Bekendmaking in Publicatieblad Europees besluit
Als dag van bekendmaking van een Europees besluit geldt de dag waarop het besluit in het Publicatieblad1 wordt bekendgemaakt, en daardoor in alle officiële talen van de Europese Unie bij het Publicatiebureau2 beschikbaar is.
Na bekendmaking treedt een besluit meestal niet direct in werking. In de meeste gevallen wordt de datum van inwerkingtreding3 vastgesteld op 20 dagen na de datum van bekendmaking, of een specifieke datum verder in de toekomst. Een besluit kan ook in delen in werking treden, per datum wordt dan aangegeven wat vanaf die datum rechtsgeldig is.
Inhoudsopgave
Europese besluiten die van algemene toepassing zijn treden in werking op de twintigste dag na de datum van bekendmaking, tenzij in het besluit een andere datum vermeld is. De datum van inwerkingtreding valt vaak samen met de datum van toepassing4. Maar als degenen tot wie het besluit is gericht meer tijd nodig hebben om zich aan het besluit aan te passen, valt de datum van toepassing op een later moment.
Bij richtlijnen en volgens de gewone wetgevingsprocedure5 vastgestelde beschikkingen6 wordt gesproken van in werking treden; bij andere beschikkingen wordt gesproken over van kracht worden.
Het kan in geval van spoed of om praktische redenen gerechtvaardigd zijn een besluit eerder in werking te laten treden dan op de twintigste dag na bekendmaking. Vooral bij verordeningen kan dit het geval zijn. De datum van inwerkingtreding mag in dat geval worden vastgesteld op de derde dag na de datum van bekendmaking. In het besluit moet in dat geval de spoedeisendheid worden aangetoond.
Slechts in heel uitzonderlijke gevallen mag de inwerkingtreding van een besluit op de dag van zijn bekendmaking zelf worden bepaald.
Redenen hiervoor kunnen zijn: het vermijden van een rechtsvacuüm of het voorkomen van speculatie. De inwerkingtreding op de dag van de bekendmaking moet in een afzonderlijke overweging van het besluit worden gemotiveerd. Dat hoeft niet wanneer de belanghebbenden goed met de gevolgde praktijk bekend zijn, zoals bij de verordeningen tot vaststelling van invoerrechten en uitvoerrestituties.
De ten opzichte van derde landen7 geldende invoerrechten en uitvoerrestituties - die de Europese Commissie dagelijks of wekelijks met een verordening vaststelt - moeten zo dicht mogelijk op het moment van inwerktreding worden vastgesteld. Dit om speculatie te voorkomen. Daarom is overeengekomen dat deze periodieke verordeningen op de dag van hun bekendmaking of op de eerste werkdag na hun bekendmaking in werking treden.
De datum van de inwerkingtreding van een besluit kan nooit op een datum in het verleden worden bepaald. Dit in tegenstelling tot de datum van toepassing4, die wel in het verleden kan liggen.
Bij uitvoeringsbesluiten mag de datum van inwerkingtreding bovendien niet afhankelijk zijn van een basisbesluit dat nog niet in werking getreden is. Eerst moet dus het basisbesluit in werking zijn getreden, voordat de daarop gebaseerde wetgeving in werking mag treden. Ook mag de datum van inwerkingtreding niet afhankelijk zijn van een voorwaarde waarvan burgers geen kennis kunnen hebben.
Meestal moet een Europees besluit (bijvoorbeeld een richtlijn of een verordening) toegepast worden vanaf de datum van inwerkingtreding3. Maar soms is meer tijd nodig om de regeling in te voeren8. Dan is er een verschil tussen de datum van inwerkingtreding enerzijds en de datum van het van toepassing worden anderzijds.
Meestal moet een Europees besluit (bijvoorbeeld een richtlijn of een verordening) toegepast worden vanaf de datum van inwerkingtreding3. Dit is echter niet altijd het geval: soms hebben degenen tot wie een besluit is gericht (de 'adressaten') meer tijd nodig om de uit dat besluit voortvloeiende verplichtingen na te komen. Dan moet een onderscheid worden gemaakt tussen de datum van inwerkingtreding enerzijds en de datum van het van toepassing worden anderzijds.
