Bataafse parlementen 1798-1806
In de periode 1796-1806 zijn er enkele 'parlementen' geweest. Dat waren Volksvertegenwoordigingen of Wetgevende Lichamen, waarvan de leden werden gekozen of benoemd. Aanvankelijk (tot 1798) hadden de 'parlementen' alleen tot doel een Grondwet (Staatregeling of constitutie) op te stellen.
Overzicht
-
Eerste Nationale Vergadering (1796-1797)
De Eerste Nationale Vergadering bestond in de periode 1 maart 1796 tot en met 31 augustus 1797 en telde 126 leden. De leden werden gekozen door een kiescollege, dat op haar beurt door grondvergaderingen was gekozen. In ieder district (met 15.000 kiezers) waren er 30 grondvergaderingen. Aan de verkiezingen van de grondvergaderingen mochten alle mannen van twintig jaar en ouder deelnemen, mits zij het oude regeringssysteem hadden afgezworen.
-
Tweede Nationale Vergadering (1797-1798) en Constituerende Vergadering (januari-mei 1798)
De Tweede Nationale Vergadering bestond in de periode 1 september 1797 tot 22 januari 1798. Na de verwerping van de ontwerp-Constitutie moest een nieuw ontwerp worden gemaakt. Daartoe werd wederom een commissie van eenentwintig leden in het leven geroepen. Net als in de Eerste Nationale Vergadering1 werden de leden die daarin zitting hadden, vervangen door gekozen plaatsvervangers.
-
Vertegenwoordigend Lichaam (mei-juni 1798)
De Constituerende Vergadering2 riep zichzelf op 4 mei 1798 uit tot Vertegenwoordigend Lichaam. Er kwam bovendien een vijf leden tellend Uitvoerend Bewind3, bijgestaan door acht agenten (ministers).
-
Intermediair Wetgevend Lichaam (juni-juli 1798)
Na de staatsgreep van 12 juni 1798 kwam er een Intermediair Wetgevend Lichaam, dat overeenkomstig de staatsregeling van 1798 verkiezingen uitschreef voor een Vertegenwoordigend Lichaam. Dat nieuwe parlement kwam op 31 juli 1798 voor het eerst bijeen.
-
Vertegenwoordigend Lichaam (1798-1801)
Overeenkomstig de staatsregeling van 1798 werden, na de omwenteling van juni dat jaar, verkiezingen uitgeschreven voor een Vertegenwoordigend Lichaam. Dat nieuwe parlement kwam op 31 juli 1798 voor het eerst bijeen. Het Vertegenwoordigend Lichaam verdeelde zich na eerste bijeenkomst in twee Kamers. De Eerste Kamer telde 64 leden, de Tweede Kamer 30 leden. De leden (representanten) werden aangeduid als 'burger'.
-
Wetgevend Lichaam (1801-1805)
In plaats van een Vertegenwoordigend Lichaam komt er in 1801 een Wetgevend Lichaam (Wetgevend Lichaam van het Bataafse Gemenebest), dat uit 35 leden bestaat. Dat is een getrapt gekozen nationaal parlement, met beperkte bevoegdheden.
-
Wetgevend Lichaam (1805-1806)
Het Wetgevend Lichaam ten tijde van het bewind van Rutger Jan Schimmelpenninck4 (1805-1806) bestond uit negentien leden. Het waren deels oude regenten, zoals Six van Oterleek5, Van Foreest6 en Van Styrum7, en deels gematigde patriotten, zoals Van Hooff8 en De Vos van Steenwijk9.
Meer over
- 1.De Eerste Nationale Vergadering bestond in de periode 1 maart 1796 tot en met 31 augustus 1797 en telde 126 leden. De leden werden gekozen door een kiescollege, dat op haar beurt door grondvergaderingen was gekozen. In ieder district (met 15.000 kiezers) waren er 30 grondvergaderingen. Aan de verkiezingen van de grondvergaderingen mochten alle mannen van twintig jaar en ouder deelnemen, mits zij het oude regeringssysteem hadden afgezworen.
- 2.De Tweede Nationale Vergadering bestond in de periode 1 september 1797 tot 22 januari 1798. Na de verwerping van de ontwerp-Constitutie moest een nieuw ontwerp worden gemaakt. Daartoe werd wederom een commissie van eenentwintig leden in het leven geroepen. Net als in de Eerste Nationale Vergadering werden de leden die daarin zitting hadden, vervangen door gekozen plaatsvervangers.
- 3.Tussen januari 1798 en oktober 1801 is er een staatsbestel met, naast een nationaal parlement, een Uitvoerend Bewind. Dat is een meerdere leden tellende nationale regering. Aanvankelijk bestaat het Uitvoerend Bewind uit radicaal-democraten, maar na een staatsgreep in juni 1798 komen gematigder bestuurders aan de macht.
