Tweede Kamerverkiezingen 1977

Met dank overgenomen van Parlement.com.

De Tweede Kamerverkiezingen van 1977 waren op 25 mei. Dit waren vervoegde verkiezingen, nadat het kabinet-Den Uyl1 in maart ten val was gekkozen. De PvdA won, met als verkiezingsleus: Kies de minister-president, tien zetels en de VVD zes. Nieuwkomer CDA deed het iets beter van KVP2, ARP3 en CHU4 in 1972. Winst was er ook voor D'66. Vrijwel alle kleinere partijen verloren.

Ondanks de winst kwamen PvdA en D'66 niet in de regering. CDA en VVD formeerden namelijk het kabinet-Van Agt I5, nadat langdurig was gepoogd een kabinet van PvdA, CDA en D'66 (het tweede kabinet-Den Uyl) te formeren.

Inhoudsopgave

  1. Uitslag
  2. Kerngegevens
  3. Lijsttrekkers en verkiezingsprogramma's
  4. Gekozenen
  5. Achtergrond verkiezingen

1.

Uitslag

Partij

Stemmen

%

Zetels 1977

Zetels 1972

Winst/verlies

PvdA6

2.813.793

33,8

53

43

+10

CDA7

2.653.416

31,9

49

48

+1 *

VVD8

1.492.689

17,9

28

22

+6

D'669

452.423

5,4

8

6

+2

SGP10

177.010

2,1

3

3

0

CPN11

143.481

1,7

2

7

-5

PPR12

140.910

1,6

3

7

-4

GPV13

79.421

0,9

1

2

-1

PSP14

77.972

0,9

1

2

-1

Boerenpartij15

69.914

0,8

1

3

-2

DS'7016

59.487

0,7

1

6

-5

RKPN17

33.227

0,4

0

1

-1

  • * 
    In 1972: ARP, CHU en KVP

Overige partijen

RPF18

53.220

0,6

Nederlandse Volksunie

33.434

0,4

SP

24.420

0,2

Verbond tegen Ambtelijke Willekeur

4.110

0,0

Federatie Bejaardenpart. Nederland

3.807

0,0

Kommunistiese Eenheidsbeweging Ned.

2.649

0,0

Democratisch Actie Centrum

2.150

0,0

Europese Conservatieven Unie

197

0,0

Nederlandse Middenstandspartij

0

0,0

Lijst-Griek

0

0,0

Partij voor de Belastingbetalers

0

0,0

lijst-Jusia

0

0,0

2.

Kerngegevens

Tweede Kamerverkiezingen 1977

verkiezingsdatum

25 mei

aantal kiesgerchtigden

9.497.999

aantal uitgebrachte stemmen

8.365.829

aantal geldige stemmen

8.317.612

aantal ongeldige stemmen

48.217

opkomstpercentage

88,0

aantal deelnemende partijen

24

aantal partijen dat zetel behaalde

11

3.

Lijsttrekkers en verkiezingsprogramma's

In onderstaande tabel is per partij aangegeven wie de lijsttrekker was en met welk verkiezingsprogramma een partij mee heeft gedaan aan de verkiezingen.

 

Partij

Lijsttrekker

Verkiezingsprogramma

PvdA

Joop Den Uyl19

Programma PvdA Tweede-Kamerverkiezingen 1977.

CDA

Dries Van Agt20

Niet bij brood alleen.

VVD

Hans Wiegel21

Vrijheid werk samenwerking.

D'66

Jan Terlouw22

Het redelijk alternatief : verkiezingsprogramma 1977 D66.

SGP

Hette Abma23

Verkiezingsprogram SGP 1977 "Signalen voor Goede Politiek".

CPN

Marcus Bakker24

Verkiezingsprogramma CPN 1977

PPR

Ria Beckers-de Bruijn25

Programma PPR Tweede-Kamerverkiezingen 1977.

GPV

Bart Verbrugh26

Verkiezingsprogram GPV 1977.

PSP

Bram van der Lek27

Aktieprogramma PSP 1977-1981.

Boerenpartij

Hendrik Koekoek28

Wat de Boeren-Partij wil (urgentieprogram 1977).

