Kabinetscrisis 2002: LPF-crisis
Op woensdag 16 oktober 2002 kwam het kabinet-Balkenende I1 ten val. Na wekenlange geruzie tussen de LPF2-ministers Bomhoff3 en Heinsbroek4 hadden de overige ministers, inclusief de LPF-collega's, aangedrongen op hun vertrek.
Hoewel Bomhoff en Heinsbroek woensdagochtend de premier hun ontslag hadden aangeboden, zegden de fractievoorzitters van VVD5 en CDA6, Zalm7 en Verhagen8, op 16 oktober toch het vertrouwen in het kabinet op, omdat zijn geen vertrouwen zeiden te hebben in de stabiliteit van de LPF.
Inhoudsopgave
Nadat Pim Fortuyn9 op 6 mei 2002 in Hilversum was vermoord, trad spoedig diens voormalige woordvoerder Mat Herben10 naar voren als nieuwe voorman van de LPF2. De na de verkiezingen van 15 mei uit zesentwintig leden bestaande fractie koos hem tot voorzitter. Herben voerde ook de onderhandelingen tijdens de kabinetsformatie, die op 22 juli uitmondde in vorming van het (eerste) kabinet-Balkenende1 van CDA, LPF en VVD.
Spoedig kwam er vanuit de gelederen van de LPF, in het bijzonder van regiovoorzitters, kritiek op het onderhandelingsresultaat. Herben werd ook bekritiseerd als debater. Hij stapte daarom in augustus op als fractievoorzitter11. Tot zijn opvolger koos de LPF-fractie Harry Wijnschenk12, terwijl Ferry Hoogendijk13 financieel woordvoerder werd.
Wijnschenk wilde dat de LPF zich scherper zou profileren op het gedachtegoed van Fortuyn. Hij zag bovendien minister Herman Heinsbroek als een betere 'aanvoerder' van de LPF-ministers dan vicepremier Bomhoff. De flamboyante Heinsbroek liet zich weinig gelegen liggen aan de Haagse 'mores', lanceerde op eigen gezag plannen en drukte zich soms weinig omfloerst uit.
Tijdens de algemene beschouwingen in oktober maakte Wijnschenk evenwel een blunder door zowel te pleiten voor teruggave van het 'Kwartje van Kok' (een accijnsverhoging uit 1991) als voor behoud van de spaargeldregeling voor werknemers. Daardoor ontstond er een gat in de financiering voor die voorstellen.
Na het debat werd een geheime evaluatie gepubliceerd, die was opgesteld door een medewerker van LPF-Kamerlid Winny de Jong14. Wijnschenk ontsloeg de medewerker van De Jong. Zij had al een slechte verhouding met Ferry Hoogendijk, maar drong nu ook aan op het vertrek van Wijnschenk. Uiteindelijk koos alleen Cor Eberhard15 haar zijde en beiden werden uit de LPF-fractie gezet.
Het door Wijnschenk naar voren schuiven van Heinsbroek werd door Bomhoff uiteraard als bedreiging van zijn positie gezien. Beide ministers hadden bovendien weinig waardering voor elkaar en raakten steeds meer op voet van 'oorlog'. Heinsbroek steunde het verwijderen van De Jong en Eberhard, Bomhoff was daar tegen. Interim-voorzitter Ed Maas van de LPF koos juist de zijde van Bomhoff en keerde zich tegen Wijnschenk en Heinsbroek.
De druk op de LPF nam toe. Zowel VVD-fractievoorzitter Zalm, vicefractievoorzitter De Grave16 als premier Balkenende17 lieten weten dat het afgelopen moest zijn met de ruzies, omdat anders de samenwerking zou worden opgezegd. Vanuit de LPF-regiobesturen werd inmiddels aangedrongen op het vertrek van Wijnschenk.
Op 3 oktober stelde GroenLinks18-fractievoorzitter Paul Rosenmöller19 schriftelijke vragen aan premier Balkenende over de onrust, maar de minister-president en zijn ministers ontkenden dat er problemen waren en stuurden een ansichtkaart terug vanuit de Trêveszaal, waarin zij Rosenmöller 'in gezamenlijkheid en eenheid vanuit de ministerraad' groetten.
Het overlijden van Prins Claus20 op zondag 6 oktober leidde ertoe dat de politiek min-of-meer kwam stil te vallen. De Kamer schortte hun vergaderingen op en ook de ministerraad21 kwam niet bijeen.
