Christelijk-Historische Partij (CHP)
De CHP was een christelijke partij die in april 1903 ontstond door een fusie van de Vrij-Antirevolutionaire Partij1 en de Christelijk-Historische Kiezersbond2. De partij legde nadruk op het protestantse karakter van Nederland en op de noodzaak van het behoud daarvan.
De beginselen van de CHP weken niet veel af van die van de VAR en de CH-Kiezersbond. Er werd wel meer nadruk gelegd op het christelijke karakter van de partij en op het protestantse karakter van Nederland.
De belangrijkste voormannen van de CHP waren Jhr. A.F. de Savornin Lohman3 en J.Th. de Visser4.
In 1908 fuseerde de CHP met de Friese Bond5. Daaruit kwam de Christelijk-Historische Unie6 voort.
Oprichting: |
april 1903 |
---|---|
Opgeheven: |
1908: fusie met de Friese Bond, ontstaan van de Christelijk-Historische Unie |
Meer over
- 1.De Vrij-Antirevolutioniare Partij (VAR) werd in september 1898 opgericht. De VAR streefde naar handhaving en uitvoering van de antirevolutionaire of christelijk-historische beginselen. Zij had een overwegend conservatief en anti-Rooms karakter. Kiesrechtuitbreiding en verregaande bemoeienis van de overheid op sociaal-economisch gebied werden afgewezen.
- 2.De Christelijk-Historische Kiezersbond werd in november 1896 in Utrecht opgericht. Zij gold min of meer als voortzetting van de conservatieve Nationale Partij, die sinds 1888 bestond, maar die nooit vertegenwoordigers in het parlement had. De Bond zette zich, net als de Nationale Partij, af tegen de ARP, vanwege het gereformeerde karakter van die partij en vanwege het politieke verbond van de ARP met de Katholieken. De Christelijk-Historische Kiezersbond had een sterk Nederlands Hervormd karakter en was anti-Rooms.
- 3.Protestants politicus; voorman van de christelijk-historischen. Aristocratische, maar ook temperamentvolle Groninger die driftig kon reageren en zich soms zeer scherp uitliet tegen politieke tegenstanders. Stond echter wel open voor argumenten van anderen. Had een sterk juridische inslag bij de benadering van vraagstukken. Werd in 1879 Tweede Kamerlid voor de antirevolutionairen en bleef dat tot 1921 (onderbroken door een kort ministerschap in het kabinet-Mackay en enige jaren in de Eerste Kamer). Brak samen met Kuyper met de Hervormde Kerk, maar keerde zich later af van de antirevolutionaire voorman. Van 1884 tot een conflict in 1896 hoogleraar aan de VU. Voor- en nadien rechter. Als vooraanstaand, invloedrijk staatsman was hij tot op hoge leeftijd één van de belangrijkste adviseurs van koningin Wilhelmina.
- 4.Hervormd predikant en vooraanstaand CHU-politicus. Tegenstander van de doleantie en wars van scherpslijperij. Kwam in 1897 voor de kleine Christelijk-Historische Kiezersbond in de Tweede Kamer. In 1918 de eerste minister van Onderwijs in de twintigste eeuw. Voltooide met zijn Lager-Onderwijswet de onderwijspacificatie. Bracht ook andere belangrijke wetgeving tot stand, zoals de Nijverheids-onderwijswet. Keerde na zijn ministerschap in 1925 terug in de Kamer als fractievoorzitter van de CHU. Raakte in onmin met zijn partijgenoten nadat hij in 1926 (tevergeefs) een compromis had gezocht voor het gezantschap bij de Paus, en in 1929 omdat hij niet accepteerde dat niet hij maar zijn opvolger advies uitbracht bij de kabinetsformatie. Sociaal voelend en algemeen geacht staatsman. Begenadigd en veelgevraagd feest- en kanselredenaar.
- 5.De Bond van Kiesvereenigingen op Christelijk-Historischen grondslag in de provincie Friesland (kortweg: Friese Bond) werd op 24 maart 1898 in Leeuwarden opgericht. De christelijke partij (bond) legde sterke nadruk op het protestantse karakter van de natie en wees een 'neutrale' staat af.
- 6.De CHU was een christendemocratische politieke partij, die vooral aanhang had onder Nederlands-Hervormden. De CHU kende een los partijverband en daarom was er sprake van een unie. De CHU ontstond in 1908 door samengaan van de Christelijk-Historische Partij en de Friese Bond van christelijk-historischen. In 1980 fuseerde de CHU met ARP en KVP tot het CDA.
- 7.Diverse partijen zijn ooit vertegenwoordigd geweest in het Nederlandse parlement, maar nadien opgeheven. Een aantal daarvan zijn opgegaan in nieuwe partijen, waarvan sommige nog bestaan.