PSP en de Tweede Kamerverkiezingen tussen 1959 en 1986

Met dank overgenomen van Parlement.com.

De Pacifistisch-Socialistische Partij1 (PSP) was van 1959 tot en met 1989 doorlopend met één of meerdere zetels vertegenwoordigd in de Tweede Kamer. Het hoogtepunt van de PSP was in de jaren zestig. Toen bemande de partij vier zetels in de Kamer.

Bij de verkiezingen van 1989 kwam de partij, samen met de PPR2, CPN3 en EVP4, onder de naam 'GroenLinks5' uit. In 1991 werd de fusie van deze partijen tot GroenLinks definitief.

Inhoudsopgave

  1. Lijsttrekkers en verkiezingsprogramma's
  2. Verkiezingsuitslag

1.

Lijsttrekkers en verkiezingsprogramma's

In onderstaand overzicht is per verkiezingsjaar aangegeven wie de lijsttrekker was, welke kandidaten op de kandidatenlijsten stonden en wat het verkiezingsprogramma voor dat jaar was.

 

Jaar

Lijsttrekker

Programma (VP)

19866

Andree van Es7

VP 1986*

19828

Fred van der Spek9

VP 1982*

198110

Fred van der Spek9

VP 1981*

197711

Bram van der Lek12

PSP voor een werkelijk socialistische politiek

197213

Bram van der Lek12

VP 1972*

197114

Hans Wiebenga15

Werkprogramma 1971-1975

196716

Henk Lankhorst17

Waar het om gaat bij de verkiezingen

196318

Henk Lankhorst17

Verkiezingsmanifest

195919

Henk Lankhorst17

Verkiezingsmanifest

  • * 
    (Nog) niet beschikbaar

2.

Verkiezingsuitslag

In onderstaand overzicht is per verkiezingsjaar de verkiezingsuitslag opgenomen.

 

Jaar

Zetels

Percentage

19866

1

1,2

19828

3

2,3

198110

3

2,1

197711

1

0,9

197213

2

1,5

197114

2

1,4

196716

4

2,8

196318

4

3,0

195919

2

1,8

  • * 
    (Nog) niet beschikbaar

Voor de ontsluiting van de verkiezingsprogrogramma's is gebruik gemaakt van de collecties van Het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (dnpp) van de Rijksuniversiteit Groningen.

 

Meer over

  • PSP1

  • 1. 
    De Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP), opgericht in 1957, was een pacifistische partij, die tevens streefde naar hervorming van de maatschappij in socialistische zin. In 1990 fuseerde de partij met PPR, CPN en EVP tot GroenLinks.
     
  • 2. 
    De Politieke Partij Radikalen (PPR) was een radicaal-christelijke partij. De partij werd op 27 april 1968 opgericht door christenradicalen die zich hadden afgesplitst van vooral de Katholieke Volkspartij (KVP) en in mindere mate de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). In 1991 fuseerde de PPR met CPN, EVP en PSP tot GroenLinks.
     
  • 3. 
    De Communistische Partij van Nederland (CPN) was een communistische partij die na de Tweede Wereldoorlog veertig jaar lang (tot 1986) met een Eerste Kamerfractie en Tweede Kamerfractie vertegenwoordigd was in de Staten-Generaal. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in de periode 1946-1986 schommelde het zetelaantal van de CPN tussen de 2 en 10. De partij maakte altijd deel uit van de oppositie. Hoewel de CPN geen eigen jongerenorganisatie kende, was het Algemeen Nederlands Jeugdverbond (ANJV) politiek gezien nauw verbonden aan de CPN.
     
  • 4. 
    De EVP was een progressief-christelijke partij. De partij werd opgericht in maart 1981 als fusie van de Evangelische Progressieve Volkspartij (EPV) en een deel van de werkgroep Niet bij Brood Alleen (NBBA) van het CDA. In maart 1991 hief de partij zich op om op te gaan in een progressieve partij zonder christelijk signatuur, GroenLinks.
     
