28215 - Verruimen van de bevoegdheid van de politierechter en de enkelvoudige kamer in hoger beroep

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Dit wetsvoorstel werd op 4 februari 2002 ingediend door de minister van Justitie, Korthals1.

 

Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is de bevoegdheid van de politierechter en de enkelvoudige kamer die in hoger beroep oordeelt te verruimen.

Inhoudsopgave

  1. Volledige titel
  2. Nota's van wijziging en amendementen
  3. Documenten
  4. Disclaimer
  5. Uitgebreide versie
  6. Parlementaire Monitor

1.

Volledige titel

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen strekkende tot het verruimen van bevoegdheid van de politierechter en de enkelvoudige kamer in hoger beroep (verruiming bevoegdheid enkelvoudige kamers)

2.

Nota's van wijziging en amendementen

Bij dit wetsvoorstel werd een amendement ingediend.

3.

Documenten

2 4 februari 2002, memorie van toelichting, nr. 3     KST59237
Memorie van toelichting
publicatie: 8 februari 2002
 

4.

Disclaimer

Dit dossier is automatisch samengesteld. Aan de technische programmering is veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

5.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.

6.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    Rotterdamse advocaat die in de VVD tot de vooruitstrevende vleugel hoorde. Kwam in 1982 in de Tweede Kamer en maakte deel uit van de enquêtecommissie RSV. Nam in tegenstelling tot Joekes afstand van de negatieve conclusie over zijn partijgenoot Van Aardenne. Woordvoerder justitie en studiefinanciering. Klom later op tot vicefractievoorzitter. Minister van Justitie in het kabinet-Kok II en van Defensie in het kabinet-Balkenende I. Trad af nadat in het rapport van enquêtecommissie bouwfraude was geconcludeerd dat hij de Kamer onvolledig had geïnformeerd. Tegenstander van te grote inperking van de persoonlijke levenssfeer. Hem werd soms verweten tamelijk lui te zijn, maar hij bracht niettemin de nodige wetgeving tot stand. Was in 2011-2014 voorzitter van de VVD.
     
  • 2. 
    Boris Dittrich (1955) is sinds 11 juni 2019 lid van de D66-Eerste Kamerfractie. Hij was eerder in de jaren 1994-2006 Tweede Kamerlid. In de periode 2003-2006 was hij fractievoorzitter. Voor hij Kamerlid werd, was hij advocaat en rechter bij de Arrondissementsrechtbank Alkmaar. In de Kamer hield hij zich aanvankelijk vooral bezig met justitie en later ook met terreinen als werkgelegenheid, Antilliaanse zaken, medisch-ethische zaken, cultuur, ontwikkelingssamenwerking, politie en integratie. Zette zich volop in voor de rechten van homo's en bracht vier initiatiefwetten tot stand. Na zijn Tweede Kamerlidmaatschap werkte hij bij Human Rights Watch. Is als Eerste Kamerlid woordvoerder justitie, binnenlandse zaken en asiel en Koninkrijksrelaties.
     
  • 3. 
    Telg van een familie van vooraanstaande juristen, die (met een onderbreking van een half jaar) bijna negen jaar Tweede Kamerlid voor de PvdA was. Was aanvankelijk actief in de PPR. Doorliep een loopbaan bij de rechterlijke macht en werd uiteindelijk advocaat-generaal van het Hof van de Nederlandse Antillen en Curaçao. In zijn fractie en de Kamer gewaardeerd vanwege zijn gedegen juridische kennis en zijn bezadigde oordeel. Hield zich in de Tweede Kamer behalve met justitie ook bezig met Europese zaken. Was later rechter in Den Haag.
     
  • 4. 
    Brabants CDA-politicus, die met drieëntwintig jaren in de Tweede Kamer en tien jaar in het Europees Parlement een parlementariër pur sang was. Begon zijn loopbaan als juridisch medewerker bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, maar werd in 1986 al op jonge leeftijd, als representant van het CDJA, Kamerlid. Lange tijd woordvoerder onderwijs en daarna voor justitie, waaronder vreemdelingenbeleid en veiligheid. Was voorzitter van de Kamercommissies van Onderwijs en Justitie. Enige jaren secretaris van de CDA-fractie en lid van het Kamerpresidium. Bij de Europese verkiezingen van 2009 was hij lijsttrekker van het CDA en in het Europees Parlement hield hij zich onder meer met vervoer bezig. Opgewekte debater, die zijn zaken goed kende. Stond bekend als motorliefhebber.
     
