Brief minister over de energienota en het standaardcontract - Interpellatie-Graus over stijging van de energienota - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 31783 - Interpellatie-Graus over stijging van de energienota i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Interpellatie-Graus over stijging van de energienota; Brief minister over de energienota en het standaardcontract |
---|---|
Documentdatum | 05-01-2009 |
Publicatiedatum | 10-01-2009 |
Nummer | KST126833 |
Kenmerk | 31783, nr. 2 |
Van | Economische Zaken (EZ) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2008–2009
31 783
Interpellatie-Graus over stijging van de energienota
Nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 januari 2009
Tijdens het interpellatiedebat met uw Kamer op 20 november jl. over het stijgen van de energienota heeft het lid Jansen aangegeven dat consumenten de energienota niet meer begrijpen vanwege de grote hoeveelheid gegevens die erop wordt weergegeven. Hij gaf aan dat het niet begrijpen van de energierekening één van de redenen is dat de consument weinig fiducie zou hebben in de eerlijkheid van zijn rekening. Daarnaast vroeg de heer Jansen wat de stand van zaken was ten aanzien van het standaardcontract wat in juli per amendement op het wetsvoorstel Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (31 374) is aangenomen in de Tweede Kamer.
Middels deze brief kom ik, zoals door mij toegezegd, op beide punten terug.
Duidelijke nota
Ik ben het volstrekt eens met de heer Jansen dat een begrijpelijke energienota een belangrijke voorwaarde is om de transparantie voor de consument op de energiemarkt te vergroten. Een geliberaliseerde energiemarkt werkt alleen als de consument in staat is om zelfstandig zijn leverancier te kiezen. Daarbij moet de consument kunnen vertrouwen op toegankelijke en inzichtelijke informatie. Daarom maakt het toetsen van energierekeningen ter bevordering van die transparantie onderdeel uit van de strategie van de Energiekamer.
In 2004 heeft de Energiekamer in samenwerking met de energiesector de zogenaamde DUIN-richtlijn vastgesteld. Dit is een vrijwillige richtlijn die als doel heeft om de inzichtelijkheid van de energierekeningen te vergroten. In 2007 heeft de Energiekamer twee onderzoeken naar facturering uitgevoerd: het eerste onderzoek betrof de juistheid van de energierekening en het tweede onderzoek was een consumentenonderzoek en ging over de duidelijkheid van de energierekeningen. Uit beide onderzoeken blijkt dat de volgende aspecten belangrijk zijn voor de consument:
-
•De consument wil een «juiste» energierekening.
-
•De consument wil de tarieven op de energierekening kunnen controleren.
-
•De consument wil zijn energieverbruik per tariefperiode kunnen zien.
-
•De consument wil zijn energierekening kunnen begrijpen.
-
•De consument wil essentiële informatie op een voorblad.
-
•De consument wil een voorblad met bijlage(n) of wil naar keuze bijlage(n) kunnen opvragen per post, email of internet (keuze klant).
-
•De consument wil begrijpelijke, uniforme definities zien op zijn energierekening die worden toegelicht.
Op basis van deze bevindingen is de energiesector op dit moment in samenwerking met de Energiekamer bezig met een aanscherping van de huidige vrijwillige richtlijn. De planning is erop gericht dat de nieuwe richtlijn Betere Energie Nota’s (BEEN-richtlijn) gelijktijdig ingaat met het leveranciersmodel op 1 januari 2010. Omdat de energiebedrijven ruim de tijd moeten krijgen om hun energierekeningen aan te passen, is het de verwachting dat deze richtlijn in de eerste helft van 2009 door de Raad van Bestuur van de NMa zal worden vastgesteld.
Naast deze richtlijn staat het bedrijven natuurlijk vrij om zelf eerder vereenvoudigingen door te voeren. Zo voldoen al veel van de energienota’s grotendeels aan het model van de concept nieuwe richtlijn en levert de invoering van het capaciteitstarief vanaf 1 januari 2009 ook al een belangrijke bijdrage aan de door de Kamer beoogde vereenvoudiging.
Standaardcontracten
Het opstellen van een standaardcontract heeft als doel om meer transparantie te bieden aan de consument zodat deze eenvoudiger een keuze kan maken voor een leverancier van energie. Het standaardcontract is onderdeel van het wetsvoorstel Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt dat bij de Eerste Kamer ligt ter behandeling. Die behandeling staat gepland voor februari. Vooruitlopend op dit wetvoorstel denkt de Energiekamer reeds na over de wijze waarop het modelcontract tot stand zal komen. Het modelcontract dient zodanig te worden vormgegeven dat de markt effectief en efficiënt blijft functioneren en dat tegelijkertijd de belangen van de consument voldoende tot hun recht (kunnen) komen. Om deze reden zal de Energiekamer bij de totstandkoming van het modelcontract de organisaties van leveranciers, netbeheerders en afnemers consulteren. Afhankelijk van het moment waarop de wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet in werking zal treden, kan het modelcontract in het derde of vierde kwartaal van 2009 door de Raad van Bestuur van de NMa worden vastgesteld.
De ministervan Economische Zaken, M. J. A. van der Hoeven