Politiek leider van een partij

Politiek leiders treden naar buiten toe op als het 'boegbeeld' en het aanspreekpunt van hun partij1. Binnen hun partij moeten zij zorgen voor politieke eensgezindheid.

In verkiezingstijd is altijd de lijsttrekker2 de politiek leider van zijn partij. Buiten verkiezingstijd is bij oppositiepartijen de fractievoorzitter3 in de Tweede Kamer4 politiek leider. Bij regeringspartijen is in het algemeen ofwel een minister(-president), ofwel de fractievoorzitter in de Tweede Kamer de politiek leider.

Er kan overigens onzekerheid bestaan wie dé politiek leider is. Dat was bijvoorbeeld het geval in 2003-2006 bij de VVD5 (Van Aartsen6 en Zalm7) en is ook bij het CDA8 wel eens zo geweest (Verhagen9 of Van Haersma Buma10). Terecht is wel eens opgemerkt dat een politiek leider niet wordt gekozen, maar dat iemand dat als 'vanzelfsprekend' is. Als er discussie ontstaat over het politiek leiderschap dan is de kans op aanstaand vertrek groot.

Inhoudsopgave

  1. Wat is een politiek leider?
  2. De lijsttrekker als politiek leider
  3. Politiek leiderschap buiten verkiezingstijd

1.

Wat is een politiek leider?

Van een politiek leider wordt verwacht dat hij/zij het 'gezicht' van een partij is, die de partij aan de buitenwereld, zoals de pers en de kiezers, 'verkoopt' en zo nodig op hoofdlijnen zaken doet met de andere politieke leiders. Een politiek leider zal de mensen binnen zijn of haar partij zoveel mogelijk op één lijn moeten krijgen, zodat ze goed met elkaar kunnen samenwerken en er geen interne verdeeldheid ontstaat. Het risico hiervan is dat partijen inhoudelijk gaan verstarren.

'Politiek leider' is geen formele functie binnen Nederlandse politieke partijen. Desondanks bestaat er binnen partijen wel een hiërarchie onder de kopstukken, die veelal informeel wordt bepaald. Dit speelt zich af binnen de partijtop (de belangrijkste minister(s), fractievoorzitter en partijvoorzitter). Het is in Nederland niet gebruikelijk dat partijvoorzitters optreden als politiek leider.

Door het toenemende belang van het fenomeen 'lijsttrekkersverkiezing' binnen politieke partijen wordt de strijd om het leiderschap in toenemende mate in het openbaar uitgevochten.

Voor politieke partijen is het ook belangrijk dat inhoudelijke politieke wensen daadwerkelijk worden vertaald in beleid. Effectief politiek leiderschap draagt daar aan bij. Leiders van 'protestpartijen' of 'getuigenispartijen' richten zich minder op het realiseren van hun idealen, en meer op het uiten van gevoelens van onvrede of het aandragen van alternatieven waarvan duidelijk is dat ze niet snel in de praktijk gebracht zullen worden.

2.

De lijsttrekker als politiek leider

In de aanloop naar Tweede Kamerverkiezingen11 berust het politiek leiderschap bij de lijsttrekker2 van een partij. Als het gezag van een lijsttrekker wordt aangetast, bijvoorbeeld door uitspraken van andere kopstukken uit dezelfde partij, verkleint dat de kans op electoraal succes.

Het is in het algemeen moeilijk om een zittende minister-president12 op te volgen als leider, vanwege het prestige (en de bijbehorende premierbonus) dat een minister-president vanwege zijn functie geniet.

Zo ontstond tijdens de verkiezingscampagne van 1994 de indruk dat de vertrekkende politiek leider van het CDA, de toenmalige premier Lubbers13, het leiderschap van lijsttrekker Brinkman14 niet steunde. Lubbers verklaarde dat hij zijn stem zou gaan uitbrengen op de nummer drie op de kandidatenlijst van het CDA, Hirsch Ballin.

Tijdens de campagne voor de verkiezingen in 2002 werd het gezag van VVD-lijsttrekker Hans Dijkstal aangetast door uitspraken van voormalig politiek leider Wiegel15 en van partijvoorzitter Bas Eenhoorn16. Laatstgenoemde was van mening dat Dijkstal duidelijker taal, 'Jip-en-Janneke-taal', moest spreken.

