PvdA en haar maatschappelijke wortels
In de PvdA1 hadden sociaaldemocraten vanaf het begin een sterke positie. De SDAP2 leverde de meeste leden en voormannen van de nieuwe partij. De volbloed sociaaldemocraat Drees3 werd partijleider. Die sterke positie leidde ertoe dat ook veel standpunten en symbolen van de SDAP werden overgenomen. PvdA-congressen werden bijvoorbeeld afgesloten met het zingen van de 'internationale'. Daarnaast sloot de PvdA zich aan bij de Socialistische Internationale.
![]() ![]() |
In de jaren 1946-1970 was de PvdA nauw verbonden aan de 'rode zuil'. Er waren nauwe personele banden met het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV), de VARA en de socialistische pers (Het Vrije Volk). In de Kamerfracties zaten onder meer voormannen van het NVV (zoals Oosterhuis4, Roemers5 en Baart6). PvdA-fractievoorzitter Burger7 was tevens voorzitter van de VARA en ook de hoofdredacteur van Het Vrije Volk nam deel aan de vergaderingen van het partijbestuur.
Daarnaast was er ook sprake van een meer vrijzinnig-democratische stroming, van wie bijvoorbeeld Schermerhorn8, Joekes9 en later Vondeling10 exponenten waren. Lange tijd had de PvdA-fractie een klein aantal leden in haar midden die principieel tegen kernbewapening was. Velen van hen waren afkomstig uit de vooroorlogse, pacifistische, CDU11. In de PvdA kregen bovendien katholieken en protestanten een eigen werkgemeenschap.
![]() ![]() |
In het laatste kwart van de 20e eeuw nam de sterke verwantschap met de 'rode zuil' af. Dat hing grotendeels saman met de algemene tendens van ontzuiling. Daarnaast leidde de toegenomen welvaart dat de PvdA zich meer op middengroepen ging richten. Wel kreeg de PvdA in 1986 een oud-vakbondsman, Wim Kok12, als politiek leider. Maar juist hij nam in 1995 enigszins afscheid van de oude ideologie.
Partijvoorzitter Felix Rottenberg13 (1992-1997) was medeverantwoordelijk voor vernieuwing van de Kamerfractie, waarin leden zoals Marjet van Zuijlen14 kwamen, die nauwelijks verwantschap hadden met de sociaaldemocratie. Toch is er traditioneel veel verwantschap tussen FNV en PvdA. Zo zijn de Kamerleden Gijs van Dijk15 en John Kerstens16 voormalige vakbondsbestuurders.
Meer over
- 1.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 2.De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) was een sociaaldemocratische partij, die lange tijd tevens republikeins en antimilitaristisch was. De SDAP werd in 1894 opgericht en kan als opvolger van de revolutionair-socialistische SDB (Socialistenbond) worden beschouwd. De partij was onderdeel van de socialistische zuil en nauw verbonden met organisaties als het NVV, dagblad Het Volk, de Arbeiderspers en de VARA. In 1946 ging de SDAP met VDB en CDU op in de PvdA.
- 3.'Vadertje Drees'. Eén van de grootste twintigste-eeuwse politici, onder wiens leiding na de Bevrijding zowel de dekolonisatie als de wederopbouw plaatsvonden. Overtuigd sociaaldemocraat, maar wel zeer pragmatisch ingesteld ('niet alles kan, en zeker niet alles tegelijk'). Groeide op in Amsterdam en klom op van stenograaf, SDAP-wethouder van Den Haag en Kamerlid, tot minister en minister-president. Had als wethouder van Den Haag al voor 1940 een goede naam als bestuurder. In de oorlog enige tijd gijzelaar en centrale figuur in het politieke verzet. Bracht in 1947 als minister van Sociale Zaken de Noodwet Ouderdomsvoorziening tot stand, de voorloper van de AOW. Werd zowel daardoor, als door zijn leiderschap en soberheid een populair staatsman, ook buiten zijn eigen kring. Tien jaar premier van brede coalities waarvan PvdA en KVP de kern vormden. Had goede contacten met Beel. Brak in de jaren '70 met zijn partij, de PvdA, uit onvrede over de koers. Sober levende en altijd eenvoudig gebleven man, die een zeer hoge leeftijd bereikte.
- 4.Uit een Gronings arbeidersgezin afkomstige vakbondsbestuurder en PvdA-Eerste Kamerlid. Was arbeider in de landbouw en de strokartonindustrie. Enige jaren wethouder in Oude Pekela en districtbestuurder van het NVV in Groningen. Klom in de vakbeweging op tot tweede en in 1949 eerste voorzitter. Zat samen met bestuurders van confessionele vakbonden zoals Middelhuis en Ruppert in de Eerste Kamer en gebruikte zijn Eerste Kamerlidmaatschap mede voor informeel vooroverleg. Selfmade man.
