Tussentijds vertrek uit de Tweede Kamer
Een deel van de Tweede Kamerleden1 vertrekt tussentijds. Dat is vooral het geval door benoemingen tot minister2 of staatssecretaris3, omdat die ambten niet verenigbaar zijn met het Kamerlidmaatschap. Daarnaast stromen leden soms door naar andere functies, kunnen er conflicten ontstaan of kan ziekte leiden tot het niet langer kunnen vervullen van de functie.
Indien een Kamerlid door een conflict uit de fractie stapt of wordt gezet, is vertrek niet noodzakelijk maar bestaat de keuze als onafhankelijk Kamerlid aan te blijven of zich aan te sluiten bij de fractie van een andere partij.
Zowel door wisselend kiezersgedrag als door grotere doorstroming bij verkiezingen en door tussentijds vertrek is de parlementaire ervaring4 sterk afgenomen.
Tussentijds opgestapte of overleden Kamerleden worden opgevolgd door de eerstvolgende op de kandidatenlijst van de partij waar ook het vertrokken of overleden Kamerlid op stond. Een kandidaat is niet verplicht zijn benoeming te aanvaarden. Als iemand afziet van zijn/haar zetel dan wordt de volgende op de lijst benoemd.
Gemiddeld verlaten per vierjaarlijkse periode ongeveer 35 leden de Tweede Kamer6. Veel leden vertrekken naar het kabinet7. Daarnaast verlaten leden de Kamer vanwege een benoeming in een andere bestuursfunctie of omdat zij naar het bedrijfsleven overstappen. Ook persoonlijke redenen, een conflict of gezondheid kunnen aanleiding zijn voor vertrek.
Na de formatie van 2012 gingen dertien Kamerleden naar het kabinet, in 2017 waren dat er twaalf. In de periode 2012-2017 stapten tussentijds twee leden over naar het kabinet. Bij het tussentijdse vertrek valt op dat nogal wat leden vanwege persoonlijke redenen weggingen. Daarnaast stroomden relatief veel leden door naar een wethouder- of burgemeesterschap. Dat hing mede samen met de raadsverkiezingen in 2015 en 2019. Van doorstroming naar het bedrijfsleven is veel minder sprake.
In de periode 2021-2023 viel vooral vertrek op vanwege gezondheid en persoonlijke redenen, zoals van Daan de Neef8 (VVD), Ockje Tellegen9 (VVD), Gijs van Dijk10 (PvdA) en Khadija Arib11 (PvdA).
reden |
2012-2017 |
2017-2021 |
2021-2023 |
2023-2025 |
---|---|---|---|---|
kabinet |
13 (10/3) |
13 (12/1) |
12*** |
14/16**** |
CdK/gedeputeerde |
2 |
2 |
0 |
|
Eerste Kamer |
0 |
1 |
1 |
|
burgemeester/wethouder |
5 |
9 |
2 |
1 |
internationale functie |
1 |
2 |
0 |
|
overig openbaar bestuur |
1 |
0 |
0 |
|
bedrijfsleven/overige |
6 |
0 |
2 |
|
conflict |
0 |
1 |
1 |
|
gezondheid/persoonlijk |
15 |
16 |
14 |
8***** |
naar kabinet |
10 |
12 |
12 |
14 |
tussentijds |
33 |
32 |
20 |
|
Totaal |
43* |
44** |
33 |
-
*3 leden keerden weer terug
** 2 leden keerden weer terug
*** van wie 3 naar het demissionaire kabinet-Rutte III, 1 keerde terug
**** Idsinga keerde in 2024 terug.
***** Van Houwelingen en Baudet keerden weer terug
Neem contact op met de redactie voor een overzicht van Kamerleden die tussentijds zijn vertrokken.
Het kwam enkele keren voor dat een (eerder) afgetreden bewindspersoon terugkeerde naar de Tweede Kamer. Zo werd Annette Nijs12 een jaar na haar aftreden Kamerlid. In 2015 keerde Fred Teeven13 terug in de Tweede Kamer. Hij was tot 9 maart 2015 staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Mark Harbers14 trad in 2019 af als staatssecretaris en nam amper een maand later weer zitting in de Tweede Kamer. Hetzelfde gebeurde in 2024 met Folkert Idsinga15.
Mark Rutte16 was in juni 2006 de enige die vrijwillig als staatssecretaris uit het kabinet-Balkenende II17 stapte om terug te kunnen keren in de Kamer. Dat deed hij nadat hij tot lijsttrekker van de VVD was gekozen.