DS'70

Wim Drees jr.29

Vrijheid en solidariteit: in redelijkheid.

4.

Gekozenen

Neem contact op met de redactie van PDC voor een overzicht van de gekozen Tweede Kamerleden.

5.

Achtergrond verkiezingen

  • Verkiezingsjaar 197730
  • Polygoon-journaal over verkiezingsstrijd

Meer over

  • Wetenswaardigheden Tweede Kamerverkiezingen31
  • Tweede Kamerverkiezingen32
  • Parlementaire geschiedenis van de jaren 1970 - Serieparlementairegeschiedenis.nl

  • 1. 
    Dit kabinet wordt beschouwd als het meest links-progressieve kabinet uit de parlementaire geschiedenis. Het kwam tot stand na de moeizame formatie die volgde op de verkiezingen van 1972 en was de opvolger van de kabinetten-Biesheuvel I en II. Het bestond uit bewindslieden van de PvdA, D'66, PPR, KVP en ARP onder leiding van PvdA'er Joop den Uyl.
     
  • 2. 
    De KVP was een christendemocratische partij, die, hoewel zij voor iedereen openstond, vrijwel uitsluitend aanhang had onder de katholieken. De partij was in 1945 de opvolger van de vooroorlogse RKSP. In 1980 fuseerde zij met ARP en CHU tot het CDA. De KVP had met name in sommige streken (Limburg, Noord-Brabant, delen van Gelderland, Twente) een sterke machtspositie.
     
  • 3. 
    De ARP werd op 3 april 1879 opgericht door Abraham Kuyper. Daarmee kwam er een partijverband voor politieke stroming, de antirevolutionairen, die reeds sinds het begin van de 19e eeuw bestond. Zij was de eerste nationale politieke partij. De ARP was een christendemocratische, protestantse partij. In 1980 ging de ARP met KVP en CHU op in het CDA.
     
  • 4. 
    De CHU was een christendemocratische politieke partij, die vooral aanhang had onder Nederlands-Hervormden. De CHU kende een los partijverband en daarom was er sprake van een unie. De CHU ontstond in 1908 door samengaan van de Christelijk-Historische Partij en de Friese Bond van christelijk-historischen. In 1980 fuseerde de CHU met ARP en KVP tot het CDA.
     
  • 5. 
    Dit kabinet van CDA en VVD kwam na een lange formatieperiode tot stand, nadat vorming van een tweede kabinet-Den Uyl was mislukt. Hoewel de PvdA bij de verkiezingen van 1977 de grootste partij was geworden, werd CDA-leider Dries van Agt premier.
     
  • 6. 
    De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
     
  • 7. 
    Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
     
  • 8. 
    De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
     
  • 9. 
    Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
     
  • 10. 
    De SGP is een behoudende christelijke (reformatorische) partij aan de rechterkant van het politieke spectrum, die strikt volgens Bijbelse normen politiek wil bedrijven. Politiek leider van de SGP is Chris Stoffer. De partij werd opgericht op 24 april 1918 en is daarmee de oudste nog bestaande partij van Nederland.
     
  • 11. 
    De Communistische Partij van Nederland (CPN) was een communistische partij die na de Tweede Wereldoorlog veertig jaar lang (tot 1986) met een Eerste Kamerfractie en Tweede Kamerfractie vertegenwoordigd was in de Staten-Generaal. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in de periode 1946-1986 schommelde het zetelaantal van de CPN tussen de 2 en 10. De partij maakte altijd deel uit van de oppositie. Hoewel de CPN geen eigen jongerenorganisatie kende, was het Algemeen Nederlands Jeugdverbond (ANJV) politiek gezien nauw verbonden aan de CPN.
     
  • 12. 
    De Politieke Partij Radikalen (PPR) was een radicaal-christelijke partij. De partij werd op 27 april 1968 opgericht door christenradicalen die zich hadden afgesplitst van vooral de Katholieke Volkspartij (KVP) en in mindere mate de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). In 1991 fuseerde de PPR met CPN, EVP en PSP tot GroenLinks.
     
  • 13. 
    Het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) was een in 1948 gevormde protestants-christelijke partij, die zich baseerde op bijbelse normen. De partij was sterk verbonden met de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt).
     
