Kabinet-Balkenende II (2003-2006)
Na de Tweede Kamerverkiezingen van 20031 werd het kabinet-Balkenende II gevormd. In dit kabinet werkten CDA2, VVD3 en D664 samen. De CDA- en VVD-bewindslieden uit het voorgaande kabinet-Balkenende I5 keerden allen terug. Jan Peter Balkenende6 (CDA) werd wederom premier. Bijzonder waren het recordaantal van vijf vrouwen in het kabinet en het feit dat D66 voor het eerst aan een centrumrechts kabinet meedeed.
De samenwerking tussen de partijen verliep soms moeizaam. In het voorjaar van 2005 was er na het aftreden van minister De Graaf zelfs enige tijd sprake van een crisissfeer7. Na herziening van het regeerakkoord en instemming van het D66-congres (2 april 2005) met dit akkoord werd de crisis echter bezworen.
Op 7 juli 2006 verleende Koningin Beatrix het kabinet ontslag, nadat de D66-fractie vanwege zijn handelen in de kwestie-Hirsi Ali het vertrouwen in de samenwerking had opgezegd. CDA en VVD vormden daarop zonder D66 het overgangskabinet-Balkenende III8.
Inhoudsopgave
Formatie
Het kabinet-Balkenende II, met CDA2, VVD3 en D664 als deelnemende partijen, kwam tot stand nadat een (eerste) poging om een kabinet van CDA en PvdA9 te formeren, was mislukt. Informateurs waren Piet Hein Donner10 en Frits Korthals Altes.
Omdat CDA en VVD samen geen meerderheid hadden en de LPF11 zichzelf had gediskwalificeerd als regeringspartij werd de voormalige coalitiepartner uit Balkenende I ingeruild door D66. Op 20 mei 2002 stond het kabinet-Balkenende II naast de koningin op het bordes.
Regeerakkoord, regeringsverklaring en beleidsprogramma
Op 16 mei 2003 presenteerden CDA, VVD en D66 het 'hoofdlijnenakkoord' 'Meedoen, meer werk en minder regels'. Op 11 juni legde premier Balkenende de regeringsverklaring af. In september kwam het kabinet verder met een beleidsprogramma 2004-2007.
datum |
wat |
tot en met |
dagen |
---|---|---|---|
27 mei 2003 |
Beëdiging12 nieuwe bewindslieden, aantreden kabinet |
29 juni 2006 |
1130 |
30 juni 2006 |
Ontslag gevraagd, kabinet demissionair13 |
6 juli 2006 |
7 |
Totale zittingsduur14 kabinet |
1137 |
Mr.Drs. J.P. Balkenende (CDA)
Viceminister-president
Mr. Th.C. de Graaf (D66) (27 mei 2003 - 23 maart 2005)
Drs. G. Zalm (VVD)
Mr. L.J. Brinkhorst (D66) (31 maart 2005 - 3 juli 2006)
Algemene Zaken
minister: Mr.Drs. J.P. Balkenende (CDA)
Buitenlandse Zaken
minister: Mr. J.G. de Hoop Scheffer (CDA) (27 mei 2003 - 3 december 2003)
minister: Dr. B.R. Bot (CDA) (3 december 2003 - 7 juli 2006)
staatssecretaris: Mr.Drs. A. Nicolaï (VVD)
minister voor Ontwikkelingssamenwerking
minister: A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven (CDA)
Justitie
minister: Mr. J.P.H. Donner (CDA)
minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie
minister: Drs. M.C.F. Verdonk (VVD)
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
minister: J.W. Remkes (VVD)
minister voor Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties
minister: Mr. Th.C. de Graaf (D66) (27 mei 2003 - 23 maart 2005)
minister: Drs. A. Pechtold (D66) (31 maart 2005 - 3 juli 2006)
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
minister: M.J.A. van der Hoeven (CDA)
staatssecretaris: Mr. M.C. van der Laan (D66) (27 mei 2003 - 3 juli 2006)
staatssecretaris: Drs. A.D.S.M. Nijs (VVD) (27 mei 2003 - 9 juni 2004)
staatssecretaris: Drs. M. Rutte (VVD) (17 juni 2004 - 27 juni 2006)