Op 14 oktober liep een overleg in de LPF-top over de onderlinge problemen op niets uit. Heinsbroek noch Bomhoff wilde opstappen. Gesprekken met hen door de Rotterdamse hoogleraar bestuurskunde Rinus van Schendelen, die door minister De Boer als 'informateur' was gevraagd, leverden evenmin iets op. Aan het einde van de middag van 15 oktober kwamen de LPF-bewindslieden opnieuw bijeen op het ministerie van Verkeer en Waterstaat22. Dat was na afloop van de bijzetting in de koninklijke grafkelder van de kist met het stoffelijk overschot van prins Claus.
In het beraad vroegen de zes aanwezige LPF-bewindslieden onder aanvoering van minister Roelof de Boer23 de ministers Heinsbroek en Bomhoff om op te stappen. Alleen daarmee kon een kabinetscrisis24 worden voorkomen, want anders zouden de overige LPF-bewindslieden vertrekken.
Later die avond deelde De Boer dit in de ministerraad mee. De raad kwam bijeen om over de voorgenomen uitbreiding van de EU te praten, maar aan de orde kwam alleen de dreigende crisis. Premier Balkenende stelde zich achter dat verzoek aan Heinsbroek en Bomhoff. Zij moesten de volgende ochtend vóór negen uur hun besluit meedelen. Besloten werd de volgende dag verder te vergaderen.
Inmiddels waren Verhagen en Zalm al tot de conclusie gekomen dat de LPF een te onbetrouwbare partner was. Het feit dat Mat Herben10, die als stabiele figuur werd beschouwd, de fractieleiding inmiddels weer had overgenomen van Harry Wijnschenk12, deed daaraan niets af. Het opzeggen van het vertrouwen in het kabinet was voor Bomhoff en daarna Heinsbroek reden om alsnog hun ontslag aan te bieden, maar de deadline van 9.00 uur was toen al verstreken.
Toen bij aanvang van de ministerraadsvergadering op 16 oktober bleek dat CDA en VVD - ondanks het vertrek van Bomhoff en Heinsbroek - het vertrouwen in de LPF als regeringspartner hadden opgezegd, konden de ministers niets anders doen dan concluderen dat de basis aan het kabinet was ontvallen. Die middag kondigde minister-president Balkenende aan dat hij de koningin het ontslag van zijn kabinet zou aanbieden. Dat deed de premier die avond per telefoon, omdat hij het op de dag na de uitvaart van prins Claus niet gepast vond om bij de Koningin langs te gaan.
De koningin nam een paar dagen rouwtijd in acht, maar begon toch al op maandag 21 oktober met haar consultaties. Zij ontving de voorzitters van de beide Kamers25, de vicepresident van de Raad van State26 en minister-president Balkenende. De LPF trachtte de koningin nog per brief te bewegen tot een lijmpoging, desnoods in ruil voor een ministerspost ten gunste van de VVD. Maar VVD en CDA hadden duidelijk genoeg van de LPF: zij wezen het voorstel af.
De Tweede Kamer werd ontbonden en voor 22 januari 2003 werden nieuwe Tweede Kamerverkiezingen uitgeschreven. Het kabinet bleef demissionair27 aan. De posten van de afgetreden LPF-ministers Bomhoff en Heinsbroek werden overgenomen door respectievelijk de ministers Hoogervorst28 en De Geus29. LPF-minister De Boer werd tweede vicepremier.
Meer over
- 1.Na acht jaar 'paars' (de kabinetten Kok I en Kok II) trad in 2002 een centrumrechtse coalitie aan van CDA en VVD samen met nieuwkomer LPF (de Lijst Pim Fortuyn). De enorme winst van deze nieuwe partij (26 zetels) bij de Tweede Kamerverkiezingen van 15 mei 2002 maakte een kabinet zonder deze partij bijna onmogelijk. CDA-leider Jan-Peter Balkenende werd de nieuwe premier.
- 2.De Lijst Pim Fortuyn (LPF) werd opgericht in 2002 na de breuk tussen de lijsttrekker Pim Fortuyn en de partij Leefbaar Nederland. De oorzaak van de breuk was een aantal ongelukkig gekozen uitspraken in De Volkskrant door Fortuyn. De partij heette officieel: Politieke Vereniging Lijst Pim Fortuyn. Op 6 mei 2002 werd de politiek leider van de partij, Pim Fortuyn, vermoord. Desondanks maakte de LPF samen met CDA en VVD deel uit van het kabinet Balkenende I.