  • 14. 
    De Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP), opgericht in 1957, was een pacifistische partij, die tevens streefde naar hervorming van de maatschappij in socialistische zin. In 1990 fuseerde de partij met PPR, CPN en EVP tot GroenLinks.
     
  • 15. 
    De Boerenpartij was een conservatief-liberale belangen- en protestpartij. De partij werd opgericht in 1958 als voortzetting van de 'Vrije Boeren', een organisatie die zich tegen overheidsregulering van de landbouw via publiekrechtelijke organisaties verzette. In 1981 werd de partij hernoemd tot Rechtse Volkspartij (RVP), die na 1982 echter in de vergetelheid raakte.
     
  • 16. 
    DS'70 was een centrumrechtse sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1970 als afsplitsing van de Partij van de Arbeid, door leden die ontevreden waren over de koers van die partij, zowel op financieel-economisch gebied als bij het buitenlands beleid. De partij was tot juli 1972 vertegenwoordigd in het kabinet-Biesheuvel I.
     
  • 17. 
    De RKPN was een conservatief katholieke partij die eenmaal (in 1972) met succes deelnam aan de Tweede Kamerverkiezingen. De RKPN haalde toen één zetel. De onder leiding van de Noord-Hollandse leraar Klaas Beuker staande partij keerde zich tegen de koers van de KVP, die zij onder meer te toegeeflijk vond op zedelijk gebied (onder andere ten aanzien van abortus) en te links op sociaal gebied.
     
  • 18. 
    De RPF was een protestants-christelijke partij die in 1975 ontstond en sinds januari 2000 samenwerkte met het GPV onder de naam ChristenUnie. Op 15 mei 2002 heeft de RPF ook niet meer zelfstandig aan de Tweede Kamerverkiezingen deelgenomen.
     
  • 19. 
    Gedreven PvdA-ideoloog en -politicus en econoom. Voor sommigen 'ome Joop', voor anderen de verpersoonlijking van verfoeilijk socialisme. Kwam vanuit de journalistiek in de 'denktank' van de PvdA en werd in 1956 Tweede Kamerlid. Stapte in 1962 over het wethouderschap van economische zaken in Amsterdam en stimuleerde onder andere de industrievestiging. In 1965 minister van Economische Zaken in het kabinet-Cals. Volgde in 1966 Vondeling op als partijleider. Zou tot 1986 het gezicht van de PvdA zijn. Het door hem geleide kabinet ging als het meest linkse de geschiedenis in. Kon het succes bij de verkiezingen van 1977 niet omzetten in hernieuwde regeermacht. Zijn derde optreden als minister (ditmaal van Sociale Zaken onder Van Agt) verliep teleurstellend. Ondanks herstel in 1982 bleef zijn partij buiten het kabinet. Erudiet analyticus en scherp debater, die door zijn gedrevenheid echter soms drammerig overkwam.
     
  • 20. 
    CDA-voorman, jurist en premier van KVP-huize. Stond als hoogleraar strafrecht bekend als vernieuwingsgezind en bracht als minister van Justitie belangrijke wetten tot stand. Vicepremier in het kabinet-Den Uyl. Kwam in de kabinetten-Biesheuvel en -Den Uyl diverse malen in politieke problemen, onder meer door discussies over de vrijlating van de Drie van Breda, de abortuskwestie en de affaire-Menten. Werd in 1977 de eerste leider van het CDA en was daarna vijf jaar premier. Was toen de politieke tegenvoeter van PvdA-leider Den Uyl; even populair bij zijn achterban als verguisd door zijn tegenstanders. Stapte na de verkiezingen van 1982 op als politiek leider. Nadien Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en EG-ambassadeur. Relativeerde de politiek en zichzelf, maar was tactisch sterk. Formuleerde zorgvuldig en viel op door zijn kleurrijke en soms archaïsche taalgebruik.
     