Financiën
minister: Drs. G. Zalm (VVD)
staatssecretaris: Mr.Drs. J.G. Wijn (CDA)
Defensie
minister: H.G.J. Kamp (VVD)
staatssecretaris: C. van der Knaap (CDA)
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
minister: S.M. Dekker (VVD)
staatssecretaris: Drs. P.L.B.A. van Geel (CDA)
Verkeer en Waterstaat
minister: Drs. K.M.H. Peijs (CDA)
staatssecretaris: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (VVD)
Economische Zaken
minister: Mr. L.J. Brinkhorst (D66) (27 mei 2003 - 3 juli 2006)
minister: Drs. G. Zalm (VVD) (3 juli 2006 - 7 juli 2006)
staatssecretaris: Ir. C.E.G. van Gennip (CDA)
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
minister: Dr. C.P. Veerman (CDA) (27 mei 2003 - 1 juli 2003)
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
minister: Dr. C.P. Veerman (CDA) (1 juli 2003 - 7 juli 2006)
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
minister: Mr. A.J. de Geus (CDA)
staatssecretaris: Drs. M. Rutte (VVD) (27 mei 2003 - 17 juni 2004)
staatssecretaris: H.A.L. van Hoof (VVD) (17 juni 2004 - 7 juli 2006)
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
minister: Drs. J.F. Hoogervorst (VVD)
staatssecretaris: Drs. C.I.J.M. Ross-van Dorp (CDA)
Drie keer veranderde de samenstelling van Balkenende II. Tussentijds vertrokken er twee ministers en één staatssecretaris.
-
-De Hoop Scheffer werd opgevolgd door Bot als minister van Buitenlandse Zaken
In september 2003 werd bekend dat minister De Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken secretaris-generaal van de NAVO zou worden. De voormalige diplomaat Ben Bot werd bij besluit van 30 september tot diens opvolger benoemd. De ministerswisseling kreeg op 3 december zijn beslag.
-
-Nijs werd opgevolgd door Rutte als staatssecretaris van Onderwijs
Na rel rond een interview met weekblad Nieuwe Revu trad in juni 2004 staatssecretaris Nijs van Onderwijs af. In het interview bleek dat de verhouding tussen haar en minister Van der Hoeven slecht was. Na excuses zag een Kamermeerderheid geen reden voor het vertrek van Nijs, maar een dag na het Kamerdebat gaf de top van de VVD aan dat zij beter kon aftreden. Als opvolger van Nijs werd Mark Rutte, staatssecretaris van Sociale Zaken, benoemd.
-
-Rutte werd opgevolgd door Van Hoof als staatssecretaris van Sociale Zaken
Rutte werd op zijn beurt als staatssecretaris van Sociale Zaken opgevolgd door oud-Tweede Kamerlid en oud-staatssecretaris van Defensie Henk van Hoof.
-
-De Graaf werd opgevolgd door Pechtold als minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
Op 23 maart 2005 trad minister De Graaf van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties af nadat gebleken was dat zijn voorstellen voor invoering van een gekozen burgemeester en de hervorming van het kiesstelsel niet op een meerderheid konden rekenen. Als opvolger werd D66-voorzitter en burgemeester van Wageningen Alexander Pechtold benoemd.
Het kabinet kon in de Tweede Kamer rekenen op een kleine meerderheid. Wel stapte op 2 september 2004 Geert Wilders15 uit de VVD-fractie na onenigheid over de koers van de partij. Het verlies van deze zetel bracht de meerderheid van het kabinet niet in gevaar.
In de Eerste Kamer beschikte Balkenende II over een iets ruimere meerderheid. Ook na de Eerste Kamerverkiezingen van 200316 bleef deze behouden.