- 4.Telg uit een adellijke Gelders-Overijsselse familie die al als student actief was in de patriottenbeweging. Advocaat in Amsterdam. Kwam na de omwenteling van 1795 in het voorlopige stadsbestuur. Behoorde als lid van de Nationale Vergadering tot de gematigde unitarissen. Werd in 1798 Bataafs ambassadeur in Parijs en speelde een belangrijke rol bij het verdedigen van de Nederlandse belangen. In 1802 gezant in Londen, maar later teruggekeerd in Parijs. Nam op verzoek van Napoleon in 1805 als raadpensionaris de regering over van het Staatsbewind. Na een jaar vervangen door koning Louis Napoleon. Tijdens de inlijving was hij senator in Parijs. Als Eerste Kamerlid onder Willem I voerde hij oppositie tegen enkele financiële voorstellen. Trad terug uit het openbare leven vanwege een oogaandoening.
- 5.Uit een Amsterdamse regentenfamilie stammende volksvertegenwoordiger en minister. Was in de Bataafse tijd advocaat en werd in 1805 lid van het Wetgevend Lichaam. In 1808 kwam hij onder koning Lodewijk in de Staatsraad en werd hij directeur-generaal van de publieke schuld. Onder soeverein vorst Willem was hij de eerste die de leiding had van het ministerie van Financien (vanaf 1815 voerde hij ook de titel minister). Verdedigde de voorstellen om de invoerrechten te verhogen op suiker en koffie. Werd later overvleugeld en vervangen door directeur-generaal van de indirecte belastingen Appelius. Stond niet al te goed aangeschreven en leed enkele parlementaire nederlagen.
- 6.Jurist, exponent van een prominente Alkmaarse regentenfamilie. Patriottisch gezind bestuurder tijdens stadhouder Willem V. Werd vanwege zijn lidmaatschap van het Comité ter defensie van Holland en Utrecht op 11 oktober 1787 door de Staten uit alle ambtsbetrekkingen gezet, zoals prinses Wilhelmina had geëist. Speelde vanaf 1795 echter weer een rol als bestuurder, jurist of volksvertegenwoordiger onder alle besturen die ons land tot 1813 kende. Had in 1814 zitting in de Notabelenvergadering en was nadien lid van Gedeputeerde Staten.
- 7.Haarlemse regent, archetypische windvaan die tussen 1783 en zijn dood in 1824 bestuurlijke functies vervulde onder alle regeringsvormen die Nederland toen kende. Was stedelijk bestuurder onder zowel stadhouder Willem V als onder de Bataafse Republiek. Vervolgens lid van het Wetgevend Lichaam tijdens het Staatsbewind, Schimmelpenninck en Lodewijk Napoleon. Werd na de inlijving van Holland in het Franse keizerrijk prefect van de Franse havenstad Nantes. Eindigde zijn carrière in het Koninkrijk van Willem I als Haarlems gemeenteraadslid.
- 8.Patriot en lakenkoopman uit Eindhoven, die in de jaren tachtig van de achttiende eeuw enige tijd gevangen zat en daarna naar Frankrijk vluchtte. In 1792 één van de oprichters van het comité revolutionair batave. Keerde in 1796 terug naar Brabant en maakte deel uit van de Nationale Vergadering. Als moderaat in 1798 gevangen, maar na zijn vrijlating lid van het Uitvoerend Bewind. Was onder koning Lodewijk Napoleon minister en daarna bestuurder in Oost-Friesland.
- 9.Drents/Overijsselse patriot, die in 1783 deel uitmaakte van het gevolg van de eerste gezant naar de Verenigde Staten. Na de Pruisische interventie en het herstel van de Oranjes in 1787 moest hij zijn bestuursfuncties neerleggen, maar na 1795 keerde hij terug als representant. Vanwege zijn federalistische sympathieën werd hij in januari 1798 gevangengenomen. In 1802 wederom bestuurder in Overijssel en tijdens de inlijving senator in Parijs. Na de herwinning van de onafhankelijkheid werd hij gedeputeerde van Overijssel en in 1816 benoemde Willem I hem tot Eerste Kamerlid.
- 10.Onder de Bataafs-Franse tijd verstaan we de periode tussen 1795 en 1813 waarin de Nederlanden onder Franse invloed stonden. Tot 1806 is er sprake van een overwegend Nederlands bestuur, daarna nemen de Fransen de touwtjes zelf in handen, eerst onder koning Lodewijk Napoleon en vanaf 1810 door inlijving bij het Franse keizerrijk.