Cijfers kabinet-Kok II (1998-2002)
De eerste jaren onder het kabinet-Kok II1 draaide de economie op volle toeren. De coalitiepartners richtten zich op de verdeling van de buit. Het hervormen van de economie raakte steeds meer op de achtergrond. Volgens het regeerakkoord moesten de inkomstenmeevallers voor een groot deel aan lastenverlichting worden besteed. PvdA2 en D663 wilden echter meer 'investeren'.
Uiteindelijk kwam de coalitie tot een oplossing waarbij nieuwe uitgaven binnen de 'Zalmnorm' konden worden gedaan. Er werd wat minder geld besteed aan lastenverlichting en meer aan aflossing van de staatsschuld. In de loop van de kabinetsperiode stortte de economie in, maar dit werd onvoldoende onderkend.
Inhoudsopgave
Hoewel het er aanvankelijk even op leek dat het kabinet te maken zou krijgen met economische tegenvallers, bleek al snel dat de economie onverwacht goed bleef draaien. In 1998-2000 groeide de economie gemiddeld 4,6% per jaar. Het ging zo goed dat er krapte op de arbeidsmarkt ontstond. In 2001 lagen zowel de inflatie als de contractloonstijging boven de 4%. Hierdoor begon de Nederlandse concurrentiepositie te verzwakken.
Nadat de beurskoersen internationaal en ook in Nederland enorm waren gestegen, zakten ze in de loop van 2000 flink in. Het vertrouwen in de interneteconomie was verdwenen. De terroristische aanslagen van 11 september 2001 tastten het vertrouwen in de economie nog verder aan. De economische groei in Nederland daalde van 4,2% in 2000 naar 2,1% in 2001 en 0,1% in 2002.
Het besef dat de economie aan het inzakken was drong tijdens de kabinetsperiode nog niet echt door. De werkloosheid begon vanaf 2002 iets op te lopen, maar de arbeidsmarkt bleef krap. De contractloonstijging bleef in 2002 hoog.
In 2002 werd de euro ingevoerd. In feite zat de gulden al sinds 1999 met een vaste wisselkoers in de Economische en Monetaire Unie, maar nu werden de gevolgen voor iedereen zichtbaar. Veel mensen gaven de euro de schuld van de hoge inflatie. Winkeliers en horecaondernemers zouden de invoering misbruikt hebben om hun prijzen te verhogen.
De hoge economische groei in combinatie met de Zalmnorm zorgde voor grote meevallers aan de inkomstenkant van de begroting. In 1999 was voor het eerst sinds 1973 sprake van een EMU-overschot. In 2000 liep het overschot, mede door een incidenteel voordeel dankzij de opbrengst van een UMTS-veiling, zelfs op tot 1,9% BBP. Er ontstonden meningsverschillen tussen de coalitiepartners over de aanwending van de inkomstenmeevallers. In het regeerakkoord was afgesproken dat inkomstenmeevallers volgens een verdeelsleutel zouden worden gebruikt voor aflossing van de staatsschuld en lastenverlichting.
De PvdA en D66 waren uitgekeken op de lastenverlichting. D66-minister Borst4 (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) kreeg zware kritiek te verduren in verband met de wachtlijsten in de zorg. Er ontstond een roep om verhoging van de overheidsuitgaven aan zaken als onderwijs en veiligheid. De uitgaven waren echter gebonden aan het uitgavenplafond uit de Zalmnorm. Minister Zalm5 (Financiën) beschouwde het naleven van deze norm als zijn 'arbeidsvoorwaarde'.
Uiteindelijk bleken zich niet alleen aan de inkomstenkant van de begroting, maar ook binnen het uitgavenkader meevallers voor te doen. Hierdoor kwam er ruimte voor nieuwe uitgaven. De coalitie besloot verder om een kleiner deel van de inkomstenmeevallers te besteden aan lastenverlichting, en een groter deel aan aflossing van de staatsschuld. De vrede in de coalitie bleef daardoor bewaard.
Achteraf bleek overigens dat de economie zozeer was ingestort dat de inkomstenmeevallers kleiner uitvielen dan in eerste instantie werd ingeschat. De conclusie achteraf was dat de meevallers beter meteen besteed hadden kunnen worden aan aflossing van de staatsschuld. Toch daalde de EMU-schuld van 1998-2002 met 14,3%-punt, de grootste daling binnen één kabinetsperiode in de jaren 1971-2017.
Intussen was de fut uit het paarse kabinetsbeleid. De chemie tussen de coalitiepartners was verdwenen. In 2001 werd nog wel een grote herziening van het belastingstelsel gerealiseerd, maar verder is er vooral stilstand.