  • 5. 
    Kees van der Staaij (1968) is sinds 1 juni 2024 staatsraad bij de Afdeling advisering van de Raad van State. Hij was van 19 mei 1998 tot 6 december 2023 Tweede Kamerlid voor de SGP. De heer Van der Staaij was in 2010-2023 politiek leider van de SGP. Hij was eerder adjunct-chefjurist bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In de Tweede Kamer hield hij zich onder meer bezig met algemene politiek onderwerpen, veiligheid en justitie, buitenlandse zaken, Koninklijk Huis en volksgezondheid, welzijn en sport. Hij zat verder een werkgroep voor die de herziening van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer voorbereidde en in 2021 een werkgroep over versterking van de positie van de Tweede Kamer. Bij zijn vertrek was hij de nestor van de Kamer.
     
  • 6. 
    Liberaal politicus, die dertien jaar voor de VVD actief was in de landelijke politiek. Daarvoor secretaris van de Raad voor de Kunst. Was als Tweede Kamerlid woordvoerder justitie, cultuur en sociale zaken. Stond bij de aanpak van criminaliteit bekend als hardliner. In de kabinetten-Balkenende I en II staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, belast met Europese samenwerking en daarna minister voor Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties in Balkenende III. Tijdens zijn staatssecretariaat was Nederland voorzitter van de EU en speelde het referendum over de EU-Grondwet. Als minister was hij verantwoordelijk voor de slotakkoorden met de Antillen over staatkundige vernieuwing. Keerde in 2006 terug als Kamerlid en was daarna van 2011 tot 2019 voorzitter van de Raad van Bestuur van DSM.
     
  • 7. 
    Voorman van de ChristenUnie, die zijn partij in 2007 in het kabinet-Balkenende IV tot regeringsdeelname bracht. Hijzelf was in dat kabinet minister voor Jeugd en Gezin en viceminister-president. Maakte zich sterk voor betere toegankelijkheid van gezinsondersteuning. Werd in november 2002 als jonge jurist politiek leider van zijn partij, na in 1994 voor de RPF Tweede Kamerlid te zijn geworden. Verwierf snel gezag als goed debater en vanwege zijn dossierkennis. Hij was voordien vijf jaar directeur van de Marnix van Sint Aldegonde Stichting, het wetenschappelijk bureau van de RPF. In 2010 was hij tevens acht maanden minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In april 2011 verliet hij de politiek om voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland te worden.
     
  • 8. 
    Femke Halsema (1966) is sinds 12 juli 2018 burgemeester van Amsterdam. Werd in 1998, een jaar na haar breuk met de PvdA, Tweede Kamerlid voor GroenLinks en in 2002 daarvan als opvolger van Paul Rosenmöller de politiek leider. Stuurde aan op een vrijzinnig-linkse koers, maar wist in 2010 geen kabinetsdeelname te bewerkstellingen voor haar partij. Verliet in januari 2011 de politiek. Zij begon haar loopbaan na haar studie criminologie in Utrecht als universitair onderzoeker en was daarna stafmedewerker van de Wiardi Beckman Stichting. Na haar vertrek uit de Haagse politiek was zij in Tilburg bijzonder hoogleraar politiek in de 21e eeuw, publiciste en documentairemaker.
     
  • 9. 
    Advocaat uit Zevenaar, die als Eerste Kamerlid voor het CDA ruim tien jaar een gewaardeerd justitiewoordvoerder was. Stond bekend als vasthoudend, actief en toegewijd en als het juridische geweten van zijn fractie. Was enige jaren voorzitter van de vaste commissie voor Justitie. In zijn partij op diverse terreinen actief en onder meer vicevoorzitter. Stond in 2010 zeer kritisch tegenover de samenwerking met de PVV.
     