Andere teruggekeerde bewindslieden waren: J.A. Mommersteeg18 (KVP), afgetreden in maart 1974 en Tweede Kamerid in mei 1976; A. Veerman19 (ARP), afgetreden in september 1975 en Tweede Kamerlid in november 1975; en P.R.H.M. van der Linden20 (CDA), afgetreden in september 1988 en Tweede Kamerlid in november 1988. Zij allen werden lid, terwijl het kabinet waar zij uitgetreden waren nog regeerde.
Eveneens tussentijds keerden terug in de Kamer: de CHU'er Schokking21 (in 1926) en de ARP'er De Wilde22 en de CHU'er Slotemaker de Bruïne23 (in 1939) en de PvdA'er Kranenburg24 (in 1958). Zij werden echter lid toen er al een ander kabinet was gevormd.
Neem contact op met de redactie voor een overzicht van voormalig kabinetsleden die terugkeerden naar de Kamer.
De tijdelijke vervanging van volksvertegenwoordigers wegens ziekte, zwangerschap en bevalling is bij wet geregeld. Het gaat hierbij om leden van de Tweede Kamer6 en Eerste Kamer25, alsmede leden van de gemeenteraad26 en provinciale staten27. De tijdelijke vervangingstermijn is 16 weken. Een volksvertegenwoordiger mag zich maximaal drie maal laten vervangen.
Meer over
- 1.De Tweede Kamer bestaat uit 150 parlementariërs: volksvertegenwoordigers die op basis van evenredige vertegenwoordiging voor een periode van in principe vier jaar worden gekozen via de kandidatenlijst van een politieke partij. Zij controleren de regering en treden op als medewetgevers.
- 2.Ministers zijn politiek verantwoordelijk voor een bepaald beleidsterrein. Met uitzondering van ministers zonder portefeuille geven zij politieke leiding aan een departement. Daarbij kunnen zij terzijde worden gestaan door staatssecretarissen. Een minister, meestal lid van één van de partijen die in de Tweede Kamer het kabinet steunen, moet het vertrouwen van de Tweede Kamer hebben om de functie te kunnen vervullen.
- 3.Een staatssecretaris ondersteunt een minister bij het politiek leiden van een ministerie. Staatssecretarissen komen vooral voor bij 'zware' ministeries. Daar krijgen zij een specifiek beleidsterrein onder hun hoede, maar de minister blijft medeverantwoordelijk. Net als de minister moet een staatssecretaris verantwoording afleggen aan het parlement.
- 4.In het verleden waren er Kamerleden die lang in de Tweede Kamer zaten. Sinds de jaren '60 van de vorige eeuw vertoont de ervaring van Tweede Kamerleden een - zij het niet constante - dalende lijn. Het aantal Kamerleden met langdurige Kamerervaring neemt af. Er komen bij verkiezingen bovendien steeds meer nieuwkomers.
- 5.Als een Kamerlid ontslag neemt, dient dat bij de Kamervoorzitter te worden gemeld. Die stelt dan de voorzitter van het centraal stembureau (Kiesraad) op de hoogte. Op een ingediend ontslag kan niet worden teruggekomen. De Kiesraad benoemt vervolgens een opvolger. Van ontslag en benoeming wordt melding gemaakt in de Staatscourant.
- 6.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 7.Met het begrip kabinet worden alle ministers en staatssecretarissen bedoeld. Een kabinet wordt genoemd naar de minister-president, bijvoorbeeld het kabinet-Drees of het kabinet-Kok. In het spraakgebruik worden de begrippen regering en kabinet vaak door elkaar gebruikt. Strikt genomen, is er echter een verschil tussen beide. Met de term 'regering' duiden we het staatshoofd (koning of koningin) samen met de ministers aan.
- 8.Daan de Neef (1977) was van 31 maart 2021 tot 6 september 2022 Tweede Kamerlid voor de VVD. Hij was eigenaar van een speechbureau en gemeenteraadslid in Breda. Tot 2018 was De Neef speechschrijver en strategisch adviseur van minister-president Mark Rutte, in zijn hoedanigheid als VVD-voorman. Eerder was hij speechschrijver voor de bewindslieden van het ministerie van SZW en persvoorlichter van de VVD-Tweede Kamerfractie. De heer De Neef was woordvoerder jeugdbeleid, maatschappelijke opvang en GGZ.