3.

Politiek leiderschap buiten verkiezingstijd

Gedurende een kabinetsperiode is de politiek leider normaal gesproken ofwel fractievoorzitter in de Tweede Kamer ofwel minister. Bij oppositiepartijen is de politiek leider (buiten verkiezingstijd) altijd fractievoorzitter in de Tweede Kamer, bij coalitiepartijen niet altijd.

Het voordeel van een fractievoorzitter als politiek leider is dat deze niet gebonden is aan een verantwoordelijkheid als minister, en dus ook niet aan het kabinetsbeleid voor zover dat niet is vastgelegd in een regeerakkoord17.

Een fractievoorzitter is ook niet gebonden aan wat in de ministerraad18 is afgesproken. Fractievoorzitters hebben hun handen dus meer vrij voor politieke profilering dan ministers. Het optreden van Frits Bolkestein19 als fractievoorzitter van een regeringspartij tijdens het eerste paarse kabinet20 is hiervan een bekend voorbeeld.

Het voordeel van een minister als politiek leider is dat een ministerschap meer gezag met zich meebrengt. Dit argument zal niet zozeer gelden voor als mislukt beschouwde ministers, maar wel voor succesvolle ministers en zeker bij de minister-president.


Meer over

  • huidige politieke leiders
  • politieke partij1

  • 1. 
    Een politieke partij is een groep van politieke geestverwanten. Politieke partijen streven vaak meer dan één doel na, zoals bevordering van werkgelegenheid, een eerlijke inkomensverdeling, een schoon milieu of het bestrijden van criminaliteit. Omdat niet iedereen deze doelen op dezelfde wijze nastreeft, zijn er meer partijen ontstaan.
     
  • 2. 
    Een lijsttrekker is de nummer één op de kandidatenlijst van een politieke partij voor de verkiezingen. In de aanloop naar Tweede Kamerverkiezingen berust het politiek leiderschap bij de lijsttrekker van een partij.
     
  • 3. 
    Een fractievoorzitter is de leider van zijn fractie, een groep Kamerleden van dezelfde partij. Hij of zij voert het woord bij belangrijke debatten, zoals over de regeringsverklaring en bij de algemene beschouwingen over de rijksbegroting.
     
  • 4. 
    De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
     
  • 5. 
    De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
     
  • 6. 
    VVD-politicus, maar zoon van een Haagse ARP-bestuurder en minister. Begon zijn loopbaan bij de VVD-Tweede Kamerfractie, onder meer als ambtelijk secretaris, en was daarna directeur van de Telders-stichting en medewerker van minister Wiegel. Na secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken te zijn geweest, werd hij minister van Landbouw in het kabinet-Kok I. Startte een grootschalige saneringsoperatie in de varkenshouderij. Minister van Buitenlandse Zaken in het tweede kabinet-Kok. Werd in 2002 Kamerlid en in 2003 fractievoorzitter van de VVD. Mocht zich echter niet politieke leider noemen en stapte na de verloren raadsverkiezingen van 2006 op. Stond als burgemeester van Den Haag (2008-2017) goed aangeschreven bij de bevolking. Was in 2017 waarnemend commissaris van de Koning in Drenthe en van december 2017 tot juli 2018 waarnemend burgemeester van Amsterdam.
     
  • 7. 
    Met twaalf jaar de langstzittende minister van Financiën. Kwam uit een eenvoudig milieu (zijn vader was kolenboer); hardwerkend en wars van dikdoenerij. Doorliep na een studie economie een ambtelijke loopbaan en werd gezaghebbend directeur van het Planbureau. Als minister in het paarse kabinet ontwikkelde hij een nieuwe begrotingsnorm die uitging van een strikte scheiding van overheidsinkomsten en -uitgaven. Was verantwoordelijk voor een omvangrijke herziening van het belastingstelsel en de invoering van de euro. Bepleitte strakke naleving van de begrotingsregels in de EU. Na de verkiezingen van 2002 fractievoorzitter en politiek leider van de VVD. Keerde echter na anderhalf jaar terug naar het ministerschap dat hem beter lag. Lag goed in het parlement zowel door zijn deskundigheid als joviale optreden. Na zijn ministerschap acht jaar voorzitter van de Raad van Bestuur van ABN AMRO.
     
