Agentschappen (baten-lastendiensten)
Een agentschap, ook wel baten-lastendienst genoemd, is een intern verzelfstandigd organisatie-onderdeel binnen een ministerie. De ministeriële verantwoordelijkheid en het budgetrecht1 van de Tweede Kamer2 zijn volledig van toepassing op agentschappen.
Een voorbeeld is het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
Inhoudsopgave
Een agentschap is een zelfstandig organisatie-onderdeel binnen een departement. Het is wel onderdeel van de rijksdienst, maar heeft een grotere zelfstandigheid dan de departementale (buiten)diensten. Er is bij een agentschap dus sprake van interne verzelfstandiging.
In de Comptabiliteitswet1 wordt de term 'baten-lastendienst' gebruikt voor agentschappen. In tegenstelling tot de rest van een ministerie3 wordt de begroting van een agentschap namelijk vormgegeven via het zogenaamde baten-lastenstelsel, en niet via het gebruikelijke kas-verplichtingenstelsel.
Naar aanleiding van de tweede rijksbrede evaluatie van agentschappen heeft de minister van Financiën besloten dat de term 'baten-lastendienst' in de Comptabiliteitswet wordt vervangen door de term 'agentschap', omdat het gebruik van de term 'baten-lastendienst' tot verwarring heeft geleid.
De begroting en de financiële verantwoording van een agentschap nemen een aparte plaats in in de begroting respectievelijk financiële verantwoording van een ministerie. Een agentschap voert een administratie los van de begrotingsadministratie van het moederministerie.
De bedrijfsvoering van een ministerie-onderdeel moet aan bepaalde criteria voldoen voor het intern verzelfstandigd mag worden in een agentschap. Het budgetrecht van de Tweede Kamer is wel van toepassing op agentschappen.
Ondanks de zelfstandigheid blijft de ministeriële verantwoordelijkheid4 volledig gelden voor een agentschap. Behalve de ministeriële verantwoordelijkheid wordt het budgetrecht van de Tweede Kamer evenmin ingeperkt door de instelling van agentschappen.
Meer over
- 1.Het samenstel van parlementaire rechten op het gebied van de Rijksbegroting wordt budgetrecht of begrotingsrecht genoemd. Zo moeten begrotingswetsvoorstellen (wijzigingsvoorstellen daarvoor) worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer. Het kabinet is het parlement ook achteraf verantwoording schuldig over het gevoerde begrotingsbeleid. In tegenstelling tot de Eerste Kamer kan de Tweede Kamer de begrotingen ook zelf wijzigen (amenderen).
- 2.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 3.De voorbereiding van beleid, wetten en regelingen vindt plaats op een ministerie (ook wel: departement). Ook bij het uitvoeren en controleren hiervan hebben ministeries een belangrijke taak, maar soms gebeurt dat ook door intern of extern verzelfstandigde organisaties of door rechtspersonen met een wettelijke taak.
- 4.De ministeriële verantwoordelijkheid houdt in dat ministers, gezamenlijk en afzonderlijk, verantwoording aan het parlement afleggen voor hun beleidsdaden. Zij alleen zijn (politiek) verantwoordelijk voor wetgeving en beleid. De Koning, die tevens deel uitmaakt van de regering, is dat niet. De staatssecretarissen zijn eveneens politiek aansprakelijk.
- 5.Een begroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode. Hoe komt de begroting van ons land, de rijksbegroting tot stand? Onderwerpen als de begrotingscyclus, het begrotingsstelsel en het begrotingsbeleid en het budgetrecht van de Tweede Kamer spelen hierbij een rol.