  • 5. 
    GroenLinks is een progressieve partij, die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft. De partij werd opgericht op 24 november 1990 als fusie van de Communistische Partij van Nederland (CPN), de Evangelische Volkspartij (EVP), de Politieke Partij Radikalen (PPR) en de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP). GroenLinks trok samen met de PvdA op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
     
  • 6. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1986 waren dat jaar op 21 mei. Het waren reguliere verkiezingen, nadat de zittingstermijn van de Kamer erop zat. Er lagen ook enkele Grondwetsvoorstellen voor. Grote winnaar was het CDA, dat de leuze had: 'Laat Lubbers zijn karwei afmaken'. Opmerkelijk was het verdwijnen van de CPN.
     
  • 7. 
    Strijdbaar en actief Tweede Kamerlid voor de PSP en GroenLinks. Was al op jonge leeftijd Tweede Kamerlid voor de PSP, na eerst fractiemedewerker te zijn geweest. Zette zich in voor rechten van minderjarigen, minderheden en vrouwen en voerde in vele debatten het woord. Kwam in 1986 in conflict met fractieleider Van der Spek over de koers van de partij, omdat zij voorstander was van samenwerking met CPN en PPR. Onderbrak, hoewel zij toen het enige PSP-Kamerlid was, haar Kamerlidmaatschap vanwege zwangerschap. Na haar vertrek uit de politiek onder meer werkzaam bij de omroep, directeur van 'De Balie', voorzitter van GGZ Nederland en directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties. In 2010-2014 was zij wethouder van Amsterdam.
     
  • 8. 
    Op 8 september 1982 waren er vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer. Deze waren nodig nadat het kabinet-Van Agt I al na acht maanden ten val was gekomen. De PvdA won de verkiezingen, maar kon desondanks geen aanspraak maken op regeringsdeelname. Onder leiding van Ed Nijpels maakte de VVD forse groei door, vooral ten koste van D'66. De komst van de extreemrechtse Centrumpartij zorgde voor veel beroering.
     
  • 9. 
    Erudiet, spreekvaardig en principieel PSP-Kamerlid. Was door zijn belezenheid een geducht opponent van diverse ministers van Buitenlandse Zaken (met name van Luns en Van der Klaauw). Fel bestrijder van onder meer de Amerikaanse strijd in Zuid-Oost-Azië, het Portugese kolonialisme, de Indonesische bezetting van Oost-Timor en de NAVO. Zag het Kamerlidmaatschap vooral als een mogelijkheid om buitenparlementaire actie te ondersteunen, maar nam ook veel deel aan Kamerdebatten. Vanaf 1978 fractievoorzitter. Kwam in 1986 in conflict met Andree van Es over de koers van de PSP en richtte een nieuwe partij op, die echter niet wist door te dringen tot de Tweede Kamer. Voor zijn Kamerlidmaatschap werkte hij in het onderwijs als scheikundeleraar.
     
  • 10. 
    Op 26 mei 1981 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Dit waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Tweede Kamer. Daarnaast lagen er verschillende grondwetswijzigingen voor, die definitief werden bij de Grondwetsherziening van 1983. Het CDA won de verkiezingen, D66 was de grootste stijger. Daar stond verlies tegenover van PvdA en VVD. CDA en VVD verloren hun krappe meerderheid.
     
  • 11. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1977 waren op 25 mei. Dit waren vervoegde verkiezingen, nadat het kabinet-Den Uyl in maart ten val was gekkozen. De PvdA won, met als verkiezingsleus: Kies de minister-president, tien zetels en de VVD zes. Nieuwkomer CDA deed het iets beter van KVP, ARP en CHU in 1972. Winst was er ook voor D'66. Vrijwel alle kleinere partijen verloren.
     
  • 12. 
    Bioloog die als PSP-Tweede Kamerlid als één van de eersten aandacht vroeg voor het probleem van de milieuverontreiniging. Was enige jaren leraar op de kinderwerkplaats van Kees Boeke en kwam in 1967 in de Tweede Kamer. Verving in 1972 vanwege zijn jeugdiger uitstraling Wiebenga als partijleider en lijsttrekker. Vanwege gezondheidsproblemen nam Fred van der Spek in 1977 zijn plaats over in de toen uit één persoon bestaande fractie. Vervulde nadien nog vele politieke functies, zoals Eerste Kamerlid, partijvoorzitter en lid van het Europees Parlement. Droeg als één van de eersten in de Kamer nooit een stropdas.
     