- 9.Ockje Tellegen (1974) was van 20 september 2012 tot 18 maart 2022 lid van de Tweede Kamerfractie van de VVD. Vanaf 18 maart 2022 werd zij tijdelijk vervangen wegens ziekteverlof, op 14 oktober 2022 maakte zij bekend niet meer terug te keren als Kamerlid. Mevrouw Tellegen was eerder onder meer beleidsambtenaar en manager Taskforce Iran op het ministerie van Buitenlandse Zaken, ook is zij werkzaam geweest op de ambassade in Berlijn en politiek assistent van staatssecretaris van Atzo Nicolaï geweest. Als parlementariër is Mevrouw Tellegen woordvoerster medisch-ethische vraagstukken en zorg (WMO, WLZ, thuiszorg, PGB) geweest. Ook was zij fractiesecretaris, eerste ondervoorzitter van de Tweede Kamer en voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
- 10.Gijs van Dijk (1980) was van 23 maart 2017 tot 15 februari 2022 Tweede Kamerlid voor de PvdA. Hij was vicevoorzitter van de FNV en eerder bestuurder en afdelingshoofd bij de Algemene Onderwijsbond. Daarvoor werkte hij bij de HBO-raad. De heer Van Dijk woont in Den Burg (Texel). Hij hield zich als Kamerlid bezig met sociale zaken en werkgelegenheid, defensie, financiën, binnenlandse zaken, buitenlandse handel, wonen en rijksdienst en Koninkrijksrelaties.
- 11.Khadija Arib (1960) was vanaf 19 mei 1998 tot 4 november 2022, met een onderbreking van 30 november 2006 tot 1 maart 2007, lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Van 13 januari 2016 tot 7 april 2021 was zij voorzitter van de Tweede Kamer. Mevrouw Arib is van Marokkaanse afkomst en kwam op haar vijftiende naar Nederland. Zij was voor zij Kamerlid werd onder meer waarnemend hoofd en senior-beleidsmedewerker Maatschappelijke Opvang en Gezondheidszorg van de gemeente Amsterdam. In de Tweede Kamer hield zij zich bezig met gezondheidszorg, medisch-ethische vraagstukken, bestrijding van mensenhandel en zedenwetgeving. Zij was voorzitter van de algemene commissie voor Jeugdzorg en gedurende korte tijd van de tijdelijke commissie corona.
- 12.Brabantse die met een vlot verlopen studie macro-economie en een carrière bij het Ondernemersverbond en in het bedrijfsleven de basis legde voor een korte politieke loopbaan. In de periode 1987-1988 voorzitter van de JOVD. Werkte als manager bij Shell in Manilla toen de VVD haar vroeg staatssecretaris van onderwijs te worden in het kabinet-Balkenende I. Had in die functie niet alleen een moeizame relatie met de universitaire wereld vanwege haar plannen voor selectie aan de poort, maar naar later bleek ook met 'haar' minister. Toen zij dat in een interview had openbaar gemaakt, zegde de VVD-top het vertrouwen in haar op. Kwam een jaar later tussentijds in de Kamer en hield zich daar onder meer bezig met het cultuurbeleid.
- 13.Kamerlid en staatssecretaris, die daarvoor als officier van justitie naam had gemaakt als 'crimefighter'. Was in 2002-2003 fractievoorzitter van Leefbaar Nederland en toonde zich toen een gedegen Kamerlid. In 2010 keerde hij terug in de Tweede Kamer, maar nu voor de VVD. Als staatssecretaris van Veiligheid van Justitie verdedigde hij in het parlement meer dan de minister veel justitiewetgeving. In het kabinet-Rutte II had hij de lastige portefeuille asielbeleid. Trad in maart 2015 af toen minister Opstelten viel over de 'bonnetjesaffaire' over de deal uit 2000 die Teeven als OvJ met een crimineel had gesloten. Hij keerde kort daarna terug als Tweede Kamerlid. Ongecompliceerde, hardwerkende politicus, die na zijn vertrek uit de politiek als buschauffeur en ondernemer aan de slag ging.
