Christen-Democratisch Jongeren Appèl (CDJA)

Met dank overgenomen van Parlement.com.
Logo CDJA

Het Christen-Democratisch Jongeren Appèl (CDJA) is een onafhankelijke politieke jongerenorganisatie die verbonden is aan het CDA1. De jongerenorganisatie kwam tot stand na een fusie van de KVPJO2 (KVP-Jongeren), ARJOS3 (ARP-Jongeren) en CHJO4 (CH-Jongeren). De organisatie is opgericht in 1981 en is lokaal, landelijk en internationaal actief. Het CDJA heeft circa vijftig afdelingen die zich richten op provinciale en lokale politiek.

Inhoudsopgave

  1. Ideologie
  2. Organisatiestructuur
  3. Prominente ex-leden
  4. Historische ontwikkeling
  5. Gegevens

1.

Ideologie

Het CDJA deelt de idealen van het christendemocratisch denken met het CDA. Dit christendemocratisch denken omvat vier pijlers: gerechtigheid, solidariteit, gespreide verantwoordelijkheid en rentmeesterschap.

2.

Organisatiestructuur

De jongerenorganisatie staat onder leiding van een dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur wordt gecontroleerd door het algemeen bestuur, waarin vertegenwoordigers van de provinciale afdelingen zitting hebben. Het CDJA kent ongeveer vijftig lokale afdelingen, die samenkomen tijdens de halfjaarlijkse congressen. Naast het congres kent het CDJA nog een partijraad, als 'plaatsvervanger' van het congres. De partijraad komt twee keer per jaar bijeen.

3.

Prominente ex-leden

  • Ank Bijleveld-Schouten5
  • Marja van Bijsterveldt6
  • Fred Borgman7
  • Wim van de Camp8
  • Camiel Eurlings9
  • Hans Huibers10
  • Eddy van Hijum11
  • Jan Kees de Jager12
  • Ad Koppejan13
  • Anne Kuik14
  • Ria Oomen-Ruijten15
  • Sander de Rouwe16
  • Mirjam Sterk17
  • Maxime Verhagen18
  • Jack de Vries19
  • Joop Wijn20
  • Corien Wortmann-Kool21

4.

Historische ontwikkeling

Al in 1971 was er sprake van een eerste vorm van samenwerking tussen de christendemocratische jongeren. De KVPJG (KVP-Jongeren) en CHJO (CHU-Jongeren) richtten in 1971 de federatie KVPJG-CHJO op. Beide organisaties streefden naar een progressieve koers. Kort na de oprichting van de federatie stortte de KVPJG in, met het einde van de federatie als gevolg.

In 1976 waagden de jongerenorganisaties een nieuwe poging tot christendemocratische samenwerking. De KVPJG was inmiddels opgeheven, maar speciaal voor deze gelegenheid richtte het KVP-hoofdbestuur een nieuwe jongerentak op: de KVPJO. De CHJO, hoewel redelijk inactief, en de ARJOS (de ARP-jongeren) waren de andere twee deelnemende organisaties. De federatie werd in 1977 opgericht, twee jaar na de federatie van de moederpartijen22.

Hoewel de moederpartijen in 1980 fuseerden, volgden de jongeren pas in 1981. Het streven van de jongeren om ook in 1980 in een gezamenlijke organisatie (het CDJA) op te gaan, werd verstoord door het ARJOS-congres. Hier haalde het voorstel tot opheffing niet de benodigde tweederde meerderheid. In januari 1981 lukte dit wel.

CDJA

De eerste jaren van het CDJA stonden in het teken van de bloedgroepenstrijd. De drie jongerenorganisaties hadden deze periode nodig om elkaar te kunnen accepteren. Daarnaast dienden ook de drie organisaties in één te integreren. Vanaf 1986 vertoonde het ledenaantal een stijgende lijn, waardoor het CDJA in rustig vaarwater terecht kwam.

De relatie van het CDJA met de moederpartij is minder streng dan bij de voorgangers. Het hoofdbestuur benoemde tot 1995, samen met het CDJA, de secretaris van de PJO. Hoewel het CDJA officieel onafhankelijk is, is het statutair gezien een 'bijzondere organisatie' voor het CDA. De jongeren hebben vertegenwoordigers in onder andere het hoofdbestuur en partijraad van de moederpartij.

5.