  • 8. 
    Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
     
  • 9. 
    CDA-voorman, die het tot minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende IV en vicepremier in het kabinet-Rutte I bracht, maar die in 2012 afzag van het politiek leiderschap. Zoon van een Limburgse gedeputeerde. Als (jong) historicus werd hij fractiemedewerker en, in 1989, Europarlementariër, alvorens in 1994 de overstap te maken naar de CDA-Tweede Kamerfractie. Ontpopte zich als vaardig woordvoerder asielbeleid en buitenlandse en Europese zaken. Toen Balkenende in 2002 premier werd, nam hij het fractievoorzitterschap over. Als diens secondant schuwde hij harde uithalen naar tegenstanders niet ('Met Bos bent u de klos'). Genoot van het ministerschap van BZ, maar mede vanwege rugklachten werd hij in 2010 minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Stond bekend als emotioneel en slim en als strateeg. Vanaf 2013 was hij tien jaar voorzitter van Bouwend Nederland.
     
  • 10. 
    Sybrand van Haersma Buma (1965) is sinds 26 augustus 2019 burgemeester van Leeuwarden. Hij was van 12 oktober 2010 tot 21 mei 2019 fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer en van 23 mei 2002 tot 29 mei 2019 Tweede Kamerlid. Bij de verkiezingen in van 2012 en 2017 was hij lijsttrekker van het CDA. De heer Buma was beleidsmedewerker justitie en plaatsvervangend ambtelijk secretaris van de CDA-Tweede Kamerfractie. In de Tweede Kamer hield hij zich tot hij fractievoorzitter werd vooral bezig met justitie (veiligheidsbeleid). Hij was fractiesecretaris en had zitting in het Presidium van de Kamer.
     
  • 11. 
    De leden van de Tweede Kamer worden in principe eens in de vier jaar gekozen op basis van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Ook na de val van een kabinet worden bijna altijd verkiezingen gehouden. Kiesgerechtigd zijn alle Nederlanders die op de dag van de kandidaatstelling 18 jaar of ouder zijn, mits niet het kiesrecht vanwege een veroordeling is ontnomen.
     
  • 12. 
    De minister-president, ook wel premier genoemd, is voorzitter van de ministerraad. In die functie coördineert de premier het regeringsbeleid. De minister-president is ook de minister van Algemene Zaken. De huidige minister-president is Dick Schoof.
     
  • 13. 
    Christendemocraat die twaalf jaar minister-president was. Werd in 1973 als jonge ondernemer minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl. Na zijn ministerschap en een jaar 'gewoon' Kamerlid voorzitter van de CDA-fractie. Was vier jaar steunpilaar van het kabinet-Van Agt/Wiegel. Na het mislukte kabinet-Van Agt/Den Uyl werd hij in 1982 premier en CDA-leider. Voerde in kabinetten met de VVD een 'no-nonsense'-beleid dat zorgde voor economisch herstel en vermindering van de staatsschuld. Leidde het CDA in 1986 naar verkiezingswinst en wist die in 1989 te consolideren. Werd daarna premier van een kabinet met de PvdA. Een meester in het vinden van compromisteksten, die vaak tot stand kwamen op zijn werkkamer, het torentje. Na zijn premierschap ontging hem het voorzitterschap van de Europese Commissie en de functie secretaris-generaal van de NAVO. Werd later wel onverwacht Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, maar trad in 2005 voortijdig terug. Harde werker, manager.
     
  • 14. 
    Vooraanstaand en ambitieus CDA-politicus en partijleider. Zoon van een antirevolutionaire burgemeester. Maakte als ambtenaar snel carrière en werd op jeugdige leeftijd minister in het kabinet-Lubbers I. Voerde op nogal zakelijke wijze een bezuinigingsbeleid op het gebied van welzijn, jeugdwerk en cultuur. Bedacht de term 'zorgzame samenleving'. Bracht een nieuwe Mediawet tot stand. Werd in 1989 fractieleider van het CDA en was een kritisch volger van het kabinet-Lubbers/Kok. In 1993 aangewezen als opvolger van Lubbers en voorbestemd om premier te worden. Lubbers nam tijdens de verkiezingscampagne echter afstand van hem, er kwam kritiek op zijn manier van campagnevoeren en het CDA verloor. Verliet toen de politiek. Na 1995 een invloedrijk bestuurder, onder meer als voorzitter van de belangenorganisaties van bouwondernemingen. Was in 2011-2019 CDA-fractievoorzitter in de Eerste Kamer.
     