- 3.Econoom die namens de LPF in het eerste kabinet-Balkenende minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en viceminister-president was. Kwam uit een 'rood' Leids gezin en was een kritisch columnist. Zette zich als hoogleraar in voor instelling van een economisch onderzoeksinstituut (Nyfer) dat de concurrentie moest aangaan met het Centraal Planbureau. Erudiet, maar ook overtuigd van eigen gelijk, wat soms aanleiding was tot irritatie bij anderen. Toen zijn collega-minister Heinsbroek met steun van fractievoorzitter Wijnschenk zijn positie als LPF-vicepremier leek aan te willen tasten, leidde dit tot spanningen en conflicten in de LPF. Dit had uiteindelijk beider vertrek tot gevolg. CDA en VVD bewerkstelligden daarna de val van het kabinet. Keerde daarna terug naar de wetenschap.
- 4.Flamboyante zakenman, die fortuin maakte in de platenindustrie en die door LPF-voorman Ferry Hoogendijk werd gevraagd voor het ministerschap. Zoon van een manager uit de distilleerderijbranche. Na een diplomatieke opleiding koos hij voor een loopbaan in de platenbusiness, die eindigde als directeur van Arcade. Daarna handelaar in eigendomsrechten. Als minister van Economische Zaken in het kabinet-Balkenende I wilde hij doorbreking van Haagse gewoonten. Dat leverde hem in sommige kringen populariteit op, waarna hij zich opwierp als nieuwe LPF-leider. Dit leidde tot een conflict met LPF-vicepremier Bomhoff en uiteindelijk tot beider gedwongen aftreden. Zag daarna af van een verdere politieke loopbaan.
- 5.De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
- 6.Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
- 7.Met twaalf jaar de langstzittende minister van Financiën. Kwam uit een eenvoudig milieu (zijn vader was kolenboer); hardwerkend en wars van dikdoenerij. Doorliep na een studie economie een ambtelijke loopbaan en werd gezaghebbend directeur van het Planbureau. Als minister in het paarse kabinet ontwikkelde hij een nieuwe begrotingsnorm die uitging van een strikte scheiding van overheidsinkomsten en -uitgaven. Was verantwoordelijk voor een omvangrijke herziening van het belastingstelsel en de invoering van de euro. Bepleitte strakke naleving van de begrotingsregels in de EU. Na de verkiezingen van 2002 fractievoorzitter en politiek leider van de VVD. Keerde echter na anderhalf jaar terug naar het ministerschap dat hem beter lag. Lag goed in het parlement zowel door zijn deskundigheid als joviale optreden. Na zijn ministerschap acht jaar voorzitter van de Raad van Bestuur van ABN AMRO.
- 8.CDA-voorman, die het tot minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende IV en vicepremier in het kabinet-Rutte I bracht, maar die in 2012 afzag van het politiek leiderschap. Zoon van een Limburgse gedeputeerde. Als (jong) historicus werd hij fractiemedewerker en, in 1989, Europarlementariër, alvorens in 1994 de overstap te maken naar de CDA-Tweede Kamerfractie. Ontpopte zich als vaardig woordvoerder asielbeleid en buitenlandse en Europese zaken. Toen Balkenende in 2002 premier werd, nam hij het fractievoorzitterschap over. Als diens secondant schuwde hij harde uithalen naar tegenstanders niet ('Met Bos bent u de klos'). Genoot van het ministerschap van BZ, maar mede vanwege rugklachten werd hij in 2010 minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Stond bekend als emotioneel en slim en als strateeg. Vanaf 2013 was hij tien jaar voorzitter van Bouwend Nederland.
- 9.Voormalige hoogleraar en columnist die in 2001 op stormachtige wijze de politiek betrad en die op een onconventionele wijze politiek bedreef. Hedonistische, flamboyante, enigszins dandy-achtige man, die omstreden uitspraken niet schuwde, maar daarom ook fel werd bestreden. Had een grote geldingsdrang, die hem ertoe bracht de politiek in te gaan. Werd in 2001 gekozen tot lijsttrekker van Leefbaar Nederland. Zeer succesvol bij de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam. Na een conflict met Leefbaar Nederland kwam hij met een eigen lijst, de Lijst Pim Fortuyn. Fel bestrijder van het 'paarse kabinet' en het 'poldermodel'. Leek af te stevenen op een grote verkiezingswinst en had ambitie om minister-president te worden. Werd kort voor de verkiezingen vermoord; een moord die de gehele politiek schokte.