Gegevens

Naam

Christen-Democratisch Jongeren Appèl (CDJA)

Moederpartij

CDA

Opgericht

17 januari 1981

Ledenaantal

ongeveer 1880 (in 2017)

Ledenblad

Interruptie

Internet

www.cdja.nl

Email

secretaris@cdja.nl

Telefoon

070 34 24 851

Adres

Buitenom 18

2512 XA Den Haag

 

Meer over

  • politieke jongerenorganisaties23
  • CDA1
 

  • 1. 
    Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
     
  • 2. 
    Pas in 1947 zag de eerste officiële jongerenorganisatie van een katholieke politieke partij het licht: de Katholieke Volkspartij Jongeren Groepen (KVPJG). Deze jongerenorganisatie stond onder streng toezicht van de moederpartij. Tot de zestiger jaren waren de jongeren dan ook de partij-jeugd van de KVP.
     
  • 3. 
    De Nationale Organisatie van Anti-Revolutionaire Jongerenstudieclubs (ARJOS) was de jongerenorganisatie van de Anti-Revolutionaire Partij. De ARJOS hield zich bezig met bezinning op en vormgeving van christelijke politiek. Dit deed het onder meer door het uitgeven van brochures, het organiseren van studiebijeenkomsten, kadercursussen, meetings en conferenties en het ondersteunen van acties.
     
  • 4. 
    Sinds 1927 kende de CHU een landelijke jongerenorganisatie, die vanaf 1965 Christelijk-Historische Jongeren Organisatie (CHJO) heette. De toon richting de moederpartij werd toen kritischer en de focus van de jongeren kwam te liggen bij christendemocratische eenwording, het liefst gepaard met een progressief programma. Na verschillende fusiepogingen en een dalend ledenaantal, ging het CHJO in 1981 met de KVP-jongeren en de ARJOS op in het CDJA.
     
  • 5. 
    Ank Bijleveld (1962) was van 26 oktober 2017 tot en met 17 september 2021 minister van Defensie in het kabinet-Rutte III. Van 1 november 2019 tot 14 april 2020 was zij tevens minister voor de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst. Mevrouw Bijleveld was van 22 februari 2007 tot 14 oktober 2010 staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kabinet-Balkenende IV. Zij was Tweede Kamerlid voor het CDA in de periode 1989-2001 en in 2010. Zij was enige jaren vicefractievoorzitter en in 2010 betrokken bij de onderhandelingen tijdens de kabinetsformatie. Eerder werkte mevrouw Bijleveld bij de gemeente Hengelo (Ov.), was zij raadslid in Enschede en was zij actief bij het dekenaat van Enschede. Van 1 januari 2001 tot 22 februari 2007 was zij burgemeester van Hof van Twente en van 1 januari 2011 tot 26 oktober 2017 commissaris van de Koning(in) in Overijssel. Op 17 januari 2022 werd zij waarnemend burgemeester van Almere en bleef dat tot 1 maart 2023.
     
  • 6. 
    CDA-politica en bestuurder, die achtereenvolgens wethouder, burgemeester, partijvoorzitter, staatssecretaris, (kort) Tweede Kamerlid en minister was. Vervolgens werd zij, na drie jaar directeur van het Ronald McDonald Kinderfonds te zijn geweest, in 2016 burgemeester van Delft. Was aanvankelijk werkzaam in de gezondheidszorg en werd na een gedwongen voortijdig vertrek als wethouder van Almere op 33-jarige leeftijd burgemeester van Schipluiden. Staatssecretaris voor voortgezet onderwijs in het kabinet-Balkenende IV. Maakte zich sterk voor kwaliteitsverbetering, onder meer door een rekentoets en een leerlingvolgsysteem. Liep als minister tijdens kabinet-Rutte I niet weg voor pijnlijke bezuinigingen. Vasthoudende en toegewijde bestuurder, met een groot plichtsbesef, die zich even makkelijk verstaat met bestuurders als met 'gewone' burgers.
     
  • 7. 
    Jonggestorven CDA-politicus van AR-huize, die zich in de CDA-Tweede Kamerfractie aansloot bij de loyalisten die zich tijdens het kabinet-Van Agt/Wiegel van tijd tot tijd vooral op het gebied van buitenlands beleid en defensie tegen het kabinetsbeleid keerden. Woordvoerder volksgezondheid en levensvraagstukken en vier jaar secretaris van de Kamerfractie. Tegenstander van een euthanasieregeling. Was voor hij Tweede Kamerlid werkzaam in de bloemensector en secretaris van de Christelijke kruideniersbond. Verder was hij voorzitter van de ARJOS. Werd later gemeentebestuurder in Aalsmeer en na zijn Kamerlidmaatschap burgemeester van Nijkerk.
     
