vragen. De antwoorden lieten een maand of acht op zich wachten. De fracties toonden geduld, liever goede antwoorden dan snelle halve. Wat ze echter kregen, waren late halve antwoorden. Knip en plakwerk uit eerdere brieven, maar geen feitelijke informatie.
Voor de VVD-fractie reden om zich aan te sluiten bij het besluit om opnieuw vragen in te dienen. Daarmee gaf een meerderheid van de Eerste Kamer de regering nog één kans om echt over de brug te komen. Als ze dan weer met broddelwerk zou volstaan, dan leek een parlementaire enquete nog de enige weg. De grond werd Balkenende nu blijkbaar te heet onder de voeten. Heeft de senaat zijn zin gekregen met de onderzoekscommissie? Ik vind van niet. Omdat Balkenende onze vragen naar de commissie wil doorsluizen, wordt ons het belangrijkste wapen uit handen geslagen, namelijk het recht op informatie.
Het hoeft natuurlijk niet. Het parlement kan onverstoorbaar blijven en zeggen: wat de regering aan commissies instelt is haar eigen zaak, maar dat doet niets af aan ons werk. Wij stellen onze vragen en verwachten correcte informatie van de regering, binnen een redelijke termijn. Dan zou de senaat zijn onafhankelijke positie en zijn bestaansrecht bevestigen. En zo niet: wat hebben we aan twee stempelmachines?