Pas indien een besluit van toepassing is, moeten de verplichtingen door iedereen worden toegepast. Vooral bij richtlijnen is vaak een termijn noodzakelijk zodat de overheid de tijd heeft om de richtlijn om te zetten in nationale, voor burgers en bedrijfsleven geldende wetgeving.
Soms wordt er naast de datum van toepassing in nationaal recht een aparte uiterste datum van omzetting aangehouden, zodat ook bedrijfsleven en burgers in de lidstaten zelf een overgangstermijn9 hebben om zich aan te passen aan de nationale wet- en regelgeving die uit de Europese richtlijn voortvloeit .
Voorbeeld
De Europese Unie stelt een richtlijn vast over schonere motoren van auto's, zodat die minder luchtvervuiling veroorzaken. De auto-industrie heeft jaren nodig om andere motoren te ontwikkelen en in productie te nemen. De richtlijn kan dus weliswaar in werking treden kort nadat die is gepubliceerd, maar de datum van toepassing zal enkele jaren later liggen.
Ook bij verordeningen waarbij gemeenschappelijke marktordeningen worden ingesteld is de datum van toepassing meestal later dan de datum van inwerkingtreding. Zo wordt het bijvoorbeeld mogelijk de bij de betrokken verordening ingestelde nieuwe organen (zoals beheerscomités10) op te richten, zodat de Europese Commissie de verdere uitvoeringsbesluiten kan vaststellen waarvoor het advies van die nieuw opgerichte organen vereist is.
Wanneer alleen een gedeelte van de bepalingen van een verordening naar een latere datum dan dat van de inwerkingtreding van de verordening verschuiven, staat in de verordening duidelijk aangegeven om welke bepalingen het gaat.
In uitzonderlijke gevallen kan een verordening met terugwerkende kracht van toepassing worden. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt voor verordeningen van tariefcontingenten. Dit kan alleen wanneer de rechtszekerheid het toelaat.
De uiterste datum van omzetting geeft de datum aan waarop een lidstaat een richtlijn of kaderbesluit11 moet hebben omgezet in nationale wet- of regelgeving. De uiterste datum van omzetting wordt door de Europese Unie bepaald en is opgenomen in het besluit. De periode tussen de datum van inwerkingtreding3 en de datum van omzetting wordt de omzettingstermijn12 genoemd.
De uiterste datum van omzetting is meestal gelijk aan de datum van toepassing4, maar gaat er soms aan vooraf. Met name bij richtlijnen die tot doel hebben het vrije verkeer van goederen, personen en diensten te waarborgen, wordt vermeden dat de lidstaten de richtlijn op uiteenlopende data in de loop van de omzettingstermijn gaan toepassen, omdat daardoor nieuwe handelsbelemmeringen kunnen ontstaan. Daarom wordt in een dergelijke richtlijn een voor alle lidstaten geldende datum vastgesteld vanaf wanneer de nationale regelgeving moet worden toegepast.
In het Europees besluit kan opgenomen zijn dat, voorafgaande aan de datum van omzetting, de Europese Commissie13 geraadpleegd moet worden of goedkeuring moet verlenen over de voorgenomen nationale maatregel. Deze periode wordt de standstillperiode genoemd, en loopt van de datum van notificatie tot de datum van omzetting.
Indien een lidstaat niet voor de uiterste datum van omzetting aan de verplichtingen voldaan heeft, kan de Europese Commissie in het geval van een richtlijn een inbreukprocedure starten wegens niet-tijdige nakoming.
Indien er bij een richtlijn of kaderbesluit een verschil tussen de datum van toepassing en de uiterste datum van omzetting is, zal het ministerie van Buitenlandse Zaken voor de voortgangsbewaking altijd de datum van omzetting aanhouden. De datum van omzetting is in Nederland gelijk aan de datum van vaststelling van de Nederlandse implementatiemaatregel. De Europese datum van toepassing4 dient in Nederland overeen te komen met de datum van inwerkingtreding van de Nederlandse implementatiemaatregel.