- 14.Mark Harbers (1969) was van 10 januari 2022 tot 2 juli 2024 minister van Infrastructuur en Waterstaat in het kabinet-Rutte IV. Van 26 oktober 2017 tot en met 21 mei 2019 was hij staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in het kabinet-Rutte III. Hij was eerder in 2009-2018 en 2019-2022 Tweede Kamerlid voor de VVD, onder meer als financieel woordvoerder en fractiesecretaris. Verder was hij eerste ondervoorzitter van de Kamer en voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven. De heer Harbers was eerder politiek adviseur van minister Zalm en in de periode 2007-2009 wethouder van Rotterdam. Als Kamerlid was hij in de periode 2019-2022 woordvoerder klimaat, energiebeleid en stikstofbeleid.
- 15.Folkert Idsinga (1971) is sinds 27 november 2024 lid van de Tweede Kamerfractie van NSC. Eerder was hij dat van 6 december 2023 tot 2 juli 2024. Hij was van 2 juli tot 1 november 2024 staatssecretaris van Financiën (belastingen). Van 31 maart 2021 tot 5 september 2023 was hij Tweede Kamerlid voor de VVD. De heer Idsinga is fiscaal econoom en was partner bij kantoor Baker McKenzie in Amsterdam, gespecialiseerd in belastingrecht. Van 2015 tot en met 2018 was hij voorzitter van de Raad van Bestuur van dat kantoor. De heer Idsinga is woordvoerder financiën en economische zaken van de NSC-fractie.
- 16.Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.
- 17.Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 werd het kabinet-Balkenende II gevormd. In dit kabinet werkten CDA, VVD en D66 samen. De CDA- en VVD-bewindslieden uit het voorgaande kabinet-Balkenende I keerden allen terug. Jan Peter Balkenende (CDA) werd wederom premier. Bijzonder waren het recordaantal van vijf vrouwen in het kabinet en het feit dat D66 voor het eerst aan een centrumrechts kabinet meedeed.
- 18.Erudiete KVP'er die in het begin van de bezettingstijd als jonge Brabantse katholiek aangesloten was bij het Nationaal Front, maar daar al gauw afstand van nam en een moedige rol speelde in het verzet. Was vijfentwintig jaar werkzaam bij Keesings Historisch Archief en vele jaren in de Tweede Kamer een buitenlandwoordvoerder die Luns kritisch volgde. Moest als staatssecretaris van Defensie in het kabinet-Den Uyl wegens ziekte al na tien maanden aftreden. Was daarna voorzitter van een staatscommissie over het vrijwilligersleger en vervolgens weer Tweede Kamerlid. Nam in de CDA-fractie in gevoelige kwesties als Zuid-Afrika en kernbewapening vaak een middenpositie in. Eindigde zijn loopbaan als lid van het Europese Parlement.
- 19.Rustige, nauwgezette ARP- en CDA-politicus. Was een gewaardeerd parlementair journalist van Trouw en later rector van het Christelijk Lyceum in Delft. Begin jaren zestig en daarna vanaf 1967 woordvoerder onderwijs en binnenlandse zaken van de ARP-Tweede Kamerfractie. Stond links in de ARP en leidde die partij als voorzitter aan het einde van de roerige jaren zestig en begin jaren zeventig. Speelde in die functie in 1973 een belangrijke rol bij het vertrek van Biesheuvel uit de politiek. Zijn staatssecretarisschap van Onderwijs in het kabinet-Den Uyl moest hij vanwege zijn gezondheid voortijdig beëindigen, waarna hij terugkeerde naar de Tweede Kamer.
- 20.CDA-politicus en volbloed Europeaan, die zijn lange politieke loopbaan begon bij de KVP-jongerenorganisatie en eindigde als voorzitter en prominent lid van de Eerste Kamer. Was ambtenaar in Brussel en werd vanaf 1977 in de CDA-Tweede Kamerfractie Europa- en landbouwspecialist. Kreeg in Limburg, waar men sprak van 'Us Reneke', altijd veel voorkeurstemmen. In 1986 staatssecretaris voor Europese Zaken in het kabinet-Lubbers II. Moest twee jaar later noodgedwongen opstappen vanwege de uitkomst van de Paspoortenquête. Keerde kort daarna terug in de Tweede Kamer, waarvan hij tot en met 1998 lid bleef. Als Eerste Kamerlid voorzitter van de commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties en in 2009-2011 Kamervoorzitter. Was in 2005-2008 tevens voorzitter van het parlement van de Raad van Europa.
