Zelfstandige bestuursorganen (ZBO's)
Een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) is een een bestuursorgaan van de centrale overheid dat niet onder een minister1 valt. ZBO's zijn "bekleed met openbaar gezag". Dat wil zeggen dat ze bevoegd zijn bepaalde taken uit te voeren en daarvoor ook instrumenten tot hun beschikking hebben.
Voorbeelden van ZBO's zijn de ACM2 en het Commissariaat voor de Media3.
Inhoudsopgave
ZBO's zijn niet ondergeschikt aan de minister1. Zij bestaan dus zelfstandig, buiten een ministerie. Wel is de minister tot op zekere hoogte verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van een ZBO.
Rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) worden geheel of gedeeltelijk met publiek geld bekostigd en oefenen een wettelijke taak uit. RWT's kunnen een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) zijn, maar er bestaan ook RWT's die geen ZBO zijn en andersom. In 2000 waren er bijna 3200 RWT's, met naar schatting ongeveer € 119 miljard aan ontvangsten.
Als een groot aantal onderwijsinstellingen buiten beschouwing wordt gelaten is ± 80 procent van de rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) tevens zelfstandig bestuursorgaan (ZBO). Voor de overige gevallen geldt het volgende:
ZBO's die geen RWT zijn
Bij de ZBO's die geen RWT zijn is:
-
-of geen sprake van een rechtspersoon (bijvoorbeeld in het geval van de Kiesraad);
-
-en/of geen sprake van een wettelijke taak;
-
-en/of geen sprake van een wettelijke heffing (bijvoorbeeld bij diverse keuringsinstellingen).
RWT's die geen ZBO zijn
De RWT's die geen ZBO zijn, zijn niet bekleed met openbaar gezag.
Voorbeelden zijn:
-
-de 2475 onderwijs-RWT's in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en de beroeps- en volwassen educatie;
-
-academische ziekenhuizen;
-
-NS-taakorganisaties;
-
-rijksmusea.
Omdat een ZBO op afstand van de minister staat is de ministeriële verantwoordelijkheid weliswaar van toepassing, maar is de minister niet voor alle details in het doen en laten van een ZBO verantwoordelijk. ZBO's moeten in ieder geval voldoen aan dezelfde eisen van transparantie, rechtmatigheid en doelmatigheid die voor de hele openbare dienst gelden.
Om verwarring over de reikwijdte van de ministeriële verantwoordelijkheid te voorkomen is het belangrijk dat er wettelijk wordt vastgelegd in hoeverre de minister nu wel of niet kan ingrijpen bij een ZBO (en zo ja, hoe) en op basis waarvan de benoeming en het ontslag van ZBO-bestuurders geregeld is.
Voor RWT's die tevens ZBO zijn geldt de ministeriële verantwoordelijkheid zoals voor alle ZBO's.
Als het de bedoeling is dat een ZBO onafhankelijk toezicht ergens op houdt, heeft de minister als het goed is geen bevoegdheden om de uitvoering van dat toezicht te sturen.
Meer over
- 1.Ministers zijn politiek verantwoordelijk voor een bepaald beleidsterrein. Met uitzondering van ministers zonder portefeuille geven zij politieke leiding aan een departement. Daarbij kunnen zij terzijde worden gestaan door staatssecretarissen. Een minister, meestal lid van één van de partijen die in de Tweede Kamer het kabinet steunen, moet het vertrouwen van de Tweede Kamer hebben om de functie te kunnen vervullen.
- 2.De Autoriteit Consument en Markt (ACM) is de toezichthouder op de mededingingsregels en het consumentenrecht in Nederland.
- 3.Het Commissariaat voor de Media (CvdM) is een toezichthouder op het gebied van media.
- 4.De voorbereiding van beleid, wetten en regelingen vindt plaats op een ministerie (ook wel: departement). Ook bij het uitvoeren en controleren hiervan hebben ministeries een belangrijke taak, maar soms gebeurt dat ook door intern of extern verzelfstandigde organisaties of door rechtspersonen met een wettelijke taak.