CDA |
VVD |
D66 |
totaal |
|
---|---|---|---|---|
Kabinet: ministers / (staatssecretarissen) |
9/(5) |
6/(4) |
2/(1) |
17/(10) |
Tweede Kamer op 27 mei 2003 |
44 |
28 |
6 |
78 (52%) |
Eerste Kamer tot 10 juni 2003 |
20 |
19 |
4 |
43 (57,3%) |
Eerste Kamer vanaf 10 juni 2003 |
23 |
15 |
3 |
41 (54,7%) |
Bij het aantreden van het kabinet-Balkenende II, was de economische groei ongeveer stilgevallen en waren de overheidsfinanciën in hoog tempo aan het ontsporen. Vooral in de eerste fase van de kabinetsperiode werd er flink bezuinigd, waardoor het EMU-tekort vrij snel weer onder controle was. Het kabinet voerde ingrijpende hervormingen door in de sociale zekerheid en in de zorg, maar kwam ten val op het moment dat het na het 'zuur' het 'zoet' wil uitdelen.
Het kabinetsbeleid stond in het teken van hervormingen en bezuinigingen op de overheidsfinanciën. Vooral bij de sociale zekerheid vonden ingrepen plaats, zoals strengere toelatingseisen bij de WAO. Verder lukte het om het stelsel van ziektekostenverzekeringen te wijzigen.
Buitenlandse Zaken18
-
-Europese Grondwet
Tijdens het Nederlands voorzitterschap van de EU kwam op 29 oktober 2004 het ontwerp tot stand van een Grondwettelijk Verdrag (Europese Grondwet) voor de EU. Tijdens een op basis van een initiatiefwet gehouden referendum werd dit ontwerp op 1 juni 2005 afgewezen. Het kabinet had zich sterk gemaakt voor aanvaarding. Hierna werd de Europese Grondwet 'dood' verklaard.
Justitie / Vreemdelingenzaken en Integratie
-
-Pardonregeling
In 2004 werd een beperkte pardonregeling ingevoerd voor asielzoekers die al langere tijd in Nederland verbleven. Het uitzetbeleid voor uitgeprocedeerde asielzoekers werd aangescherpt. De terugkeer naar onder meer Syrië en Congo leidde tot aanvaringen van de Kamer met minister Verdonk, omdat teruggekeerde asielzoekers in die landen in problemen waren gekomen.
-
-Inburgering
Een wetsvoorstel over verplichte inburgering van alle allochtone Nederlanders leidde tot kritiek van zowel Raad van State als Tweede Kamer. Uiteindelijk werd de verplichting voor genaturaliseerde Nederlanders gekoppeld aan het wel of niet bezitten van diploma's of certificaten.
Binnenlandse Zaken19 / Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
-
-Wijziging kieswet
Minister De Graaf maakte zich sterk voor wijziging van het kiesstelsel. Hij kwam met een wijziging van de Kieswet waardoor kiezers zowel een stem op een partij als op een regionale kandidaat moesten kunnen uitbrengen. Het voorstel werd bekritiseerd en werd na het vertrek van De Graaf ingetrokken.
-
-Gekozen burgemeester
Voor invoering van de gekozen burgemeester was een grondwetswijziging nodig. Daarnaast kwam De Graaf met een wetsvoorstel dat er voor moest zorgen dat op 1 januari 2006 alle burgemeesters (ook de zittende) werden gekozen. Hiertegen rezen veel bezwaren. Onder andere de voorgestelde invoering was voor de PvdA-Eerste Kamerfractie reden om tegen de grondwetsherziening over de gekozen burgemeester te stemmen, die daardoor werd verworpen.
-
-Nationale Conventie
De Graafs opvolger Pechtold stelde een Nationale Conventie20 in, die met voorstellen moest komen voor staatkundige hervormingen. Ook stelde hij een Burgerforum over het kiesstelsel in.
Financiën21
-
-Verbetering EMU-saldo
Bij het aantreden van het kabinet waren de overheidsfinanciën niet meer onder controle. In 2000 had het EMU-overschot nog 1,9% BBP bedragen, terwijl in 2003 de EMU-tekortnorm van 3% bijna werd overschreden. Het begrotingssaldo was in 3 jaar tijd dus met zo'n 5%-punt BBP verslechterd. Uiteindelijk realiseerde het kabinet een verbetering van het EMU-saldo van 3,2%-punt BBP.