- 10.Vriendelijke, relativerende LPF-voorman, die - feitelijk noodgedwongen - vier jaar een vooraanstaande politieke rol speelde. Als voorlichter van Pim Fortuyn trad hij, na diens geweldadige dood, onverwacht als aanvoerder van de LPF naar voren. Hij werd fractievoorzitter en onderhandelaar bij de formatie. Kreeg toen zowel waardering voor zijn bezadigde rol als kritiek, omdat hij volgens partijleden te mild was. Trok zich daarom al na enige maanden terug. Kort voor de kabinetscrisis van 2002 keerde hij terug als fractievoorzitter en in 2003 was hij lijsttrekker. Ook dat leiderschap werd voortijdig beëindigd, maar in 2006 werd hij opnieuw fractievoorzitter. Als oud-voorlichter van defensie had dat onderwerp zijn bijzondere belangstelling en hij zette zich onder meer in voor veteranen. Is sinds 2018 gemeenteraadslid in Montfoort.
- 11.Een fractievoorzitter is de leider van zijn fractie, een groep Kamerleden van dezelfde partij. Hij of zij voert het woord bij belangrijke debatten, zoals over de regeringsverklaring en bij de algemene beschouwingen over de rijksbegroting.
- 12.Fortuynistisch politicus, die in de periode augustus-oktober 2002 fractieleider van regeringspartij LPF was. Zoon van een Amsterdamse marktkoopman en zelf uitgever van onder andere motorbladen. Kwam als één van de laatsten in de LPF-fractie en werd in augustus 2002 verrassend opvolger van Mat Herben, die in de LPF als te gematigd werd beschouwd. Maakte bij de algemene beschouwingen aanvankelijk een goede indruk, maar blunderde in de tweede termijn. Na een machtstrijd in de LPF waarbij hij minister Heinsbroek als nieuwe leider naar voren schoof, werd hijzelf weer aan de kant geschoven. Zijn politieke rol was daarna uitgespeeld.
- 13.Voormalige journalist en prominent en spraakmakend LPF-Tweede Kamerlid. Was actief in de Goudse jeugdgemeenteraad en de JOVD en werd in 1960 politiek commentator van de AVRO. Was tevens jarenlang redacteur van Elseviers Magazine. VVD-lid en fel bestrijder van met name het kabinet-Den Uyl. Promoveerde aan de VU op een proefschrift waarvan sommigen de wetenschappelijke waarde betwisten. Na zijn vertrek uit de journalistiek kunsthandelaar in 't Gooi. Speelde tijdens de formatie in 2002 een belangrijke rol als adviseur van Mat Herben en schoof Herman Heinsbroek naar voren als minister. Woordvoerder economische zaken van de LPF. Was in fractie en partij al snel tamelijk omstreden en nauw betrokken bij de machtsstrijd. Verdween in 2003 uit de Kamer.
- 14.In Duitsland opgegroeide politica, die zichzelf aanmerkte als de door Pim Fortuyn aangewezen leidster van de LPF. Was onder meer actrice en fotomodel en werkte later bij het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel. Stond in mei 2002 derde op de kandidatenlijst van de LPF. Stortte echter op de verkiezingsdag geestelijk in, waarna niet zij maar Herben leider van de fractie werd. Haar emotionele en onconventionele optreden in de fractie leidde uiteindelijk tot een breuk, waarna zij leidster werd van Conservatieven.nl. Haalde bij de verkiezingen van januari 2003 echter geen zetel. Verzamelde dure sportauto's. Sprak met een Duits accent en was een geliefd onderwerp van satirische programma's.
- 15.Voormalige ondernemer (onder meer exploitant van pornosites) die tot de spraakmakende LPF-Kamerleden behoorde. Was oorspronkelijk technisch tekenaar en sportfotograaf. Als medewerker en financier betrokken bij de opbouw van het partijbureau van de LPF. Werd er door het Algemeen Dagblad ten onrechte beschuldigd dat hij een strafblad had. Koos de zijde van Winny de Jong toen die uit de LPF-fractie werd gezet. In 2003 was hij 12e op de kandidatenlijst van Conservatieven.nl, de partij van De Jong. Liet vooral buiten de Kamer van zich horen en bediende zich daarbij regelmatig van onparlementair taalgebruik.
