Kabinet-Van Lynden van Sandenburg (1879-1883) - Hoofdinhoud
Dit gemengd conservatief-liberale kabinet, ook wel fusiekabinet genoemd, had een wankele basis in de Tweede Kamer. Daarom zag het voorlopig af van voorstellen op het gebied van het onderwijs en het kiesrecht. Leider was C.Th. baron van Lynden van Sandenburg, een conservatief/antirevolutionair oud-Kamerlid en oud-minister, die nauwe banden had met het koningshuis.
Het belangrijkste succes van het kabinet was een nieuw Wetboek van Strafrecht. De Leidse hoogleraar Modderman had daarvoor al vóór hij minister werd als voorzitter van een staatscommissie de basis gelegd. Een voorstel van minister Vissering om een belasting op rente in te voeren, sneuvelde in 1881 daarentegen in de Tweede Kamer. Vissering trad daarop af.
De zwakte van het kabinet bleek uit diverse parlementaire nederlagen en een tussentijdse crisis. Op 9 mei 1882 bood het gehele kabinet ontslag aan, nadat de Tweede Kamer voor de tweede maal een handelstraktaat met Frankrijk had verworpen. Na mislukte pogingen om een ander (liberaal) kabinet te vormen, bleven de ministers echter aan.
Het kabinet trad alsnog af, nadat de Tweede Kamer op 26 februari 1883 met 66 tegen 12 stemmen weigerde een voorstel tot kiesrechtherziening in behandeling te nemen. Voor stemden alleen enkele conservatieven, katholieken en zes liberalen. Op 23 april 1883 trad het kabinet-Heemskerk i aan.
Inhoudsopgave
Na een mislukte poging om opnieuw een liberaal kabinet te vormen, kreeg de gematigde conservatief Van Lynden van Sandenburg de opdracht een 'zakenkabinet' te vormen. Er was in 1882 een tussentijdse formatie, die zonder resultaat bleef.
datum |
wat |
wie |
tot en met |
dagen |
---|---|---|---|---|
12 juli 1879 |
benoeming formateurs |
E.J.J.B. Cremers i, I.D. Fransen van de Putte i en G. de Vries Azn. i |
22 juli 1879 |
11 |
24 juli 1879 |
benoeming formateur |
1 augustus 1879 |
9 |
|
20 augustus 1879 |
beëdiging (nieuwe) ministers |
28 februari 1883 |
1289 |
|
1 maart 1883 |
kabinet demissionair |
22 april 1883 |
52 |
|
23 april 1883 |
ontslag verleend |
koning Willem III |
minister: Mr. C.Th. baron van Lynden van Sandenburg (Conservatief (protestants)) (20 augustus 1879 - 15 september 1881)
minister: Jhr.Mr. W.F. Rochussen (Conservatieven) (15 september 1881 - 23 april 1883)
Justitie
minister: Mr. A.E.J. Modderman (Liberalen)
Binnenlandse Zaken
minister: Jhr.Mr. W. Six (Liberalen) (20 augustus 1879 - 10 februari 1882)
minister: Mr. C. Pijnacker Hordijk (Liberalen) (10 februari 1882 - 22 april 1883)
Financiën
minister: Mr.Dr. S. Vissering (Liberalen) (20 augustus 1879 - 13 juni 1881)
minister a.i.: Mr. C.Th. baron van Lynden van Sandenburg (Conservatief (protestants)) (13 juni 1881 - 15 september 1881)
minister: Mr. C.Th. baron van Lynden van Sandenburg (Conservatief (protestants)) (15 september 1881 - 21 april 1883)
Oorlog
minister: A.E. Reuther (Conservatief (katholiek))
Marine
minister: W.F. van Erp Taalman Kip (Technocraat)
Waterstaat, Handel en Nijverheid
minister: Jhr. G.J.G. Klerck (Conservatief liberaal)
Koloniën
minister: Mr. W. baron van Goltstein van Oldenaller (Conservatieven) (20 augustus 1879 - 1 september 1882)
minister: Jhr.Mr. W.M. de Brauw (Conservatief liberaal) (1 september 1882 - 23 februari 1883)
minister a.i.: W.F. van Erp Taalman Kip (Technocraat) (23 februari 1883 - 23 april 1883)
Minister Six trad af vanwege zijn gezondheid. Hij werd opgevolgd door de hoogleraar Pijnacker Hordijk.
In augustus 1882 leidde een zeer negatief verslag van een Kamercommissie over de wijze waarop in Nederlands-Indië de omzetting van gemeenschappelijke gronden in privégronden was tegengewerkt, tot het aftreden van de minister van Koloniën, Van Goltstein.
Zijn opvolger, De Brauw, nam in februari 1883 eveneens ontslag, omdat de Tweede Kamer, nadat daarover een kritisch rapport was verschenen, vond dat de belangen van de schatkist waren geschaad bij een overeenkomst tussen de Staat en Billiton over tinwinning in Nederlands-Indië.
datum |
wat |
wie |
tot en met |
dagen |
---|---|---|---|---|
9 mei 1882 |
kabinet demissionair |
11 augustus 1882 |
94 |
|
3 juli 1882 |
benoeming formateur |
C.Th. graaf van Lynden van Sandenburg |
8 juli 1882 |
6 |
31 juli 1882 |
benoeming formateur |
8 augustus 1882 |
9 |
|
8 augustus 1882 |
benoeming formateur |
C.Th. graaf van Lynden van Sandenburg |
11 augustus 1882 |
4 |
12 augustus 1882 |
ontslag ingetrokken |
In 1880 richtte Abraham Kuyper i in Amsterdam de Vrije Universiteit op. Eerder, in januari 1879, had hij mede aan de wieg gestaan van de Anti-Revolutionaire Partij i. Beide feiten wijzen op de opkomst van (rechtzinnige) protestanten in het maatschappelijke en politieke leven. Het aantal ARP-Tweede Kamerleden nam bij de periodieke en tussentijdse verkiezingen tussen 1877 en 1883 toe van tien naar vijftien (van de 84 leden).
Behalve het nieuwe Wetboek van Strafrecht kwam in 1880 de Drankwet tot stand, die regels stelde voor de kleinhandel in sterke drank.
Ter vervanging van een wet uit 1817 kwam er een Auteurswet. Het auteursrecht van vervaardigers van geschriften, plaat-, kaart-, muziek- en toneelwerken werd vastgelegd, evenals dat van uitvoerders van dramatisch-muzikale en toneelwerken. Het auteursrecht is 50 jaar geldig en loopt tot 30 jaar na de dood van de auteur door.