  • 21. 
    Voorman en prominent lid van de VVD. Bevorderde in de periode 1971-1982 als (jeugdig) partijleider door een op de middengroepen en geschoolde arbeiders gerichte koers de groei van zijn partij. Zette zich sterk af tegen het kabinet-Den Uyl. Uitstekend debater en raspoliticus die optimaal gebruikmaakte van de media. Kon het goed vinden met CDA-leider Van Agt en werd in diens kabinet in 1977 vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken. Werd in 1982 commissaris van de Koningin in Friesland, maar bleef lang een vooraanstaande rol in zijn partij spelen. Stapte later over naar de organisatie van zorgverzekeraars en werd senator. Zijn tegenstem in de Eerste Kamer tegen het correctief referendum veroorzaakte in 1999 een korte kabinetscrisis. Hoffelijke man, die feitelijk vrij verlegen was en een afkeer had van scherpslijperij. Genoot graag van een goed glas en goede maaltijd.
     
  • 22. 
    Natuurkundige, jeugdboekenschrijver en D66-voorman; na Van Mierlo hét gezicht van D66. In 1971 Tweede Kamerlid en in 1973 fractievoorzitter. Wist in 1976 zijn partij te redden en vervolgens naar electoraal succes te leiden. Vicepremier en minister van Economische Zaken in het tweede kabinet-Van Agt. Botste toen vaak met zijn collega-minister Den Uyl en kwam zowel binnen als buiten zijn partij onder vuur te liggen. Werd in 1982 met tegenzin weer lijsttrekker, maar verdween na de voor D66 teleurstellende verkiezingen enige jaren van het politieke toneel. In 1991 de eerste D66-Commissaris van de Koningin en later nog vier jaar senator. Kalme, vriendelijke domineeszoon, die als de verpersoonlijking van 'het redelijke alternatief' (de slogan van zijn partij) bekendstond en door velen werd getypeerd als 'de ideale schoonzoon'.
     
  • 23. 
    Hervormde dominee (Gereformeerdebonder) en SGP-voorman met kenmerkend zwart pak en donkere domineesstem. Kwam in 1963 in de Tweede Kamer en volgde in 1971 Ir. Van Dis op als fractievoorzitter. Bleef daarnaast actief als predikant. Diende in 1979 met de GPV'er Verbrugh een, overigens kansloos, initiatiefwetsvoorstel in over bescherming van ongeboren leven, als alternatief voor de abortusvoorstellen van PvdA en D66 en van het kabinet-Van Agt. Stapte in 1981 over naar 'de overzijde van het Binnenhof'. Bleef ook in de Kamer allereerst dominee, die vaak citeerde uit de Bijbel. Als hij als Kamerlid sprak, richtte hij vaak de blik omhoog, het hoofd schuin achterover gebogen. Minzame en gerespecteerde 'getuigende' politicus.
     
  • 24. 
    Hét gezicht van de CPN tussen 1963 en 1982 en één van de bekendste politici van zijn tijd. Rechtlijnige communist, die als vertrouweling van Paul de Groot tot midden jaren zestig in de Tweede Kamer een onvervalst stalinistisch geluid liet horen. Was daarvoor onder meer hoofdredacteur van dagblad De Waarheid. Vanaf het einde van de jaren zestig, toen hij fractievoorzitter was geworden, groeide zijn populariteit vanwege zijn scherpe, vaak bijtende, maar ook humoristische betogen, die veel 'gewone' kiezers - en zelfs tegenstanders - aanspraken. Gevreesd vanwege zijn snedige interrupties. Werd, omdat hij parlementaire rechten verdedigde, uiteindelijk zelfs een geacht Tweede Kamerlid, naar wie in de nieuwbouw van de Tweede Kamer een zaal werd vernoemd.
     
  • 25. 
    Politiek leider van de PPR en later GroenLinks. Was voor zij in de politiek kwam twaalf jaar lerares klassieke talen in Haarlem en Leiden. In 1974 partijvoorzitter en in 1977 eerste vrouwelijke lijsttrekker in de Nederlandse politiek. Onder haar leiding verbrak de PPR het bondgenootschap met de PvdA en koerste de partij aan op samenwerking met PSP, CPN en EVP. Debatteerde als fractievoorzitter vaak op indringende wijze over onderwerpen als vrede en veiligheid, sociale zaken, mensenrechten en bescherming van het milieu. Na haar vertrek uit de politiek actief in besturen van milieuorganisaties. Gedreven, idealistisch en gerespecteerd politica.
     