Het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen bleef maar oplopen en dreigde over een aantal jaren richting de miljoen te gaan. Het kabinet kwam nog wel tot een verscherping van de procedures voor instroom in de WAO ('poortwachter'-bepalingen), maar de PvdA had nog altijd last van het WAO-trauma uit het kabinet-Lubbers III6 en schoof herziening van de WAO op de lange baan. Nadat de commissie-Donner advies had uitgebracht over de WAO, vroeg minister Vermeend7 (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) advies over dit advies aan de SER.
Ook op het gebied van de zorg kwamen de coalitiepartners er onderling niet meer uit. Minister Borst had een herziening van het stelsel van ziektekostenverzekeringen voorbereid waarbij het onderscheid tussen de particuliere en de ziekenfondsverzekering zou verdwijnen. De VVD wilde deze financieren met een nominale verzekeringspremie en de PvdA met een inkomensafhankelijke. Omdat beide partijen onverkort vasthielden aan hun standpunt, kwamen de hervormingsplannen tot stilstand.
Mutatie (%), tenzij anders vermeld |
1998 |
1999 |
2000 |
2001 |
2002 |
Gem. |
Verschil 2002-1998 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
BBP (niveau, mrd €) |
389,3 |
414,8 |
448,1 |
476,7 |
494,5 |
444,7 |
105,2 |
BBP |
4,5 |
5,1 |
4,2 |
2,1 |
0,1 |
3,2 |
-4,4 |
Arbeidsproductiviteit bedrijven (per uur) (%) |
2,4 |
2,2 |
3,7 |
0,9 |
0,8 |
2,0 |
-1,6 |
Relevante wereldhandel |
8,0 |
5,6 |
12,1 |
0,4 |
2,0 |
5,6 |
-6,0 |
Wereldhandelsvolume |
4,6 |
4,8 |
12,3 |
0,6 |
3,5 |
5,2 |
-1,1 |
Wereldeconomie |
2,5 |
3,6 |
4,8 |
2,5 |
3,0 |
3,3 |
0,5 |
% BBP |
1998 |
1999 |
2000 |
2001 |
2002 |
Gem. |
Verschil 2002-1998 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
EMU-saldo |
-0,9 |
0,3 |
1,9 |
-0,3 |
-2,1 |
-0,2 |
-1,2 |
EMU-schuld |
62,7 |
58,4 |
51,7 |
49,1 |
48,4 |
54,1 |
-14,3 |
Bruto collectieve uitgaven |
44,4 |
43,6 |
42,4 |
42,9 |
43,6 |
43,4 |
-0,8 |
Collectieve lasten |
36,7 |
37,5 |
37,2 |
36,0 |
35,5 |
36,6 |
-1,2 |
%, tenzij anders vermeld |
1998 |
1999 |
2000 |
2001 |
2002 |
Gem. |
Verschil 2002-1998 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Inflatie (hicp) (%) |
1,8 |
2,0 |
2,3 |
5,1 |
3,9 |
3,0 |
2,1 |
Inflatie (CPI) (%) |
2,0 |
2,1 |
2,4 |
4,1 |
3,3 |
2,8 |
1,3 |
Arbeidsinkomensquote |
73,2 |
74,3 |
74,5 |
75,0 |
75,6 |
74,5 |
2,4 |
Olieprijs (USD/vat) |
12,4 |
17,4 |
27,2 |
23,6 |
24,4 |
21,0 |
12,0 |
Contractloonmutatie marktsector |
3,3 |
3,2 |
3,2 |
4,2 |
3,5 |
3,5 |
0,2 |
Dzd, tenzij anders vermeld |
1998 |
1999 |
2000 |
2001 |
2002 |
Gem. |
Verschil 2002-1998 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Werkloosheid (%) |
4,7 |
4,1 |
3,6 |
3,3 |
3,9 |
3,9 |
-0,8 |
Werkloosheid (personen) |
369 |
323 |
291 |
271 |
315 |
313,8 |
-54,0 |
Groei werkgelegenheid (uren) (%) |
2,1 |
2,8 |
0,9 |
1,3 |
-0,5 |
1,3 |
-2,6 |
Werkloosheidsuitkeringen (uitkeringsjaren) |
236 |
193 |
157 |
145 |
163 |
178,8 |
-72,5 |
Bijstand (WWB/IOAW/IOAZ) (personen) |
451 |
409 |
372 |
350 |
341 |
384,6 |
-109,5 |
Werkloosheids- + bijstandsuitkeringen |
686 |
602 |
529 |
495 |
504 |
563,3 |
-181,9 |
Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (uitkeringsjaren) |
757 |
766 |
788 |
798 |
811 |
784,1 |
54,4 |
Uitkeringen ziekte (uitkeringsjaren) |
334 |
363 |
381 |
352 |
353 |
356,7 |
18,8 |
% |
1998 |
1999 |
2000 |
2001 |
2002 |
Gem. |
Verschil 2002-1998 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
i/a-ratio |
66,4 |
64,6 |
63,5 |