  • 13. 
    Het politieke beeld veranderde door de vervroegde Tweede Kamer­verkiezingen van 29 november 1972 drastisch. KVP en CHU verloren flink (elf zetels), waar PvdA en VVD wonnen. De PvdA bleef met Joop den Uyl als lijsttrekker de grootste. Hans Wiegel leidde de VVD naar zes zetels winst. Winnaar was ook de PPR, die vijf zetels won. Ter rechterzijde won de Boerenpartij twee zetels en behaalde de conservatief-katholieke RKPN één zetel.
     
  • 14. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1971 waren op 28 april. Het waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Kamer, maar tevens waren het grondwetsverkiezingen. Grootste partij werd de PvdA, grote nieuwkomer was DS'70 (nieuw met acht zetels). De zittende coalitie haar meerderheid verloor haar meerderheid; alle vier regeringspartijen verloren. Winst was er behalve voor DS'70 en de PvdA ook voor D'66. De nieuwe NMP kreeg twee zetels. Bij deze verkiezingen was voor het eerst de opkomstplicht afgeschaft.
     
  • 15. 
    Leraar uit Bloemendaal die in 1967 in de Tweede Kamer kwam en in 1969 Lankhorst opvolgde als politiek leider van de PSP. Was al voor de oorlog actief in de vredesbeweging en tijdens de beginjaren van de PSP een exponent van de 'ban-de-bom'-generatie in die partij. Werd eind 1972 als lijsttrekker vervangen door de jeugdiger Bram van der Lek en verliet toen de politiek. Bleef zich nadien wel inzetten voor de vredesbeweging, onder andere in de Stichting 'Verbiedt de kruisraketten'. Gedegen, vasthoudend en principieel Kamerlid, dat in de omgang zeer minzaam was.
     
  • 16. 
    Op 15 februari 1967 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze waren nodig na de val van het kabinet Cals. Het gevolg was een spectaculaire winst voor nieuwkomer D'66 en groei voor de Boerenpartij. De KVP bleef de grootste partij, ondanks een fors zetelverlies. Het waren de eerste verkiezingen na verlaging van de leeftijdsgrens van het actieve kiesrecht tot 21 jaar. De leeftijd om te kunnen worden gekozen, ging naar 25 jaar.
     
  • 17. 
    PSP'er die afkomstig was uit de kring van de vooroorlogse CDU en in de jaren zestig hét gezicht van zijn partij was. Medeoprichter van de PSP. Maakte vanaf 1959 deel uit van de PSP-Tweede Kamerfractie en werd daarvan in 1962 voorzitter. Plichtsgetrouw en nauwgezet; beminnelijk in de omgang en daardoor, ondanks zijn radicale standpunten, gewaardeerd door zijn collega-Kamerleden. Was een goed organisator. Kreeg later in zijn partij het verwijt dat hij niet fel genoeg was. Bedankte voor het Tweede Kamerlidmaatschap en stapte in 1969 over naar de Eerste Kamer.
     
  • 18. 
    Op 15 mei 1963 waren er reguliere Tweede Kamerverkiezingen. Er lagen ook enkele grondwetsvoorstellen voor. Winnaars waren de KVP, die 50 zetels behaalde en nieuwkomer Boerenpartij, die onder leiding van 'boer' Koekoek drie zetels kreeg. Kleine winst was er verder voor CPN en PSP, terwijl de PvdA juist verloor.
     
  • 19. 
    Op 12 maart 1959 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze verkiezingen waren nodig na de val van het kabinet-Drees III. Omdat de PvdA bij deze vervroegde Tweede Kamerverkiezingen twee zetels verloor, werd de KVP met 49 zetels de grootste partij. Grote stijger was de VVD met zes zetels, die daarmee voor het eerst de derde partij van het land werd. De communisten leden een zware nederlaag. Nieuwkomer was de PSP met twee zetels. De PvdA koos voor de oppositie en KVP, VVD, ARP en CHU vormden het kabinet De Quay.