  • 26. 
    GPV-voorman. Scheikundige die werkzaam was in Nederlands-Indië en tijdens de Japanse bezetting in een kamp zat. Na de oorlog leraar fysische chemie aan een HTS in Dordrecht en later adjunct-directeur van die school. Jarenlang secretaris van het GPV. Kwam in 1971 als tweede GPV'er naast Jongeling in de Tweede Kamer en volgde hem in 1977 op als fractieleider. Had minder 'het gehoor' van de Kamer dan zijn veel bekendere voorganger. Maakte deel uit van de Staatscommissie-Cals/Donner.
     
  • 27. 
    Bioloog die als PSP-Tweede Kamerlid als één van de eersten aandacht vroeg voor het probleem van de milieuverontreiniging. Was enige jaren leraar op de kinderwerkplaats van Kees Boeke en kwam in 1967 in de Tweede Kamer. Verving in 1972 vanwege zijn jeugdiger uitstraling Wiebenga als partijleider en lijsttrekker. Vanwege gezondheidsproblemen nam Fred van der Spek in 1977 zijn plaats over in de toen uit één persoon bestaande fractie. Vervulde nadien nog vele politieke functies, zoals Eerste Kamerlid, partijvoorzitter en lid van het Europees Parlement. Droeg als één van de eersten in de Kamer nooit een stropdas.
     
  • 28. 
    Voorman van de Boerenpartij. Bekend, kleurrijk, maar ook omstreden Tweede Kamerlid. Leider van de 'Vrije Boeren' die zich keerden tegen regulering van de landbouw via de PBO (Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie). Kreeg midden jaren zestig ook steun van andere ontevreden kiezers en wist zodoende met zijn partij in 1963 drie en in 1967 zeven zetels te behalen. Riep in eigen gelederen weerstanden op, zeker toen hij leden met een besmet oorlogsverleden verdedigde, en kreeg in de jaren zestig geregeld te maken met afsplitsingen. Reageerde op kritiek veelal met persoonlijke aanvallen op politieke tegenstanders. Werd als Kamerlid nauwelijks serieus genomen.
     
  • 29. 
    Voorman van DS'70 en Rekenkamerlid. Maakte carrière als ambtenaar op Financiën en hoogleraar openbare financiën. Stapte in 1971 de politiek in als aanvoerder van DS'70, een rechtse afsplitsing van de PvdA. Bekend als 'de jonge Drees' en als 'zoon van' verwierf hij een zekere populariteit. Zijn partij kwam de Kamer binnen met acht zetels en werd regeringspartij in het kabinet-Biesheuvel. Drees zelf werd minister van Verkeer en Waterstaat. Zette zich in voor bevordering van het openbaar vervoer. Was feitelijk meer ambtenaar en hoogleraar dan politicus. Beschikte over 'droge' humor, vriendelijk en overtuigd van eigen gelijk (wat hij overigens soms ook had). Vanaf 1973 fractieleider in de Tweede Kamer, die met veel interne verdeeldheid te maken kreeg. Besloot zijn bestuurlijke loopbaan als lid van de Algemene Rekenkamer, een functie waarvoor hij geknipt was.
     
  • 30. 
    1977 was een roerig jaar in de parlementaire geschiedenis. De toch al moeizame verhouding tussen progressieven en christendemocraten verslechterde, het kabinet-Den Uyl kwam in zijn oogstjaar ten val, en de verkiezingen hadden een ongekend hoge opkomst en een bijzondere uitkomst. Daarna begon een formatie, die de langste uit de geschiedenis zou blijken te zijn.
     
  • 31. 
    Wat is er te zeggen over Tweede Kamerverkiezingen in het verleden, bijvoorbeeld over de grootste winst en het grootste verlies, over resultaten van regeringspartijen en over de kansen op succes van nieuwe partijen?
     
  • 32. 
    De leden van de Tweede Kamer worden in principe eens in de vier jaar gekozen op basis van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Ook na de val van een kabinet worden bijna altijd verkiezingen gehouden. Kiesgerechtigd zijn alle Nederlanders die op de dag van de kandidaatstelling 18 jaar of ouder zijn, mits niet het kiesrecht vanwege een veroordeling is ontnomen.