Artikel 10 en Haarlem - Hoofdinhoud
Gisteren uitgebreid gedebatteerd over de successiewet en vandaag naar Haarlem. Praten met raadsleden en statenleden over alles wat hen bezighoudt op het gebied van stedelijke uitbreidingen en infrastructuur. Die ideale combinatie dus tussen theorie en praktijk. Gelukkig niet letterlijk…
De successiewet wordt behoorlijk gewijzigd. Er worden vereenvoudigingen doorgevoerd, de tarieven gaan voor een deel naar beneden, er moesten zaken vooral eenvoudiger gemaakt worden waarbij de kans op constructies - lees leuke oplossingen om maar geen successiebelasting te hoeven betalen - sterk zou af nemen. En dat laatste werd vooral betwist door een veelheid aan deskundigen. Veel artikelen kwamen dan ook aan bod in de eerdere behandelingen met de staatssecretaris, waarbij artikel 10 toch wel de kroon spande. Dit artikel ziet op het voorkomen van uitholling van de erfenis. Dus een constructie waarbij je eigendom overdoet aan een erfgenaam al tijdens je leven en daar in ruil een vergoeding voor krijgt. Bekend voorbeeld is een eigen huis dat al bij leven aan bijvoorbeeld een kleinkind wordt overgedaan, waarna de grootouder er in mag blijven wonen. Wanneer de grootouder dan overlijd is er geen erfenis meer want het huis staat al op naam van het kleinkind.
Als u dit leest lijkt het allemaal eenvoudig, maar daar hebben de afgelopen weken en maanden veel, heel veel deskundigen zich hun hoofd over gebroken. En die vertelden ons, of Carola in het bijzonder - mijn beleidsmedewerker -, wat of er allemaal wel niet misging daar bij die staatssecretaris. Ik zal eerlijk bekennen dat de echt technische details mij ook te hoog gegrepen zijn. Maar ik voelde mij er rustig bij als je de verschillende deskundigen daar zo over hoort discussiëren. De zorgen werden niet zozeer ingegeven dat constructies in testamenten niet meer zouden mogen, maar vooral ook dat hele logische aanpassingen en testamenten ineens “artikel 10” zouden worden. Dat was toch wel een schrikbeeld. Gelukkig is dat door intensief overleg, ook met het ministerie, op de dag dat we de plenaire behandeling ingingen, goed gekomen. En kon het amendement wat dit moet aanpassen door mij worden ingediend.
En dan ben je, na zo’n intensieve discussie, opgelucht dat het voorbij is. En gaan we weer vrolijk met de volgende discussie verder. Op naar Haarlem dus. Zoals ik al zei een boeiende bijeenkomst met raads- en statenleden uit de drie westelijke provincies. Leuk om te zien hoe ieder vanuit zijn of haar expertise dan kijkt naar de omgeving van de verschillende steden, dorpen, provincie. Mooie discussies over krimp en vooruit kijken. moeten we ons niet eerst eens verdiepen in hoe Nederland er bijvoorbeeld over 30 jaar uitziet en wat zou ik dan willen. Gaan we bijvoorbeeld wel een snelweg verbreden als we aan zien komen dat wanneer het Openbaar Vervoer verbeterd wordt de druk op de weg minder kan worden. Of zullen de geluidproblemen die er nu zijn ophouden te bestaan als we allemaal elektrisch gaan rijden. En zou kun je natuurlijk nog veel meer bedenken.
En da’s precies wat we gaan doen.
Maar na zulke filosofische beschouwingen komen dan natuurlijk de kleine en grote problemen. Goed om breed met veel verschillende gemeentes daar met elkaar over te spreken, want leuk is om te zien hoe verschillend dan sommige belangen worden geleefd. Daar kan je wel een boek over schrijven. Iets dat ik overigens niet ga doen…
Het mooie is dan dat je met elkaar over de weerbarstige praktijk van alle dag kunt spreken ook al zijn er soms niet direct oplossingen. En dat na zo’n dag dat je vooral met de theorie bent bezig geweest en nog maar moet zien hoe het in de praktijk zal gaan. Echt werk van een Kamerlid: werken in en met uitersten.
ernst