  • 8. 
    Brabants CDA-politicus, die met drieëntwintig jaren in de Tweede Kamer en tien jaar in het Europees Parlement een parlementariër pur sang was. Begon zijn loopbaan als juridisch medewerker bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, maar werd in 1986 al op jonge leeftijd, als representant van het CDJA, Kamerlid. Lange tijd woordvoerder onderwijs en daarna voor justitie, waaronder vreemdelingenbeleid en veiligheid. Was voorzitter van de Kamercommissies van Onderwijs en Justitie. Enige jaren secretaris van de CDA-fractie en lid van het Kamerpresidium. Bij de Europese verkiezingen van 2009 was hij lijsttrekker van het CDA en in het Europees Parlement hield hij zich onder meer met vervoer bezig. Opgewekte debater, die zijn zaken goed kende. Stond bekend als motorliefhebber.
     
  • 9. 
    Enthousiaste Limburgse CDA'er, die jong Tweede Kamerlid was, daarna lid van het Europees Parlement en vervolgens minister van Verkeer en Waterstaat in het vierde kabinet-Balkenende. Ging al als achtjarige met zijn vader mee naar raadsvergaderingen en was op zijn twintigste zelf raadslid in Valkenburg. Als Tweede Kamerlid woordvoerder verkeer en buitenlandse zaken en in het Europees Parlement rapporteur over de mogelijke toetreding van Turkije tot de EU. Als minister van Verkeer en Waterstaat voortvarend bij plannen tot vergroting van de wegcapaciteit. Diende een wetsvoorstel in om ter vervanging van belasting van autobezit kilometerbeprijzing in te voeren, maar dat werd niet afgehandeld. Stapte in 2010 vrij onverwacht uit de politiek en werd per 1 april 2011 directeur van de KLM. Van 1 juli 2013 tot 16 oktober 2014 was hij daarvan president-directeur.
     
  • 10. 
    Uit het CDJA afkomstig sportief Tweede Kamerlid. Was in 1989 met zijn 28 jaar het jongste lid van de CDA-fractie. Had eerder bij die fractie stage gelopen en was verder werkzaam geweest bij de Christelijke werkgevers. Was als Kamerlid actief op diverse beleidsterreinen, waaronder jeugdbeleid. Leidde verder een overkoepelend orgaan van politieke jongerenorganisaties. Keerde in 1994 evenwel niet terug als Kamerlid en vervolgde zijn loopbaan bij onderwijsorganisaties, zoals de BVE-raad, en in het bedrijfsleven. Daarna leidinggevende in de voedingsmiddelenindustrie. Was van 11 december 2021 tot 11 augustus 2023 partijvoorzitter van het CDA.
     
  • 11. 
    Eddy van Hijum (1972) is sinds 2 juli 2024 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en (derde) vicepremier in het kabinet-Schoof. Hij was van 6 december 2023 tot 2 juli 2024 Tweede Kamerlid voor NSC. Eerder was hij elf jaar Tweede Kamerlid voor het CDA. Voor hij Kamerlid werd was hij werkzaam als adviseur op het gebied van bestuurlijke organisatie en onderzoeker op het gebied van waterbeheer. Tevens was hij toen gemeenteraadslid in Zwolle. Hij maakte deel uit van de onderzoekscommissie onderhoud spoor en was fractiesecretaris en presidiumlid. In 2014 maakte hij de overstap naar de provinciale politiek en werd hij (tot 2023) gedeputeerde in Overijssel. Als Tweede Kamerlid voor NSC hield hij zich bezig met financiën, Europees en internationaal monetair beleid en financiën medeoverheden.
     
  • 12. 
    Uit de ICT-wereld afkomstige CDA-bewindspersoon, die als plaatsgenoot van premier Balkenende tot diens getrouwen behoorde. Werd, na penningmeester van het CDA te zijn geweest, in 2007 staatssecretaris van fiscale zaken in het kabinet-Balkenende IV. Toen de PvdA-bewindslieden in 2010 opstapten, werd hij minister van Financiën en hij bleef dat tot november 2012 in het kabinet-Rutte I. Had veel bemoeienis met de grote problemen in de eurozone en met name de Griekse schuldenkwestie. Stelde zich pragmatisch op. In het voorjaar van 2012 bracht hij, na de val van het kabinet het Lenteakkoord tot stand, zodat ons land aan EU-begrotingsregels voldeed. Van augustus 2014 tot maart 2020 bekleedde hij een topfunctie bij KPN. Zakelijke, nuchtere en populaire minister. Liefhebber van mooie auto's.
     
