Motie inzake stellen ultimatum aan Israël voor uitvoeren VN-resoluties 1342 en 1402, inzet internationale veiligheidsmacht - Interpellatie inzake de escalerende situatie in het Midden-Oosten
Deze motie1 is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 28290 - Interpellatie-Koenders inzake de escalerende situatie in het Midden-Oosten2.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Interpellatie inzake de escalerende situatie in het Midden-Oosten; Motie inzake stellen ultimatum aan Israël voor uitvoeren VN-resoluties 1342 en 1402, inzet internationale veiligheidsmacht |
---|---|
Documentdatum | 03-04-2002 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST60764 |
Kenmerk | 28290, nr. 2 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2001–2002
28 290
Interpellatie inzake de escalerende situatie in het Midden-Oosten
Nr. 2
MOTIE VAN HET LID KARIMI
Voorgesteld 3 april 2002
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van oordeel, dat Israël onmiddellijk VN-resoluties 1397 en 1402 dient uit te voeren;
verzoekt de regering indien Israël binnen 24 uur niet aanvangt met uitvoering van deze resoluties, in EU-verband voorbereidingen te treffen om op de meest korte termijn het Associatieakkoord op te schorten, en verzoekt daarnaast alle militaire samenwerking met Israël stop te zetten;
verzoekt voorts de regering zich internationaal in te spannen voor de ontplooiing van een internationale veiligheidsmacht om de strijdende partijen uit elkaar te houden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Karimi
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.
- 2.Deze interpellatie werd aangevraagd op 3 april 2002 en gehouden op 11 april 2002 door Tweede Kamerlid van de PvdA Bert Koenders. De interpellatie richtte zich tot de minister van Buitenlandse Zaken Jozias van Aartsen.