Defensie22
-
-Missie Afghanistan
Donderdag 2 februari 2006 stemde de Tweede Kamer23 in met Nederlandse deelname aan de ISAF-vredesmissie in de provincie Uruzgan, in Zuid-Afghanistan. Het kabinet stuurde hier Nederlandse militairen naar toe. De Tweede-Kamerfractie van coalitiepartij D664 stemde tegen. Volgens partijleider Dittrich24 had de missie te weinig kans van slagen omdat vechten en opbouwen te zeer vermengd worden.
Sociale Zaken en Werkgelegenheid25
-
-Omvorming WAO tot WIA
Het WAO stelsel werd hervormd. De Bijstandswet wordt vervangen door de Wet werk en bijstand, de WAO door de Wet Werk en Inkomen naar arbeidsvermogen. Werkgevers kregen een grotere plicht bij de re-integratie van zieke werknemers en de voorwaarden werden aangescherpt. Door herkeuring en aangescherpte voorwaarden daalde het aantal arbeidsongeschiktheidsjaren met bijna 1/8.
-
-Afbouw prepensioen
Het kabinet wilde de fiscale subsidiëring van VUT en prepensioen afbouwen, omdat het de lage arbeidsparticipatie van oudere werknemers onverantwoord vond met het oog op de naderende vergrijzing.
-
-Hervorming WW
De WW-vervolguitkering (een vervolguitkering na afloop van de WW-uitkering die tot 2 jaar kan duren) werd afgeschaft, zodat de WW minder als overbruggingsregeling richting prepensioen of AOW kon dienen. Later in de kabinetsperiode werd besloten tot een verkorting van de WW-duur van maximaal 5 jaar tot maximaal 38 maanden.
Volksgezondheid, Welzijn en Sport26
-
-Invoering nieuw zorgverzekeringsstelsel
Door invoering van een nieuw zorgverzekeringsstelsel verdween het onderscheid tussen particulier- en ziekenfondsverzekerden. De invoering ging gepaard met een invoering van een eigen risico en zorgtoeslag.
Normen en waarden
Een terugkerend thema tijdens deze kabinetsperiode was het debat over normen en waarden. Naar aanleiding van een kabinetsreactie op een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid debatteerde de Tweede Kamer in april 2005 over dit onderwerp. Er bestond overeenstemming over bevordering van fatsoenlijk gedrag, maar sommige partijen vreesden daarbij betutteling. De linkse oppositie vroeg ook om aandacht voor 'waarden en normen' van de kant van de overheid, bijvoorbeeld waar het ging om de behandeling van ouderen in verpleeghuizen en om het beperken van extreem hoge beloning in het bedrijfsleven.
Terreurdreiging
Op 11 maart 2004 vonden in Spanje terroristische aanslagen op treinen plaats, waarbij bijna 200 doden en 1400 gewonden vielen. Op 7 juli 2005 werden aanslagen gepleegd in de Londense metro en in een bus. Dit droeg ook in Nederland bij aan een algemeen klimaat van onveiligheid en angst voor aanslagen door extremistische moslims.
Moord op Theo van Gogh
Op 2 november 2004 werd in Amsterdam de cineast en columnist Theo van Gogh vermoord door Mohammed Bouyeri, een radicale moslim. Op het lichaam van Van Gogh werd een doodsbedreiging aan VVD-Tweede Kamerlid Ayaan Hirsi Ali27 gevonden. De moord veroorzaakte veel commotie. De discussie over integratie en asiel werd door de gebeurtenissen verscherpt. Dat werd nog versterkt toen op 10 november 2004 in het Haagse Laakkwartier een inval plaatsvond, waarbij leden van de zogenaamde Hofstadgroep (radicale islamitische jongeren) werden gearresteerd.