- 16.Frank de Grave (1955) was van 7 juni 2011 tot 3 september 2018 Eerste Kamerlid voor de VVD. Sindsdien is hij staatsraad bij de Afdeling advisering van de Raad van State. Na werkzaamheden in het bankwezen en het voorzitterschap van de JOVD werd hij in 1982 financieel woordvoerder van de VVD in de Tweede Kamer. In 1990-1996 was de heer De Grave wethouder van financiën in Amsterdam en vervolgens staatssecretaris van Sociale Zaken in het kabinet-Kok I en minister van Defensie in het kabinet-Kok II. Keerde in 2002 terug naar de Kamer als mediawoordvoerder. Kreeg vanaf 2004 leiding over organen in de gezondheidszorg, zoals de Zorgautoriteit. Was daarna voorziter van het bestuur van pensioenfonds PGGM en voorzitter van de Federatie van Medisch Specialisten.
- 17.Zeeuwse CDA-politicus die negen jaar partijleider en acht jaar premier was. Afkomstig uit de wetenschap en partijideoloog, die eigen verantwoordelijkheid van burgers voorstond. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Werd in 2001 onverwacht lijsttrekker van het CDA na de machtstrijd tussen De Hoop Scheffer en Van Rij. Leidde vanaf 2002 als premier kabinetten van wisselende samenstelling in een na de moord op Fortuyn politiek instabiele periode. Probeerde terugkeer van 'normen en waarden' op de politieke agenda te zetten. Nadat zijn tweede kabinet diverse hervormingen had doorgevoerd, was zijn vierde kabinet op dat punt minder daadkrachtig. Een bankencrisis werd wel bezworen. In zijn publieke optredens soms wat onhandig, maar niettemin - of juist daardoor - lange tijd populair en succesvol. De verkiezingen van 2010 verliepen voor zijn partij echter desastreus, waarna hij de politiek verliet. Sinds 2022 minister van staat.
- 18.GroenLinks is een progressieve partij, die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft. De partij werd opgericht op 24 november 1990 als fusie van de Communistische Partij van Nederland (CPN), de Evangelische Volkspartij (EVP), de Politieke Partij Radikalen (PPR) en de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP). GroenLinks trok samen met de PvdA op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 19.Paul Rosenmöller (1956) is sinds 13 juni 2023 voorzitter van de gezamenlijke PvdA/GroenLinks-fractie in de Eerste Kamer. Hij was sinds 11 juni 2019 lid van de GroenLinks-Eerste Kamerfractie en tevens fractievoorzitter. Tussen 1994 en 2002 was hij politiek leider van zijn partij, na in 1989 Tweede Kamerlid te zijn geworden. Eerder was hij vakbondsbestuurder, onder meer in de Rotterdamse haven. Stapte voor de verkiezingen van 2003 vrij onverwacht uit de politiek en werd programmamaker bij de IKON. Was na zijn Kamerlidmaatschap onder meer voorzitter van de VO-raad en bestuurslid van pensioenfonds ABP. Had als Tweede Kamerlid veel belangstelling voor het wel en wee van de Antillen.
- 20.Deels in Afrika opgegroeide Duitse diplomaat die in 1966 in het huwelijk trad met de toenmalige kroonprinses Beatrix. Vanwege zijn Duitse afkomst maakten sommigen (met name uit het voormalig verzet) bezwaar tegen een toekomstige rol als prins-gemaal. Dankzij zijn optreden wist hij zich echter allengs een grote populariteit te verwerven. Zette zich vooral in voor ontwikkelingssamenwerking en milieubescherming. Kreeg enige jaren nadat Beatrix koningin was geworden te maken met klachten van depressieve aard en was hier opmerkelijk open over. In de laatste jaren van zijn leven speelde hij de rol als wijze pater familias. Trad in het openbaar vaak onconventioneel op en beschikte over de nodige humor.