  • 13. 
    Politicus en ondernemer uit een christelijk Zeeuwse middenstandsgezin, die in 2006 voor het CDA in de Tweede Kamer kwam. Speelde in 2010 een opvallende rol toen hij zich met Kathleen Ferrier lange tijd verzette tegen samenwerking met de PVV. Begon zijn politieke loopbaan als voorzitter van het CDJA en was voor zijn voorzitterschap ook medewerker van een CDA-Tweede Kamerlid. Hij was daarna bestuurder van de Vervoersbond CNV en hoofd communicatie van het Havenbedrijf Amsterdam en vervolgens zelfstandig ondernemer. Als Zeeuws Kamerlid was hij woordvoerder visserij- en waterbeleid en later ook economische zaken. Hield zich onder andere bezig met administratieve lasten, maatschappelijk verantwoord ondernemen en kredietunies. Voornaam tegenstander van het ontpolderen van de Hedwigepolder. Energiek en werkzaam Kamerlid.
     
  • 14. 
    In Drenthe geboren christendemocrate, die haar bestuurlijke loopbaan in Groningen begon. Werd al op jonge leeftijd gemeenteraadslid en was later fractievoorzitter. Eerder was zij actief in het CDJA en fractie-assistent en liep zij stage bij een advocaten- en notarissenkantoor. Werkte bij een rechtsbureau van de Studentenorganisatie Groningen en was trainee-redacteur bij de EO-Radio. Kwam in 2017 in de Tweede Kamer en bleef ruim zes jaar lid. In de Tweede Kamer hield zij zich bezig met justitie, asielbeleid, ontwikkelingssamenwerking en preventiebeleid. Voorts was zij enige tijd vicefractievoorzitter en lid van het Presidium. Zette zich opgewekt en betrokken in bij de aanpak van problemen als mensenhandel en drugsmisbruik. In mei-september 2024 was zij tijdelijk wethouder van Woudenberg.
     
  • 15. 
    Ria Oomen (1950) was van 9 juni 2015 tot 13 juni 2023 Eerste Kamerlid voor het CDA. De uit Midden-Limburg afkomtige politica kreeg haar politieke scholing bij de KVP- en CDA-jongeren, waarvan zij landelijk voorzitter was. In 1982 werd mevrouw Oomen Tweede Kamerlid. In 1989-2014 was zij lid van het Europees Parlement, waarvoor zij in 2004 en 2009 met voorkeurstemmen werd gekozen. In het Europees Parlement was met name haar rapporteurschap (2007-2014) over de mogelijke toetreding van Turkije tot de EU van belang. Hield zich als Eerste Kamerlid onder meer bezig met sociale zaken, pensioenwetgeving en Europese zaken.
     
  • 16. 
    Opgewekte CDA-politicus, die in 2007 op zesentwintigjarige leeftijd Tweede Kamerlid werd, na vijf jaar eerder al raadslid in Bolsward te zijn geworden. Werd toen al gezien als een politiek 'talent'. Eerder was hij voorzitter van het CDJA in Friesland. Na gemeentelijk voorlichter te zijn geweest, werd hij campagneleider van de provincie Fryslân voor de Statenverkiezingen 2007. In de Kamer woordvoerder infrastructuurbeleid, openbaar vervoer, verkeersveiligheid en volkshuisvesting en voorzitter van de commissie voor Wonen en Rijksdienst. Had een belangrijk aandeel in het instellen van de Fyra-enquête. Bij de Statenverkiezingen van 2015 was hij CDA-lijsttrekker in Fryslân en in 2015-2021 was hij lid van Gedeputeerde Staten van de provincie. Sinds 1 oktober 2021 is hij burgemeester van Kampen.
     
  • 17. 
    Tien jaar een sociaal betrokken en actief Tweede Kamerlid voor het CDA. Was voor zij parlementslid werd bestuursassistent van wethouder Sjaak van der Tak van Rotterdam en daarvoor docent godsdienst en ethiek en redacteur bij de IKON. Als Kamerlid hield zij zich bezig met armoedebeleid, arbeidsverhoudingen, Wajong, sociale werkvoorziening en de WW. Maakte zich onder meer hard voor verbetering van de regeling voor schuldhulpverlening. Van november 2010 tot september 2012 was zij vicefractievoorzitter. In 2013-2015 ambassadeur jeugdwerkloosheid en daarna directeur bij MEE, de branchevereniging voor zorgverleners. Emigreerde in 2018 naar de Verenigde Staten waar zij werkzaam was als moderator en auteur. Sinds februari 2022 is zij gedeputeerde van Utrecht.
     