Paascrisis 2005
Op 22 maart 2005 kreeg het voorstel in tweede lezing tot het uit de Grondwet halen van de burgemeestersbenoeming28 geen tweederde meerderheid in de Eerste Kamer29. Een dag later trad minister Thom de Graaf30 (Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties) af. Dit gebeurde zowel vanwege de geleden nederlaag als vanwege zijn gebrek aan vertrouwen in verwezenlijking van zijn kiesrechthervorming.
De drie troonredes die het kabinet-Balkenende II opstelde, stonden vooral in het teken van het veiligheidsbeleid en de hervormingen van het kabinet om de economie weer op gang te brengen.
De 'Ayaan-crisis'
Op 30 juni 2006 bood minister-president Jan Peter Balkenende6 het ontslag aan van de bewindslieden van D66 en stelden hij en de overige bewindslieden hun portefeuilles ter beschikking. De D66-bewindslieden stapten op, nadat de D66-fractie een dag eerder het vertrouwen in minister Verdonk had opgezegd. De aanleiding van het conflict tussen D66 en minister Rita Verdonk31 was de gang van zaken rond het Nederlanderschap van VVD-Tweede Kamerlid Ayaan Hirsi Ali27.
Meer over
- 1.Op 22 januari 2003 werden er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen gehouden. De verkiezingen waren nodig na de val van het kabinet-Balkenende I. Deze val kwam doordat het CDA en de VVD het vertrouwen in hun coalitiepartner LPF hadden opgezegd. De verkiezingen stonden in het teken van de vraag of het door CDA, VVD en LPF uitgestippelde beleid kon worden voortgezet. De LPF verloor echter fors. De PvdA van Wouter Bos herstelde zich sterk ten opzichte van 2002. Het CDA bleef wel de grootste partij.
- 2.Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
- 3.De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
- 4.Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
- 5.Na acht jaar 'paars' (de kabinetten Kok I en Kok II) trad in 2002 een centrumrechtse coalitie aan van CDA en VVD samen met nieuwkomer LPF (de Lijst Pim Fortuyn). De enorme winst van deze nieuwe partij (26 zetels) bij de Tweede Kamerverkiezingen van 15 mei 2002 maakte een kabinet zonder deze partij bijna onmogelijk. CDA-leider Jan-Peter Balkenende werd de nieuwe premier.
- 6.Zeeuwse CDA-politicus die negen jaar partijleider en acht jaar premier was. Afkomstig uit de wetenschap en partijideoloog, die eigen verantwoordelijkheid van burgers voorstond. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Werd in 2001 onverwacht lijsttrekker van het CDA na de machtstrijd tussen De Hoop Scheffer en Van Rij. Leidde vanaf 2002 als premier kabinetten van wisselende samenstelling in een na de moord op Fortuyn politiek instabiele periode. Probeerde terugkeer van 'normen en waarden' op de politieke agenda te zetten. Nadat zijn tweede kabinet diverse hervormingen had doorgevoerd, was zijn vierde kabinet op dat punt minder daadkrachtig. Een bankencrisis werd wel bezworen. In zijn publieke optredens soms wat onhandig, maar niettemin - of juist daardoor - lange tijd populair en succesvol. De verkiezingen van 2010 verliepen voor zijn partij echter desastreus, waarna hij de politiek verliet. Sinds 2022 minister van staat.
- 7.Op 22 maart 2005 kreeg het voorstel in tweede lezing tot het uit de Grondwet halen van de burgemeestersbenoeming geen tweederde meerderheid in de Eerste Kamer. Een dag later trad minister Thom de Graaf (Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties) af. Dit gebeurde zowel vanwege de geleden nederlaag als vanwege zijn gebrek aan vertrouwen in verwezenlijking van zijn kiesrechthervorming.
- 8.Dit minderheidskabinet van CDA en VVD werd niet gevormd na verkiezingen, maar direct na de val van het kabinet-Balkenende II. Nadat de D66-bewindslieden uit dat kabinet gestapt waren, werden de twee opengevallen ministersposten opgevuld door andere leden van het kabinet. In plaats van aan het rompkabinet van CDA en VVD een demissionaire status toe te kennen werd missionair overgangskabinet gevormd.