- 5.Arbeiderszoon, die de eerste academicus werd in de leiding van de vakbeweging. Was na directeur van het wetenschappelijk bureau te zijn geweest tweede voorzitter en vanaf 1958 voorzitter van het NVV en bleef dat zeven jaar. Zeer dominante en invloedrijke man in de PvdA, die sinds 1952 als woordvoerder over sociaaleconomische onderwerpen gezag had in de Tweede Kamer. Ondanks zijn felle oppositie tegen het kabinet-De Quay onderhield hij een goede relatie met minister De Pous met wie hij samen in de collegebanken had gezeten. Als burgemeester vroegtijdig afgekeurd.
- 6.Intelligente in Leiden en Amsterdam in een socialistisch arbeidersgezin opgegroeide vakbondsleider, die al op vijftienjarige leeftijd in dienst trad van de Algemene Nederlandse Metaalarbeiders Bond. Na de oorlog hoofd van de wetenschappelijke afdeling, secretaris en tenslotte een gezaghebbend voorzitter van de ANMB. Werd bij de uitbreiding in 1956 Tweede Kamerlid waar hij ruim tien jaar woordvoerder sociale zaken en industriepolitiek was. Werd in 1966 burgemeester van Zaandam, maar overleed anderhalf jaar later. Sportieve onopgesmukte man, die met mensen van allerlei slag goed kon omgaan en van wie zowel bij het volleyballen als in zijn dagelijks werk een natuurlijke leiding uitging.
- 7.PvdA-voorman die in het tijdperk-Drees, maar ook nadien, onder meer als formateur, een vooraanstaande politieke rol speelde. Was advocaat in Dordrecht en werd in 1944 als Engelandvaarder opgenomen in het kabinet-Gerbrandy. Een conflict met Gerbrandy over de naoorlogse berechting van 'foute' Nederlanders leidde tot zijn aftreden. In 1945 voor de SDAP lid van het Nood-parlement en vanaf 1952 als fractievoorzitter naast Drees de voornaamste PvdA-politicus. In 1955 en 1956 succesvol informateur. Verliet in 1962 de Tweede Kamer na kritiek op zijn ongepolijste stijl. Werd daarna senator en in 1970 staatsraad. Mede door zijn directe wijze van uitdrukken en doortastende optreden wist hij in 1973 een wig te drijven in het confessionele kamp en werd hij de architect van het kabinet-Den Uyl. Was behalve PvdA-voorman ook voorzitter van de VARA.
- 8.Medeinitiatiefnemer van de Nederlandse Volksbeweging en medeoprichter van de PvdA, die in opdracht van Wilhelmina in 1945 met Drees een kabinet formeerde waarvan hij minister-president werd. Na de verkiezingen van 1946 benoemd tot voorzitter van de Commissie-Generaal voor Nederlands-Indië om met de Indonesiërs te onderhandelen; een functie die hem veel smaad opleverde. Enige jaren Tweede Kamerlid en daarna teruggekeerd in de wetenschap. Als Eerste Kamerlid een gezaghebbend woordvoerder onderwijs en ontwikkelingssamenwerking. Nuchtere Noord-Hollandse boerenzoon die als Delfts geodetisch ingenieur een wereldvermaard geleerde werd door de introductie van fotogrammetrie in de luchtkartering. Was in de jaren dertig actief als voorzitter van 'Eenheid door Democratie'. In de bezettingstijd betrokken bij het hooglerarenverzet en gijzelaar in Sint-Michielsgestel. Pas tegen het eind van zijn leven kreeg hij de waardering die hij verdiende.
- 9.Vooraanstaande VDB- en later PvdA-politicus. Geboren in Nederlands-Indië waar hij bij een spoorwegmaatschappij werkte. Kwam in 1925 in de Kamer en was vanaf 1933 fractievoorzitter tijdens het de kabinetten-Colijn waaraan ook de VDB met Oud op financiën deelnam. Na de oorlog kozen Joekes en Oud wel voor de stap naar de PvdA, maar bedankte Oud daarvoor al spoedig. In de PvdA-fractie steunde Joekes de Indië-politiek hoewel hij altijd gematigd voorstander van zelfstandigheid van Indië was geweest. Als minister van Sociale Zaken in de kabinetten-Drees I en Drees II bracht hij belangrijke wetten tot stand zoals de Wet op de ondernemingsraden en de Werkloosheidswet. Stond bekend als een innemende gentleman, maar kropte gevoelens van onvrede soms te veel op.
