Ministerie van Verkeer en Waterstaat (VW)
Dit ministerie had de zorg voor het vervoer en het verkeer te land, te water en in de lucht. Voorts was het verantwoordelijk voor de beveiliging van het land tegen het water en voor de waterhuishouding. Per 14 oktober 2010 gingen de taken van het departement over naar het nieuwe ministerie van Infrastructuur en Milieu1.
De beleidsterreinen waarmee dit ministerie zich bezighield, waren
-
-mobiliteit (personen- en goederenvervoer, infrastructuur, bereikbaarheid)
-
-verkeersveiligheid
-
-luchtvaart en luchthavens
-
-spoorwegen
-
-binnen- en zeescheepvaart, havenbeleid
-
-waterbeheer (hoofdvaarwegen, waterkwaliteit, veiligheid)
-
-Noordzeebeleid
-
-KNMI
Het departement werd in 1877 ingesteld (als ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid). In 1905 werd Waterstaat zelfstandig en in 1947 werd de naam Verkeer en Waterstaat.
Met uitzondering van de perioden 1814-1820 en 1830-1831 viel het bereidsterrein waterstaat tot 1877 onder het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het betrof de zorg voor land-, water- en spoor- en tramwegen, het waterbeheer (polders, droogmakerijen) en scheepvaart.
Het kabinet-Kappeyne van de Coppello2 stelde in 1877 het nieuwe ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid in. Tot de taken van dit ministerie behoorde tevens de zorg voor posterijen, telegrafie en telefonie (alleen in de periode 1937-1947 was dit niet het geval). Per 1 juli 1906 werd, tijdens het kabinet-De Meester3, Waterstaat een afzonderlijk departement. Een belangrijke taak was vanaf het begin van de twintigste eeuw het beleid rond de Zuiderzeewerken (afsluiting en inpolderingen).
In 1945 werd de naam Waterstaat gewijzigd in Verkeer en Energie4. Openbare Werken kwamen toen onder een nieuw departement. In 1947 kreeg het ministerie zijn huidige naam. De verantwoordelijkheid voor telecommunicatie en post ging in 2007 over van Verkeer en Waterstaat naar Economische Zaken.
Meer over
- 1.Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) droeg de zorg voor het ruimtelijke beleid, het vervoersbeleid en het water- en milieubeheer van ons land. Sinds mei 2015 was het ministerie ook belast met nucleaire veiligheid en stralingsbescherming. Het ministerie werd in 2010 ingesteld, grotendeels door samenvoeging van de ministeries van Verkeer en Waterstaat en van VROM.
- 2.De kern van dit liberale kabinet werd gevormd door de leiding van de vooruitstrevende liberale Kamerclub, met aan het hoofd Kappeyne van de Coppello. Ook de ministers Smidt, Tak van Poortvliet en De Roo van Alderwerelt behoorden daartoe. Met name minister Gleichman van Financiën was echter veel behoudender. Die innerlijke tegenstelling leidde al binnen twee jaar tot de val van het kabinet.
- 3.Dit door Goeman Borgesius geformeerde liberale minderheidskabinet werd geleid door de Unie-liberaal De Meester. Hij was een vroegere vicepresident van de Raad voor Nederlandsch-Indiė; na de Gouverneur-Generaal de hoogste gezagsdrager in Indiė. Het kabinet bestond uit Unie-liberale en vrijzinnig-democratische ministers, alsmede twee partijlozen en beschikte in geen van beide Kamers over een meerderheid.
- 4.Dit ministerie werd in juni 1945 ingesteld door het kabinet-Schermerhorn als voortzetting van het ministerie van Waterstaat. Het had de zorg voor de (in de oorlog zwaar getroffen) infrastructuur, zoals wegen, bruggen, water- en spoorwegen en voor de energiesector. In 1946 ging energie, inclusief de mijnbouw, over naar het ministerie van Economische Zaken. De naam werd toen ministerie van Verkeer.
- 5.De voorbereiding van beleid, wetten en regelingen vindt plaats op een ministerie (ook wel: departement). Ook bij het uitvoeren en controleren hiervan hebben ministeries een belangrijke taak, maar soms gebeurt dat ook door intern of extern verzelfstandigde organisaties of door rechtspersonen met een wettelijke taak.