  • 18. 
    CDA-voorman, die het tot minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende IV en vicepremier in het kabinet-Rutte I bracht, maar die in 2012 afzag van het politiek leiderschap. Zoon van een Limburgse gedeputeerde. Als (jong) historicus werd hij fractiemedewerker en, in 1989, Europarlementariër, alvorens in 1994 de overstap te maken naar de CDA-Tweede Kamerfractie. Ontpopte zich als vaardig woordvoerder asielbeleid en buitenlandse en Europese zaken. Toen Balkenende in 2002 premier werd, nam hij het fractievoorzitterschap over. Als diens secondant schuwde hij harde uithalen naar tegenstanders niet ('Met Bos bent u de klos'). Genoot van het ministerschap van BZ, maar mede vanwege rugklachten werd hij in 2010 minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Stond bekend als emotioneel en slim en als strateeg. Vanaf 2013 was hij tien jaar voorzitter van Bouwend Nederland.
     
  • 19. 
    CDA-politicus die als voorlichter en persoonlijk assistent van Jan Peter Balkenende een flink aandeel had in electorale successen in 2002, 2003 en 2006. Hij kreeg landelijke bekendheid door de campagne van 2006 van Balkenende versus Bos. Als voorlichter deelde hij geregeld 'strategisch' informatie met de media. Eerder werkte hij onder meer als voorlichter bij de Landmacht en in de zorgsector en was hij voorzitter van het CDJA. In 2007 was hij verantwoordelijk voor de 100-dagencampagne van het kabinet-Balkenende IV. Van dat kabinet maakte hij van 18 december 2007 tot 18 mei 2010 deel uit als staatssecretaris van Defensie. Had veel bemoeienis met de aanschaf van de Joint Strike Fighter (JSF). Een persoonlijke affaire leidde in 2010 tot zijn voortijdige vertrek. In 2011 trad hij in dienst van Hill & Knowlton Strategies, een internationaal bedrijf op het gebied van communicatiestrategie. Sinds juni 2024 is hij burgemeester van Maassluis.
     
  • 20. 
    Jonge, debatvaardige econoom die als CDA-politicus snel carrière maakte in Den Haag. Kwam uit de bankwereld en werd op 29-jarige leeftijd Tweede Kamerlid. Stemde in 2000, anders dan zijn fractie, vóór openstelling van het huwelijk voor mensen met hetzelfde geslacht. Na vier jaar staatssecretaris van Economische Zaken in het kabinet-Balkenende I. Als vertrouweling van fractieleider Balkenende speelde hij een belangrijke rol bij de mislukte poging om in 2003 een CDA-PvdA-kabinet te vormen. Kort daarna werd hij staatssecretaris van fiscale zaken in het kabinet-Balkenende II. Zorgde dat er één loket kwam voor alle inkomensafhankelijke regelingen. Nadat hij minister van Economische Zaken was geweest in het kabinet-Balkenende III werd verwacht dat hij fractievoorzitter zou worden. Hij keerde echter terug naar het bankwezen en was bestuurder van een fintechbedrijf.
     
  • 21. 
    Corien Wortmann-Kool (1959) was van 20 juli 2004 tot 1 juli 2014 was zij lid van het Europees Parlement. Zij maakte namens het CDA deel uit van de fractie van de Europese Volkspartij (EVP). Mevrouw Wortmann was eerder plaatsvervangend directeur Transport en Infrastructuur bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat en verder was zij onder meer gemeenteraadslid in Zeist en lid van het dagelijks bestuur van het CDA. In het Europees Parlement speelde mevrouw Wortmann-Kool een belangrijke rol bij de versterking van het toezicht op nationale economieën en de stabiliteit van de financiële sector. In de periode 2015-023 was zij bestuursvoorzitter van het ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds).
     
  • 22. 
    Op 11 oktober 1980 werd het CDA opgericht als nieuwe partij. Daarvoor bestond het CDA al sinds 1973 als federatief verband van KVP, ARP en CHU. De gedachte aan fusie ontstond in de jaren zestig toen de drie partijen te maken kregen met fors zetelverlies. Na een moeizaam proces, waarbij met name de grondslag ter discussie stond, slaagden de drie partijen er onder leiding van Piet Steenkamp in tot een fusie te komen.
     
  • 23. 
    Vrijwel iedere in het Nederlandse parlement vertegenwoordigde politieke partij heeft een politieke jongerenorganisatie. Een politieke jongerenorganisatie is een organisatie voor jongeren die statutair is verbonden aan een politieke partij. Een politieke jongerenorganisatie bestaat normaal gesproken uit een (hoofd)bestuur, afdelingen en een congres. De afdelingen concentreren zich meestal op de studentensteden.