Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)
Dit ministerie was belast met de zorg voor de volkshuisvesting en de stadsvernieuwing, de verbetering van de kwaliteit van onze woon- en leefomgeving (milieu) en de ruimtelijke inrichting. In de periode 2007-2010 hield een projectminister zich bezig met wonen, wijken en integratie.
De taken van het departement gingen per 14 oktober 2010 deels over naar het ministerie van Infrastructuur en Milieu1. De verantwoordelijkheid voor taken op het gebied van volkshuisvesting, wijken en integratie ging over naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties2.
Specifieke beleidsterreinen waren:
-
-duurzaam produceren
-
-klimaat en luchtkwaliteit
-
-risicobeleid (chemische stoffen, nucleaire veiligheid)
-
-ruimtelijke ordening
-
-leefomgegevingskwaliteit
-
-inburgering en integratie (in de periode 2007-2010)
-
-wijken
-
-bouwbeleid
-
-huurbeleid
-
-inspectie VROM
-
-Rijksgebouwendienst
Pas sinds het einde van negentiende eeuw is er sprake van een landelijk volkshuisvestingsbeleid. In 1901 kwam de Woningwet tot stand, die zich behalve met bouw en huisvesting ook bezighield met ruimtelijke ordening (met name bestemmingsplannen). De verantwoordelijkheid hiervoor viel onder het ministerie van Binnenlandse Zaken. In 1918 gingen deze taken over naar het nieuwe ministerie van Arbeid. In 1937 werd Binnenlandse Zaken opnieuw verantwoordelijk voor het volkshuisvestingsbeleid (tot 1947).
In de jaren veertig kreeg via de instelling van het Rijksbureau voor het Nationale Plan de rijksoverheid ook een centrale rol bij de ruimtelijke ordening.
In 1945 werd het ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw ingesteld, dat speciale verantwoordelijkheid had voor onder meer herstel en nieuwbouw van woningen en gebouwen. In 1947 werd het woonruimtebeleid overgeheveld van Binnenlandse Zaken naar dit departement, dat toen de naam 'Wederopbouw en Volkshuisvesting' kreeg. In 1959 werd de naam gewijzigd in 'Volkshuisvesting en Bouwnijverheid' en in 1965 in 'Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO)'.
In de jaren zestig van de twintigste eeuw kwam er toenemende belangstelling voor milieuvraagstukken. De verantwoordelijkheid hiervoor viel grotendeels onder de ministeries van Sociale Zaken en Volksgezondheid en van Verkeer en Waterstaat. Bij het aantreden van het kabinet-Biesheuvel3 werd een nieuw ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne (Vomil) ingesteld.
In november 1982 werd 'Vomil' opgeheven en ging het deel 'Milieu' over naar VRO. De naam van het ministerie werd toen Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Voorlopers ministerie
Periode |
Naam |
|
---|---|---|
1982-2010 |
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer |
|
1965-1982 |
||
1959-1965 |
||
1947-1959 |
Meer over
- 1.Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) droeg de zorg voor het ruimtelijke beleid, het vervoersbeleid en het water- en milieubeheer van ons land. Sinds mei 2015 was het ministerie ook belast met nucleaire veiligheid en stralingsbescherming. Het ministerie werd in 2010 ingesteld, grotendeels door samenvoeging van de ministeries van Verkeer en Waterstaat en van VROM.
- 2.Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft zorg voor het goed functioneren van het openbaar bestuur van ons land. De hoofdtaken zijn het bevorderen van de democratische rechtstaat, slagvaardig bestuur, zorg voor betaalbare woningen en een goede leefomgeving. Sinds 2017 behoort ook de ruimtelijke ontwikkeling tot het taakveld. Met Koninkrijksrelaties worden de relaties tussen de vier landen van het Koninkrijk bedoeld, namelijk Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
- 3.Dit kabinet kwam tot stand na de Tweede Kamerverkiezingen van 1971. De partijen die het voorgaande kabinet-De Jong hadden gevormd (KVP, CHU, ARP en VVD) verloren bij deze verkiezingen hun meerderheid. Met nieuwkomer DS'70 als vijfde regeringspartij kon het beleid van het vorige kabinet echter voortgezet worden. Minister-president Barend Biesheuvel was afkomstig uit de ARP.
- 4.Dit ministerie was de voortzetting van het ministerie van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid. Met de naamswijziging werd bij de vorming van het kabinet-Cals het toegenomen belang van ruimtelijke ordening onderstreept.
- 5.Dit ministerie was in 1959 de voortzetting van het ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting. Door opneming van Bouwnijverheid in de naam werd de prioriteit die daaraan werd gegeven benadrukt. In 1965 werd de naam gewijzigd in Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
- 6.Dit ministerie werd in 1947 door het kabinet-Beel I ingesteld als voortzetting van het ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw. Het ministerie was verantwoordelijk voor de woningbouw en -verbetering, herstel van woningen en gebouwen, woningverdeling, krotopruiming, huurbeleid, rijksgebouwendienst, ruimtelijke ordening (Rijksdienst voor het Nationale Plan) en de Rijksdienst voor de uitvoering van werken (DUW).
- 7.De voorbereiding van beleid, wetten en regelingen vindt plaats op een ministerie (ook wel: departement). Ook bij het uitvoeren en controleren hiervan hebben ministeries een belangrijke taak, maar soms gebeurt dat ook door intern of extern verzelfstandigde organisaties of door rechtspersonen met een wettelijke taak.