- 9.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 10.Piet Hein Donner (1948) was van 1 februari 2012 tot 1 november 2018 vicepresident van de Raad van State. Hij was van 22 juli 2002 tot 21 september 2006 minister van Justitie, van 22 februari 2007 tot 14 oktober 2010 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van 14 oktober 2010 tot 16 december 2011 minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarvoor was de heer Donner onder meer voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en lid van de Raad van State (1998-2002). In 2001-2002 leidde hij een commissie die adviseerde over de WAO-problematiek en in 2002 en 2003 trad hij op als informateur. In de periode november 2006-februari 2007 was hij Tweede Kamerlid voor het CDA. Sinds december 2018 is hij minister van staat.
- 11.De Lijst Pim Fortuyn (LPF) werd opgericht in 2002 na de breuk tussen de lijsttrekker Pim Fortuyn en de partij Leefbaar Nederland. De oorzaak van de breuk was een aantal ongelukkig gekozen uitspraken in De Volkskrant door Fortuyn. De partij heette officieel: Politieke Vereniging Lijst Pim Fortuyn. Op 6 mei 2002 werd de politiek leider van de partij, Pim Fortuyn, vermoord. Desondanks maakte de LPF samen met CDA en VVD deel uit van het kabinet Balkenende I.
- 12.Bij het aantreden van een nieuw kabinet worden de nieuwe ministers en alle staatssecretarissen beëdigd. Zittende ministers gaan over in het nieuwe kabinet. Feitelijk wordt besloten het door hen gevraagde ontslag niet te verlenen (of zij komen terug op hun verzoek hun portefeuilles ter beschikking te stellen). Wel kunnen bewindslieden in het nieuwe kabinet een andere functie krijgen, maar dit wordt bij Koninklijk Besluit geregeld.
- 13.Als een kabinet of minister ontslag heeft gevraagd aan de Koning(in), maar dit ontslag nog niet is verleend, noemen we dat demissionair. Het is na 1922 gebruikelijk dat een kabinet op de dag van de verkiezingen zijn ontslag aanbiedt, tenzij het dat eerder al had gedaan vanwege een kabinetscrisis.
- 14.De zittingsperiode van een kabinet valt samen met de zittingsduur van de Tweede Kamer, namelijk vier jaar. Het is echter niet vanzelfsprekend dat alle kabinetten de rit tot het einde uitzitten. Bij een tussentijdse crisis wordt de Tweede Kamer ontbonden en komen er nieuwe verkiezingen. Op basis van de nieuwgekozen Tweede Kamer wordt een nieuw kabinet gevormd.
- 15.Geert Wilders (1963) is sinds november 2006 politiek leider van de PVV. Hij is sinds 25 augustus 1998 (met een korte onderbreking in 2002) Tweede Kamerlid. Aanvankelijk was hij dat voor de VVD, maar op 2 september 2004 werd hij een onafhankelijk Kamerlid. In 2023 was hij voor de zesde keer lijsttrekker. De heer Wilders was medewerker van de afdeling Verdragen bij de Ziekenfondsraad, wetstechnisch medewerker van de Sociale Verzekeringsraad en beleidsmedewerker en speechschrijver van de VVD-Tweede Kamerfractie. In 2010 zat hij enige tijd in de gemeenteraad van Den Haag.
- 16.Op 26 mei 2003 kozen de Provinciale Staten een nieuwe Eerste Kamer. Door de verkiezingsuitslag kon het nieuwe kabinet-Balkenende II rekenen op een meerderheid van 41 van de 75 Eerste Kamerzetels: 23 van het CDA, 15 van de VVD en 3 van D66. De populaire Johan Stekelenburg was lijsttrekker voor de PvdA. Bij de VVD kwamen op basis van voorkeursstemen 6 kandidaten in de senaat, die op basis van de lijstvolgorde geen zetel verworven zouden hebben.