- 10.PvdA-voorman, minister en Kamervoorzitter. Markante politicus uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Werd in 1946 als vrijzinnig-democraat op jonge leeftijd Tweede Kamerlid voor de PvdA en in 1958 minister van Landbouw. Volgde in 1962 Burger op als partijleider en werd een populair politicus. Verspeelde die populariteit echter grotendeels weer door zijn optreden als minister van Financiën in het kabinet-Cals. Keerde na zijn ministerschap terug in de Tweede Kamer en werd in 1972 Kamervoorzitter. Was een krachtig pleitbezorger voor een Tweede Kamer die volgens hem als 'leeuw' in plaats van als 'lam' moest optreden. Rechtlijnig, onafhankelijk en gerespecteerd Kamervoorzitter. Behendig politicus en scherpzinnig opmerker. Verongelukte - hij was inmiddels Europarlementariër - in 1979 in België.
- 11.De CDU was een protestants-christelijke, antimilitaristische partij. De partij ontstond in 1926 uit drie kleine christen-socialistische partijen. Na de Tweede Wereldoorlog ging de CDU op in de Partij van de Arbeid.
- 12.Minister-president die acht jaar lang een coalitie leidde met daarin de politieke tegenvoeters PvdA en VVD (de paarse kabinetten). Was van betrekkelijk eenvoudige komaf en klom via de vakbond op tot minister. Volgde in 1986 Den Uyl op als partijleider en was minister van Financiën in het derde kabinet-Lubbers. Voerde een stringent ombuigingsbeleid. Dat beleid werd onder zijn premierschap (Paars I) voortgezet en leidde tot groei van de werkgelegenheid. Kreeg als minister-president te maken met het debacle in Srebrenica en de bijna-crisis rond het huwelijk van de kroonprins. Zijn tweede kabinet was vooral in de laatste periode minder succesvol door problemen in de zorg en het onderwijs en dat leidde mede tot een verkiezingsnederlaag van de PvdA. Werd in 2003 minister van staat. Integere, resultaatgerichte en meer op samenbinden dan op bezielen ingestelde rasbestuurder. Internationaal gerespecteerd. Kon soms wat nors zijn als er in zijn ogen onterechte kritiek was.
- 13.Intelligente, spreekvaardige en vrijgevochte Amsterdamse sociaaldemocraat, die al op jonge leeftijd actief was in de PvdA. Als voorzitter van de Jonge Socialisten lid van het partijbestuur ten tijde van Den Uyl. Bekleedde later functies op cultureel en journalistiek gebied en werd in 1992 samen met Ruud Vreeman voorzitter van de PvdA. Stuurde aan op partijvernieuwing, hetgeen onder meer leidde tot grote wijzigingen op de kandidatenlijst. Gooide regelmatig de knuppel in het hoenderhok en was voorstander van openlijke debatten. Een ziekte dwong hem zijn voorzitterschap neer te leggen. Keerde later terug in de journalistiek als programmamaker.
- 14.Jonge, spraakmakende politica die na een korte periode in het bedrijfsleven Tweede Kamerlid voor de PvdA werd. Was één van de 'ontdekkingen' van partijvoorzitter Rottenberg. Hoewel zij uit een sociaaldemocratische familie kwam, typeerde zij zichzelf als sociaal-liberale. Hield zich als Kamerlid vooral bezig met (liberalisering) van de economische wetgeving en mediawetgeving. Werd vrij spoedig fractiesecretaris. Publiceerde een nogal opzienbarend dagboek, wat haar door fractiegenoten niet in dank werd afgenomen. Keerde enige tijd daarna tussentijds terug naar het bedrijfsleven.
- 15.Gijs van Dijk (1980) was van 23 maart 2017 tot 15 februari 2022 Tweede Kamerlid voor de PvdA. Hij was vicevoorzitter van de FNV en eerder bestuurder en afdelingshoofd bij de Algemene Onderwijsbond. Daarvoor werkte hij bij de HBO-raad. De heer Van Dijk woont in Den Burg (Texel). Hij hield zich als Kamerlid bezig met sociale zaken en werkgelegenheid, defensie, financiën, binnenlandse zaken, buitenlandse handel, wonen en rijksdienst en Koninkrijksrelaties.
- 16.Vakbondsman, die met onderbreking van ruim een jaar tussen 2017 en 2021 Tweede Kamerlid voor de PvdA was. Was voorzitter van FNV Bouw en vicevoorzitter van de FNV en werkte eerder bij de kappersvakbond en de vakbond van spoorwegbeambten. Ook was hij cao-onderhandelaar bij FNV Bouw en zelfstandig pensioenadviseur. Als Tweede Kamerlid woordvoerder sociale zaken, defensie en zorg (thuis- en verpleegzorg) en pleitbezorger van eerlijke beloning van (niet-Nederlandse) flexwerkers. Maakte deel uit van de onderzoekscommissie uitvoeringsorganisaties. Sinds 2021 is hij voorzitter van de Koepel Gepensioneerden.
- 17.PDC, februari 2021