  • 10. 
    Gedegen advocate, specialiste op het gebied van het arbeidsrecht, die acht jaar Eerste Kamerlid voor GroenLinks was. Gepromoveerd op een proefschrift over de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Werd in 2003 fractievoorzitter en voerde behalve over onderwerpen op het gebied van justitie en sociale zaken dan ook over uiteenlopende onderwerpen het woord. Pleitte voor een grotere nadruk op goede uitvoerbaarheid van wetgeving en op heldere regelgeving. Deed dat in zorgvuldig opgebouwde, heldere betogen. Was nadien vijf jaar hoogleraar advocatuur aan de Universiteit van Amsterdam.
     
  • 11. 
    VVD-politicus en bestuurskundige, die een belangrijke rol speelde tijdens de formatie 2010 en daarna minister van Buitenlandse Zaken werd in het kabinet-Rutte I. Autoriteit op het gebied van veiligheids- en crisismanagement en oprichter van COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement BV. In Rotterdam en Leiden hoogleraar bestuurskunde en elf jaar Eerste Kamerlid voor de VVD, waarvan vijf jaar fractievoorzitter. Ondernam in 2010 met Wallage tevergeefs pogingen om een Paars kabinet te vormen, met GroenLinks als vierde partij. Zijn ministerschap verliep moeizaam. Had geen al te goede relatie met zijn ambtenaren. Hij kreeg verder onder meer te maken met de terechtstelling van Iraans-Nederlandse in Iran. Verdedigde met succes deelname aan missies in Afghanistan, Libië en Zuid-Soedan en zette zich in voor een vrij internet.
     
  • 12. 
    Bescheiden, principiële, pijprokende jurist uit Uddel op de Veluwe, die vijfentwintig jaar een alom gerespecteerd Eerste Kamerlid voor de SGP was. Kwam uit een boerengezin. Hij combineerde het Eerste Kamerlidmaatschap achtendertig jaar met de functie van beleidsmedewerker van de SGP-Tweede Kamerfractie. Was daarnaast geruime tijd Statenlid in Gelderland. Als lid van een kleine fractie, één periode zelfs een eenmansfractie, woordvoerder bij honderden kamerdossiers. Hoewel zijn stem in de Senaat soms de doorslag kon geven, stelde hij zich altijd nuchter en zakelijk op.
     
  • 13. 
    PvdA-Eerste Kamerlid uit Amsterdam, na geruime tijd organisatie- en bestuurskundige en beleidsambtenaar te zijn geweest. Zij was onder meer assistent van een wethouder, werkzaam bij de VNG en senior-adviseur bij organisatiebureau Berenschot. Als Kamerlid sprak zij vooral over binnenlands bestuur, privacy, cultuur en Antilliaanse zaken. Vroeg in bijzonder aandacht voor een betere positie van vrouwen en allochtonen. In 2011 speelde zij een belangrijke rol in de kritische opstelling van de Senaat bij mogelijke invoering van het elektronisch patiëntendossier (EPD); een voorstel dat uiteindelijk werd afgewezen. Haar ouders en grootouders kwamen uit Nederlands-Indië.
     
  • 14. 
    Vooraanstaande D66-politicus. Zoon van een bekende voorvechter van de Europese gedachte. Advocaat en op betrekkelijk jonge leeftijd Tweede Kamerlid. Nadat hij in 1982 niet was herkozen enige tijd partijvoorzitter. Keerde in 1986 terug in de Tweede Kamer en was daarvan een gerespecteerd lid dat onder meer een initiatiefvoorstel over euthanasie verdedigde. Hield zich als Kamerlid verder bezig met politie, justitie en binnenlands bestuur. In 1994 staatssecretaris van onder meer het grotestedenbeleid in het kabinet-Kok I. Eindigde zijn politieke loopbaan als senator. Was voorzitter van de Autoriteit Persoonsgevens (tot 2016 College Bescherming Persoonsgegevens). Humanist met grote culturele belangstelling.