- 17.- 2003
Wet werk en bijstand. De wet vervangt de Algemene Bijstandswet, de Wet inschakelingen werkzoekenden en andere regelingen om mensen zonder werk te voorzien in hun bestaan. De nadruk ligt op het realiseren van werk boven inkomen, wat een zo effectief mogelijk stelsel van regelingen vraagt. Het belang van een op arbeidsparticipatie en reïntegratie gerichte aanpak, laat onverlet dat de inkomenswaarborg een kernfunctie blijft. De centrale verantwoordelijkheid voor het bevorderen van de reïntegratie van bijstandsgerechtigden ligt bij de gemeenten, die hiervoor een eigen budget krijgen.
- 18.Het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) heeft als taak de voorbereiding, de coördinatie en de uitvoering van het buitenlands beleid.
- 19.Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft zorg voor het goed functioneren van het openbaar bestuur van ons land. De hoofdtaken zijn het bevorderen van de democratische rechtstaat, slagvaardig bestuur, zorg voor betaalbare woningen en een goede leefomgeving. Sinds 2017 behoort ook de ruimtelijke ontwikkeling tot het taakveld. Met Koninkrijksrelaties worden de relaties tussen de vier landen van het Koninkrijk bedoeld, namelijk Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
- 20.De Nationale conventie werd per 1 januari 2006 door minister Pechtold ingesteld om de vraag te beantwoorden of belangrijke elementen uit het huidige staatsbestel nog voldeden. De CDA'er Rein Jan Hoekstra was voorzitter.
- 21.Dit ministerie speelt een centrale rol bij het vertalen van het algemeen regeringsbeleid in financieel beleid. Daarnaast coördineert het de openbare uitgaven en zorgt het ministerie voor de inning van de belastinggelden. Het ministerie is verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van de financiën van lagere overheden als provincies en gemeenten. Het monetaire beleid is eveneens een zorg van dit ministerie. Het ministerie behartigt de Nederlandse, financiële belangen in Europa en de rest van de wereld.
- 22.Het ministerie van Defensie draagt de zorg voor het goed functioneren van de krijgsmacht van ons land. De krijgsmacht dient ter verdediging en bescherming van de belangen van het Koninkrijk. Daarnaast dient de krijgsmacht ter handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde.
- 23.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 24.Boris Dittrich (1955) is sinds 11 juni 2019 lid van de D66-Eerste Kamerfractie. Hij was eerder in de jaren 1994-2006 Tweede Kamerlid. In de periode 2003-2006 was hij fractievoorzitter. Voor hij Kamerlid werd, was hij advocaat en rechter bij de Arrondissementsrechtbank Alkmaar. In de Kamer hield hij zich aanvankelijk vooral bezig met justitie en later ook met terreinen als werkgelegenheid, Antilliaanse zaken, medisch-ethische zaken, cultuur, ontwikkelingssamenwerking, politie en integratie. Zette zich volop in voor de rechten van homo's en bracht vier initiatiefwetten tot stand. Na zijn Tweede Kamerlidmaatschap werkte hij bij Human Rights Watch. Is als Eerste Kamerlid woordvoerder justitie, binnenlandse zaken en asiel en Koninkrijksrelaties.
- 25.Het ministerie is onder meer belast met het algemeen sociaaleconomisch beleid, met name voor het werkgelegenheidsbeleid, arbeidsaangelegenheden en voor het inkomens- en vermogensbeleid. Het ministerie draagt ook zorg voor de sociale zekerheid in Nederland.
- 26.Dit ministerie draagt de zorg voor de volksgezondheid. Dit betreft onder andere het beleid met betrekking tot ziekenhuizen, geneesmiddelen, ziektekosten en huisartsen. Ook het welzijnsbeleid zoals de ouderenzorg, het jeugdbeleid, de verslaafdenzorg en de maatschappelijke dienstverlening behoren tot het taakveld. Daarnaast is het ministerie verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van de sport.
