Motie over handhaven veto bij de vaststelling van de Financiële Perspectieven - Interpellatie inzake het Europees Grondwettelijk Verdrag
Deze motie1 is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 29625 - Interpellatie-Van Baalen inzake het Europees Grondwettelijk Verdrag2.
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Interpellatie inzake het Europees Grondwettelijk Verdrag; Motie over handhaven veto bij de vaststelling van de Financiële Perspectieven |
|---|---|
| Documentdatum | 03-06-2004 |
| Publicatiedatum | 12-03-2009 |
| Nummer | KST76977 |
| Kenmerk | 29625, nr. 1 |
| Van | Staten-Generaal (SG) |
| Originele document in PDF |  |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2003–2004
29 625
Interpellatie inzake het Europees Grondwettelijk Verdrag
Nr. 1
MOTIE VAN HET LID VAN BAALEN
Voorgesteld 3 juni 2004
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat het van groot belang is dat er duidelijkheid bestaat over de inzet van de Nederlandse regering in de intergouvernementele conferentie over het Europees Grondwettelijk Verdrag en de parlementaire steun die in het ratificatieproces mag worden verwacht;
roept de regering op de handhaving van het veto bij de vaststelling van de Financiële Perspectieven dan wel juridisch bindende afspraken over een structurele netto-begrenzing van de Nederlandse bijdrage aan de financiën van de Europese Unie tot een van de hardste speerpunten van haar inzet bij de onderhandelingen over het Europees Grondwettelijk Verdrag te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Baalen
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.
- 2.Deze interpellatie werd gehouden op 3 juni 2004 en werd aangevraagd door Tweede Kamerlid voor de VVD Hans van Baalen op 2 juni 2004. De interpellatie richtte zich op minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans.