Hervormd-Gereformeerde Staatspartij (HGSP)
De HGSP was een orthodox-protestantse, anti-Roomse partij, die streefde naar een protestants Nederland dat geregeerd moest worden volgens bijbelse normen. De partij werd opgericht in 1921 en hield in 1945 op te bestaan.
De HGSP was van 1925 tot en met 1937 met één afgevaardigde als oppositiepartij in de Tweede Kamer vertegenwoordigd. Na de Tweede Wereldoorlog keerde de partij niet terug, al is de Protestantse Unie die in 19461 aan de verkiezingen meedeed, enigszins als opvolger te beschouwen.
Grote voorman van de HGSP was dominee Lingbeek2.
Inhoudsopgave
De HGSP was fel anti-Rooms en vond dat Nederland een op grond van de bijbel geregeerde protestantse natie moest worden. Zij richtte zich in felle bewoordingen tegen de coalitie van ARP3 en CHU4 met de Rooms-Katholieken en verwierp de scheiding van kerk en staat.
Het beginselprogramma werd in de vorm van de Tien Geboden uitgewerkt. Het Eerste Gebod (Gij zult geene andere goden voor mijn aangezicht hebben) werd bijvoorbeeld 'vertaald' in het afwijzen van Plutos (geldmacht), Demos (volkswil) en Ochlos (proletariaat). Andere 'Geboden' richtten zich tegen het rooms-katholieke kerkelijk huwelijk, tegen katholieke heiligenbeelden, en tegen 'stelen' door werkweigerende arbeiders en door uitbuitende werkgevers.
De HGSP ontstond nadat katholieken in Amsterdam een protestoptocht hadden gehouden tegen het processieverbod. Enkele Amsterdamse predikanten grepen die gebeurtenis aan om te waarschuwen voor 'het Roomse gevaar'. Na een oproep waarop enkele positieve reacties waren ontvangen, werd op 13 oktober 1921 de HGSP opgericht. Voorzitter werd de Friese predikant K.H.E. Gravemeyer.
In 1922 deed de HGSP voor het eerst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. In 19255 behaalde zij een zetel. Die ging in 1937 verloren.
Na de Tweede Wereldoorlog ging de voormalige HGSP samen met een groep (ontevreden) oud-CHU'ers. Zij richtten de Protestantse Unie op, die in 1946 zonder succes aan de verkiezingen deelnam.
Voorman van de HGSP was de Hervormde predikant C.A. Lingbeek2. Hij beschikte over een grote welsprekendheid, en kreeg mede daardoor landelijke bekendheid. Nadat hij in 1932 als predikant in Urk was beroepen, verliet hij de Tweede Kamer. Een jaar later keerde hij echter al weer terug, omdat zijn opvolger, B.G. Peereboom6, weinig indruk had gemaakt.
De HGSP had haar aanhang vooral onder de rechtervleugel van de Nederlands Hervormde Kerk. Op haar hoogtepunt (1933) werden bijna 36.000 stemmen (1,1%) gehaald. Gemiddeld lag haar aanhang rond de 30.000 (0,9%).
Meer over
Kijk voor meer informatie over de Hervormd-Gereformeerde Staatspartij op de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen.
- 1.De eerste naoorlogse Tweede Kamerverkiezingen waren op 17 mei 1946. Het tegenvallende resultaat van de nieuwe PvdA sprong het meest in het oog. Daarnaast was het resultaat van de CPN zeer opmerkelijk. Die partij behaalde tien zetels. De verkiezingen maakten een einde aan het noodparlement, dat na de oorlog was ingesteld uit leden van de Tweede Kamer van voor de oorlog.
- 2.Rechtzinnig predikant die als voorman van de orthodox-protestantse Hervormd-Gereformeerde Staatspartij fel fulmineerde tegen de volgens hem te grote invloed van 'Rome' op de Nederlandse politiek. In die zin weinig geliefd bij de andere rechtse partijen (met name de CHU), waarvan Kamerleden soms vanwege zijn verwijten niet meer met hem wilden discussiëren. Keerde zich onder meer tegen vrijstelling van dienstplicht voor priesters en tegen rijkssteun aan kloosterling-onderwijzers. Nogal deftige dominee. Echte kanselredenaar, die ondanks zijn extreme opvattingen altijd het gehoor van zijn medeleden had, ook al omdat hij soms humoristisch uit de hoek kon komen.
- 3.De ARP werd op 3 april 1879 opgericht door Abraham Kuyper. Daarmee kwam er een partijverband voor politieke stroming, de antirevolutionairen, die reeds sinds het begin van de 19e eeuw bestond. Zij was de eerste nationale politieke partij. De ARP was een christendemocratische, protestantse partij. In 1980 ging de ARP met KVP en CHU op in het CDA.
- 4.De CHU was een christendemocratische politieke partij, die vooral aanhang had onder Nederlands-Hervormden. De CHU kende een los partijverband en daarom was er sprake van een unie. De CHU ontstond in 1908 door samengaan van de Christelijk-Historische Partij en de Friese Bond van christelijk-historischen. In 1980 fuseerde de CHU met ARP en KVP tot het CDA.
- 5.De Tweede Kamerverkiezingen van 1925 waren op 1 juli. Ze stonden in het teken van de bezuinigingspolitiek van minister van Financiën Colijn. De grootste partij deze verkiezingen was de RKSP, hoewel de SDAP een flinke stijging doormaakte. Na de verkiezingen werd het eerste kabinet-Colijn gevormd.
- 6.Officier die in 1932 de weinig opvallende vervanger was van HGSP-voorman dominee Lingbeek toen deze (tijdelijk) terugkeerde in het predikantsambt, wat onverenigbaar werd geacht met het Kamerlidmaatschap. Na een jaar kwam er al weer een einde aan zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer toen Lingbeek terugkeerde in het parlement. Werd in de pers omschreven als een weinig martiale verschijning, met een blozend gelaat.
- 7.Diverse partijen zijn ooit vertegenwoordigd geweest in het Nederlandse parlement, maar nadien opgeheven. Een aantal daarvan zijn opgegaan in nieuwe partijen, waarvan sommige nog bestaan.