61,6 |
62,4 |
63,7 |
-4,1 |
Bruto participatiegraad 20-64 jaar |
68,5 |
69,0 |
69,8 |
69,9 |
70,8 |
69,6 |
2,3 |
Bruto participatiegraad 15-74 |
66,5 |
67,1 |
67,5 |
67,7 |
67,7 |
67,3 |
1,2 |
Netto participatiegraad 15-74 |
63,4 |
64,4 |
65,0 |
65,4 |
65,1 |
64,7 |
1,7 |
Meer over
- 1.Dit kabinet, in de wandelgangen veelal 'Paars II' genoemd, was een voortzetting van het kabinet-Kok I. Hoewel het kabinet het bijna de volle vier jaar uithield, verliep de samenwerking tussen PvdA, VVD en D66 minder soepel dan in de vorige kabinetsperiode. PvdA-leider Wim Kok werd voor de tweede keer premier.
- 2.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 3.Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
- 4.Minister van Volksgezondheid in de kabinetten-Kok en bij de verkiezingen 1998 lijsttrekker van D66. Werd na een loopbaan als arts, ziekenhuisdirecteur, hoogleraar en vicevoorzitter van de Gezondheidsraad minister in het kabinet-Kok I en in het Kok II tevens vicepremier. Tijdens haar ministerschap werden medisch-ethische kwesties geregeld zoals euthanasie, medisch-wetenschappelijk onderzoek en onderzoek met embryo's. Kreeg als minister te maken met de problematiek van wachtlijsten in de zorg en het tekort aan medisch personeel en werd hierover fel aangevallen door de oppositie van links en rechts. Deskundige minister die veel wetgeving tot stand bracht. Riep door haar liberale opvattingen in medisch-ethische kwesties in sommige kringen wel weerstand op, maar werd algemeen geacht als een wijze en betrokken bewindsvrouw.
- 5.Met twaalf jaar de langstzittende minister van Financiën. Kwam uit een eenvoudig milieu (zijn vader was kolenboer); hardwerkend en wars van dikdoenerij. Doorliep na een studie economie een ambtelijke loopbaan en werd gezaghebbend directeur van het Planbureau. Als minister in het paarse kabinet ontwikkelde hij een nieuwe begrotingsnorm die uitging van een strikte scheiding van overheidsinkomsten en -uitgaven. Was verantwoordelijk voor een omvangrijke herziening van het belastingstelsel en de invoering van de euro. Bepleitte strakke naleving van de begrotingsregels in de EU. Na de verkiezingen van 2002 fractievoorzitter en politiek leider van de VVD. Keerde echter na anderhalf jaar terug naar het ministerschap dat hem beter lag. Lag goed in het parlement zowel door zijn deskundigheid als joviale optreden. Na zijn ministerschap acht jaar voorzitter van de Raad van Bestuur van ABN AMRO.
- 6.Het kabinet-Lubbers III kon aanvankelijk profiteren van een hoge economische groei. In de loop van de kabinetsperiode zakte deze in, maar bezien over de periode 1971-2017 was de groei over de hele kabinetsperiode nog steeds bovengemiddeld.
- 7.Fiscale 'whizzkid', die na docent aan de Leidse universiteit te zijn geweest een actief Tweede Kamerlid voor de PvdA werd. Tijdens zijn lidmaatschap enkele jaren parttime hoogleraar belastingrecht in Groningen en Maastricht. Ontpopte zich als Kamerlid al als vindingrijk wetgever, onder meer via een fiscale regeling om langdurig werklozen aan werk te helpen. Als staatssecretaris in de kabinetten-Kok was hij met Zalm architect van de ingrijpende belastingherziening, die in 2001 als het belastingplan voor de 21e eeuw van kracht werd. Als minister van Sociale Zaken bracht hij een veelomvattende wijziging van de uitvoering van de werknemersverzekeringen tot stand. Hij is nu hoogleraar in Maastricht en adviseur bij Boer & Croon. Politicus die steeds 'alle cijfers' kende.