- 27.Intelligente, moedige, maar ook controversiële in Somalië geboren politica. Kwam na uitgehuwelijkt te zijn als asielzoekster uit Kenia naar Nederland. Studeerde politicologie in Leiden en werkte daarna bij het wetenschappelijk bureau van de PvdA. Toen die partij haar in 2002 geen kandidaat stelde voor de Tweede Kamer stapte zij over naar de VVD. Werd voor die partij een spraakmakend Kamerlid, dat zich bezighield met integratie en emancipatie. Had soms moeite met de fractiediscipline. Als opinieleidster zocht zij het debat met moslims, waarbij zij 'heilige huisjes' niet spaarde. Met name de film 'Submission' zorgde voor veel weerstand. Na de moord op Theo van Gogh, regisseur van de film, werd zij permanent bewaakt. In 2006 besloot zij zich in de VS te vestigen. Door een controverse rond haar nationaliteit werd dat vertrek bespoedigd. Werkt nu bij het American Enterprise Institute for Public Policy Research in Washington.
- 28.De burgemeester wordt in Nederland nog door de Kroon benoemd. Dat gebeurt op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties na een aanbeveling van de gemeenteraad. De minister kan de aanbeveling voor benoeming of ontslag alleen om zwaarwegende redenen weigeren, maar in de praktijk gebeurt dat vrijwel nooit.
- 29.De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
- 30.Thom de Graaf (1957) is sinds 1 november 2018 vicepresident van de Raad van State. Daarvoor was hij van 7 juni 2011 tot 20 september 2018 Eerste Kamerlid voor D66. Van juni 2015 tot juni 2018 was hij tevens fractievoorzitter. In 2007-2012 was hij burgemeester van Nijmegen en van 1 februari 2012 tot 26 september 2018 was hij voorzitter van de Vereniging Hogescholen. De heer De Graaf werd op jonge leeftijd gemeenteraadslid in Leiden en was daarnaast topambtenaar op Binnenlandse Zaken. In 1994 werd hij Tweede Kamerlid. Hij was lid van de enquêtecommissie IRT. In 1997 volgde hij Wolffensperger op als fractievoorzitter en hij leidde de D66-fractie tijdens paars II en Balkenende I, maar stapte na de verkiezingsnederlaag van 2003 op. Keerde in het kabinet-Balkenende II terug als vicepremier en minister voor Bestuurlijke vernieuwing. Zag in 2005 zijn voorstel voor de gekozen burgemeester stranden in de Senaat en trad toen af.
- 31.Spraakmakende politica in het post-Fortuyn-tijdperk. Kreeg na haar studie in Nijmegen leidinggevende functies bij onder meer het gevangeniswezen en werd in 2003 als 'buitenstaander' minister voor Vreemdelingenbeleid en Integratie in het tweede kabinet-Balkenende. Was daarna het boegbeeld van het strengere asielbeleid en greep haar toenemende populariteit aan om zich te mengen in de leiderschapsstrijd bij de VVD. Zij werd echter verslagen door Rutte, maar kreeg bij de Kamerverkiezingen in 2006 als nummer twee wel meer stemmen. Claimde toen een leidende rol in de VVD en werd later uit de fractie gezet. De door haar in 2008 opgerichte beweging 'Trots op Nederland' bleek uiteindelijk geen succes. Sinds 2022 is zij raadslid voor Hart voor Den Haag.
- 32.Nederland heeft sinds 1945 tientallen verschillende kabinetten gehad. Drees en Balkenende leidden vier kabinetten, terwijl Lubbers twaalf jaar minister-president was. Mark Rutte was dat van 2010 tot en met 2024 en ook hij leidde vier kabinetten.
- 33.Na acht jaar komt er een eind aan 'Paars'. 2002 staat in het teken van de opkomst van de politieke beweging rond Pim Fortuyn en diens gewelddadige dood. Een periode van grotere politieke instabiliteit breekt aan. De verschuivingen bij verkiezingen nemen toe en de 'centrum-partijen' (CDA, PvdA en VVD) verliezen geregeld terrein ten koste van partijen aan de politieke flanken, zoals SP en PVV. Om een meerderheidskabinet te vormen, is steeds een 'derde' partij nodig.