  • 15. 
    Voorman en prominent lid van de VVD. Bevorderde in de periode 1971-1982 als (jeugdig) partijleider door een op de middengroepen en geschoolde arbeiders gerichte koers de groei van zijn partij. Zette zich sterk af tegen het kabinet-Den Uyl. Uitstekend debater en raspoliticus die optimaal gebruikmaakte van de media. Kon het goed vinden met CDA-leider Van Agt en werd in diens kabinet in 1977 vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken. Werd in 1982 commissaris van de Koningin in Friesland, maar bleef lang een vooraanstaande rol in zijn partij spelen. Stapte later over naar de organisatie van zorgverzekeraars en werd senator. Zijn tegenstem in de Eerste Kamer tegen het correctief referendum veroorzaakte in 1999 een korte kabinetscrisis. Hoffelijke man, die feitelijk vrij verlegen was en een afkeer had van scherpslijperij. Genoot graag van een goed glas en goede maaltijd.
     
  • 16. 
    Bas Eenhoorn (1946) was in 1999-2003 voorzitter van de VVD. Na drie jaar als bestuursplanoloog werkzaam te zijn geweest, begon hij een loopbaan als burgemeester. Dat ambt bekleedde hij achtereenvolgens in Schiermonnikoog (zeven jaar) en Voorburg (twaalfenhalf jaar). Daarna kwam de heer Eenhoorn in de directie van consultantsbedrijf CapGemini Ernst & Young. Kreeg veel waardering voor de wijze waarop hij als waarnemend burgemeester optrad na het schietdrama in een Alphens winkelcentrum. Hij was verder waarnemend burgemeester van Vlaardingen, Kaag en Braasem, Lansingerland en Amstelveen. Tevens was hij nationaal commissaris digitale overheid.
     
  • 17. 
    Regeringsprogramma's en regeerakkoorden hebben gemeen dat schriftelijk het voorgenomen beleid van een toekomstig kabinet wordt vastgelegd. Een regeringsprogramma kan ter goedkeuring voorgelegd worden aan de coalitiefracties, maar dit is niet strikt noodzakelijk.
     
  • 18. 
    De ministerraad is de vergadering van alle ministers onder leiding van de minister-president. Alle ministers, ook de ministers zonder portefeuille, maken deel uit van de ministerraad en hebben daarin stemrecht. Staatssecretarissen hebben alleen toegang als zij zijn uitgenodigd. In de ministerraad wordt overlegd over het algemene regeringsbeleid. De leden dragen hiervoor een collectieve verantwoordelijkheid.
     
  • 19. 
    Succesvolle en erudiete VVD-politicus, die zijn partij in 1994 en 1998 naar verkiezingsoverwinningen leidde. Afkomstig uit het bedrijfsleven (Shell) en uit hoofde van zijn functies lange tijd in het buitenland verblijvend. Was staatssecretaris van buitenlandse handel in het eerste kabinet-Lubbers en daarna een vooraanstaand VVD-Kamerlid. Volgde in 1988 Van Eekelen op als minister van Defensie en werd in 1990 politiek leider van de VVD, als tussentijdse opvolger van Voorhoeve. Bleef daarna, net als Romme (KVP) in de jaren vijftig, buiten het kabinet. Wist als geen ander het publieke debat te stimuleren door pittige uitspraken en plaatste het thema 'integratie' blijvend op de politieke agenda. In 1999-2004 Europees Commissaris voor de interne markt. Was daarna bijzonder hoogleraar in Delft en Leiden.
     
  • 20. 
    Aan dit eerste 'paarse' kabinet namen PvdA, VVD en D66 deel. Het werd op 22 augustus 1994 gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 1994. De kleur paars refereerde aan de vermenging van het rood van de PvdA en het blauw van de VVD. PvdA-leider Wim Kok, minister van financiën en vicepremier in het voorgaande kabinet-Lubbers III, werd premier.