- 1.In het Publicatieblad staat alle nieuwe Europese wetgeving. Daarnaast staan er officiële mededelingen en bekendmakingen in. Het Publicatieblad verschijnt iedere werkdag en wordt uitgegeven in alle officiële talen van de Europese Unie. Voor wetgeving geldt dat de uitgave die in het Publicatieblad staat rechtsgeldig is. Met ingang van 1 juli 2013 is de elektronische uitgave van het PB (e-PB) leidend, voordien was alleen de papieren versie rechtsgeldig.
- 2.Het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen, kortweg het Publicatiebureau, is de uitgeverij van de Europese Unie (EU).
- 3.Europese besluiten die van algemene toepassing zijn treden in werking op de twintigste dag na de datum van bekendmaking, tenzij in het besluit een andere datum vermeld is. De datum van inwerkingtreding valt vaak samen met de datum van toepassing. Maar als degenen tot wie het besluit is gericht meer tijd nodig hebben om zich aan het besluit aan te passen, valt de datum van toepassing op een later moment.
- 4.Meestal moet een Europees besluit (bijvoorbeeld een richtlijn of een verordening) toegepast worden vanaf de datum van inwerkingtreding. Dit is echter niet altijd het geval: soms hebben degenen tot wie een besluit is gericht (de 'adressaten') meer tijd nodig om de uit dat besluit voortvloeiende verplichtingen na te komen. Dan moet een onderscheid worden gemaakt tussen de datum van inwerkingtreding enerzijds en de datum van het van toepassing worden anderzijds.
- 5.Deze procedure is de wetgevingsprocedure die standaard van toepassing is op alle besluitvorming in de Europese Unie, tenzij in de verdragen specifiek staat dat er een andere, bijzondere wetgevingsprocedure geldt. De procedure stond vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon eind 2009 bekend als de medebeslissingsprocedure. Kern van de procedure is dat zowel de Raad van Ministers als het Europees Parlement een beslissende stem hebben in het wetgevingsproces, én dat allebei de instellingen de mogelijkheid hebben om een voorstel aan te passen.
- 6.Dit type bindend besluit van de Europese Unie, dat sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon niet meer wordt toegepast, bevatte regels voor individuele burgers, organisaties of lidstaten. Degenen voor wie de regels gelden, moesten afzonderlijk in de beschikking worden genoemd.
- 7.Dit zijn landen die geen lid zijn van de Europese Unie. De term 'derde landen' wordt vaak gebruikt als het gaat om afspraken tussen twee of meer EU-lidstaten en een ander land.
- 8.Per geval wordt bekeken hoe een regel wordt omgezet. In sommige gevallen zal de invoering door middel van een wet moeten gebeuren, in andere gevallen kan volstaan worden met ministeriële regelingen of besluiten. Vaak zijn meerdere implementatiemaatregelen noodzakelijk.
- 9.Als er Europese regels zijn vastgesteld, hebben de landen die lid zijn van de Europese Unie, vaak tijd nodig om zich aan te passen aan de nieuwe regels. Ook bedrijven uit die landen moeten zich vaak op de nieuwe regels kunnen voorbereiden. Daarom wordt soms een termijn afgesproken dat de oude regels nog even blijven gelden: de overgangstermijn.
- 10.Dit type comitologie-comité adviseert de Europese Commissie over de door de Commissie voorgestelde implementatiemaatregelen op het gebied van het gemeenschappelijk landbouw- en visserijbeleid en op het gebied van de uitvoering van programma's met aanzienlijke gevolgen voor de Europese begroting.
- 11.Dit type bindende besluit van de Europese Unie, dat sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon niet meer wordt toegepast, regelde dat nationale lidstaten wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen onderling konden aanpassen, maar het eindresultaat werd vastgesteld. Het kaderbesluit werd alleen gebruikt op het terrein van justitie en binnenlandse zaken of - later - politiële en justitiële samenwerking in strafzaken.
- 12.Nationale overheden krijgen bij richtlijnen en kaderbesluiten een bepaalde termijn vanaf de datum van inwerkingtreding van het Europese besluit tot de uiterste datum van omzetting om de Europese richtlijn om te zetten in nationale wetgeving (implementatie).
- 13.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.