- 21.De ministerraad is de vergadering van alle ministers onder leiding van de minister-president. Alle ministers, ook de ministers zonder portefeuille, maken deel uit van de ministerraad en hebben daarin stemrecht. Staatssecretarissen hebben alleen toegang als zij zijn uitgenodigd. In de ministerraad wordt overlegd over het algemene regeringsbeleid. De leden dragen hiervoor een collectieve verantwoordelijkheid.
- 22.Dit ministerie had de zorg voor het vervoer en het verkeer te land, te water en in de lucht. Voorts was het verantwoordelijk voor de beveiliging van het land tegen het water en voor de waterhuishouding. Per 14 oktober 2010 gingen de taken van het departement over naar het nieuwe ministerie van Infrastructuur en Milieu.
- 23.Rotterdams VVD-lid dat namens de LPF in het kabinet-Balkenende I minister van Verkeer en Waterstaat was. Na een officiersopleiding bij het Korps Mariniers werkzaam in de sector van het scheepvaartvervoer, onder meer als directeur van Lehnkering en EWT Holding. In 2001-2002 was hij voorzitter van de Kamer van Koophandel van Rotterdam. Zakelijk optredend minister, die ook bij de oppositie waardering ondervond. Na het aftreden van de LPF-ministers Bomhoff en Heinsbroek was hij (vanaf oktober 2002) tevens viceminister-president. Was na zijn ministerschap onder meer voorzitter van een organisatie van wegvervoerders, KNV en enige maanden wethouder in Rotterdam.
- 24.Een kabinet kan vanwege een intern conflict of door een conflict met Tweede Kamer of Eerste Kamer ten val komen. Bij interne conflicten kan worden gedacht aan een meningsverschil tussen ministers over een te nemen maatregel of over een wetsvoorstel dat in behandeling is.
- 25.Onder de Staten-Generaal verstaan we de Tweede en Eerste Kamer gezamenlijk. Formeel is er dan ook sprake van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Beide Kamers kunnen tevens in Verenigde Vergadering bijeenkomen.
- 26.De Raad van State is een van de Hoge Colleges van Staat en heeft als voornaamste taak de regering en het parlement te adviseren over wetgeving en bestuur. Daarnaast is deze instantie de hoogste algemene bestuursrechter.
- 27.Als een kabinet of minister ontslag heeft gevraagd aan de koning(in), maar dit ontslag nog niet is verleend, noemen we dat demissionair. Het is na 1922 gebruikelijk dat een kabinet op de dag van de verkiezingen zijn ontslag aanbiedt, tenzij het dat eerder al had gedaan vanwege een kabinetscrisis.
- 28.Behendig, zelf- en doelbewust VVD-politicus, die al na vier jaar Tweede Kamerlidmaatschap tot het kabinet toetrad. Was medewerker en tekstschrijver van Frits Bolkestein en werd als Kamerlid financieel woordvoerder. Als staatssecretaris van Sociale Zaken in het kabinet-Kok II bracht hij onder meer de Wet poortwachter tot stand, die snelle reïntegratie van zieke en arbeidsongeschikte werknemers moest bevorderen. Minister van Financiën in het kabinet-Balkenende I. Als minister van Volksgezondheid in het kabinet-Balkenende II voerde hij een nieuw zorgstelsel in, waardoor het ziekenfonds verdween en er meer marktwerking kwam. Debater die soms licht geraakt was en fel reageerde, maar die ook goed kon incasseren. Was in 2007-2011 bestuursvoorzitter van de AFM en is nu voorzitter van de International Accounting Standards Board te Londen.
- 29.Non-conformistische bewindsman van christelijk-gereformeerden huize. Kwam op 25-jarige leeftijd in dienst van het CNV en bracht het daar tot vicevoorzitter. Ondanks die vakbondsachtergrond had hij als minister van Sociale Zaken een moeizame relatie met de vakbeweging en weigerde FNV-voorman De Waal in 2004 publiekelijk hem de hand te schudden. Vooral zijn beleid om het aantal arbeidsongeschikten te verminderen door strengere keuringseisen leidde tot kritiek. Wilde echter boven alles mensen laten terugkeren naar een arbeidssituatie. Na een aarzelende start toonde hij zich later een krachtige bewindspersoon die vrijwel alle sociale wetten hervormde en de Bijstandswet verving door de Wet Werk en Bijstand. Stapte na zijn ministerschap over naar de OESO en was daarna jarenlang topman van het Bertelsmann Instituut.