- 21.Christelijk-historische politicus en minister, afkomstig uit de kring van de Friese christelijk-historischen. Hervormd predikant in Friesland en later in Dordrecht en Leiden. Kwam in 1901 voor het district Harlingen in de Tweede Kamer en bleef lid tot 1909. Keerde in 1918 terug in het parlement en werd fractievoorzitter als opvolger van Lohman. Was vaak weinig doortastend. In 1920-1925 was hij gedeputeerde van Zuid-Holland en in 1925 minister van Justitie in het kortstondige kabinet-Colijn I. Keerde in 1926 opnieuw terug als Kamerlid en fractievoorzitter en werd in 1927 tevens burgemeester van Katwijk. Besloot zijn loopbaan als staatsraad. In zijn spreektrant was steeds de dominee te herkennen.
- 22.Bekende antirevolutionaire politicus, die in zijn optreden altijd zeer joviaal was. Zijn ouders kwamen van het eiland Tholen; zijn vader was later een vooraanstaande antirevolutionair, wethouder in Den Haag en gedeputeerde. Hijzelf was advocaat in Goes en Den Haag en werd in 1918 Tweede Kamerlid. In 1919 werd hij tevens wethouder van financiën in Den Haag en in die functie werkte hij samen met Drees. In 1933 volgde zijn benoeming tot minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Colijn II. Hij had onder meer te maken met de toenemende agitatie van nationaal-socialisten. Als minister van Financiën in het kabinet-Colijn IV trad hij in 1939 af vanwege bezwaren tegen de in zijn ogen te dure plannen van minister Romme om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. Na 1945 was hij nog bijna zeven jaar Tweede en Eerste Kamerlid.
- 23.Hervormd predikant, theoloog en vooraanstaand CHU-politicus. Kwam als jong predikant in het Friese veengebied in aanraking met de grote sociale noden. Schreef een werk over christelijke sociale politiek en werd docent van het CNV. In 1916 hoogleraar theologie in Utrecht en in 1922 Eerste Kamerlid. Als minister van Arbeid in het kabinet-De Geer I voerde hij in 1929 de eerder tot stand gekomen Ziektewet in. Als minister van Sociale Zaken in het tweede kabinet-Colijn was hij medeverantwoordelijk voor diverse verlagingen van de steun aan werklozen. In 1935 volgde hij Marchant op als minister van Onderwijs. Stond niet bekend als een krachtig bewindspersoon. Opvallende verschijning door zijn lange baard. Irenische man, die tamelijk ijdel en lang van stof was.
- 24.PvdA-politicus en bestuurder. Zoon van de staatsrechtgeleerde en Senaatsvoorzitter prof. R. Kranenburg. Was in Rotterdam advocaat en gemeenteraadslid en werd in 1951 staatssecretaris voor defensiematerieel. Trad in 1958 af, nadat ernstige kritiek was geuit op het materieelbeleid vanwege de aanschaf van ondeugdelijke helmen ('helmenaffaire'). Zijn afwezigheid in de Tweede Kamer tijdens een debat hierover leverde hem ernstige verwijten op, met name in de Eerste Kamer. Werd al kort na zijn aftreden justitie-woordvoerder van de PvdA-Tweede Kamerfractie. Was daarna vanaf 1964 twaalf jaar de Commissaris van de Koningin in Noord-Holland, die als een onpartijdige, moderne 'regent' een goede naam had.
- 25.De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
- 26.Een gemeenteraad is het gekozen vertegenwoordigende lichaam in de gemeente en daarvan tevens het hoogste bestuurlijke orgaan. De raad stelt het beleid van de gemeente vast en controleert het dagelijks bestuur: het college van burgemeester en wethouders. De omvang van de raad hangt af van het aantal inwoners in een gemeente. Een gemeente met 3000 of minder inwoners heeft bijvoorbeeld negen raadsleden, een gemeente met meer dan 200.000 inwoners 45.
- 27.De gekozen volksvertegenwoordiging van een provincie wordt Provinciale Staten genoemd. De Provinciale Staten stellen het beleid van de provincie vast en controleren de uitvoering daarvan door de Gedeputeerde Staten. Het aantal leden van Provinciale Staten hangt af van het aantal inwoners van de provincie. Dit is geregeld in artikel 8 van de Provinciewet.
- 28.De leden van de Tweede Kamer worden in principe eens in de vier jaar gekozen op basis van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Ook na de val van een kabinet worden bijna altijd verkiezingen gehouden. Kiesgerechtigd zijn alle Nederlanders die op de dag van de kandidaatstelling 18 jaar of ouder zijn, mits niet het kiesrecht vanwege een veroordeling is ontnomen.