Tweede Kamerverkiezingen 1959

Met dank overgenomen van Parlement.com.

Op 12 maart 1959 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze verkiezingen waren nodig na de val van het kabinet-Drees III1. Omdat de PvdA bij deze vervroegde Tweede Kamerverkiezingen twee zetels verloor, werd de KVP2 met 49 zetels de grootste partij. Grote stijger was de VVD met zes zetels, die daarmee voor het eerst de derde partij van het land werd. De communisten leden een zware nederlaag. Nieuwkomer was de PSP3 met twee zetels. De PvdA koos voor de oppositie en KVP, VVD, ARP4 en CHU5 vormden het kabinet De Quay6.

Inhoudsopgave

  1. Uitslag
  2. Kerngegevens
  3. Lijsttrekkers en verkiezingsprogramma's
  4. Gekozenen

1.

Uitslag

partij

stemmen

pct.

zetels

winst/verlies

KVP

1.895.914

31,5

49

/

PvdA

1.821.285

30,3

48

-2

VVD

732.658

12,2

19

+6

ARP

563.091

9,3

14

-1

CHU

486.429

8,1

12

-1

CPN

144.542

2,4

3

-4

SGP

129.678

2,1

3

/

PSP

110.499

1,8

2

+2

GPV

39.972

0,6

0

 

BP/BMP

39.423

0,6

0

 

Wagenaar

34.723

0,5

0

 

Prot.Chr. Nationale Unie

1317

0,0

0

 

2.

Kerngegevens

Tweede Kamerverkiezingen 1959

verkiezingsdatum

12 maart

aantal kiesgerechtigden

6.425.458

aantal uitgebrachte stemmen

6.143.409

aantal geldige stemmen

5.999.530

percentage geldige stemmen

95,6

aantal deelnemende partijen

12

aantal partijen dat zetel behaalde

8

3.

Lijsttrekkers en verkiezingsprogramma's

In onderstaande tabel is per partij aangegeven wie de lijsttrekker was en met welk verkiezingsprogramma een partij mee heeft gedaan aan de verkiezingen.

 

Partij

Lijsttrekker

Verkiezingsprogramma

KVP

Carl Romme7

Verkiezingsmanifest 1959.

PvdA

Anne Vondeling8 en 5 anderen

Verkiezingsprogram 1959.

VVD

Pieter Oud9

Verkiezingsmanifest 1959 : Op het keerpunt.

ARP

Jelle Zijlstra10

Program van Actie.

CHU

Hendrik Tilanus11

Verkiezingsmanifest 1959.

CPN

Paul de Groot12

Verkiezingsprogramma 1959*

SGP

Pieter Zandt13

Verkiezingsprogramma 1959*

PSP

Henk Lankhorst14 en Nico van der Veen15

Verkiezingsmanifest.

  • * 
    (Nog) niet beschikbaar

4.

Gekozenen

Neem contact op met de redactie van PDC voor een overzicht van de gekozenen.

Achtergrond verkiezingen

  • Polygoon-journaal over verkiezingen 1959

Meer over

  • Wetenswaardigheden Tweede Kamerverkiezingen16
  • Tweede Kamerverkiezingen17

  • 1. 
    Na de verkiezingen van 1952 kwam dit derde kabinet op brede basis tot stand. Het kabinet onder leiding van PvdA-voorman Willem Drees bestond uit ministers van de PvdA, KVP, ARP en CHU en telde verder een partijloze minister. Het was een van de rooms-rode coalities. De VVD, deel van het voorgaande kabinet-Drees II, werd als regeringspartij vervangen door de ARP.
     
  • 2. 
    De KVP was een christendemocratische partij, die, hoewel zij voor iedereen openstond, vrijwel uitsluitend aanhang had onder de katholieken. De partij was in 1945 de opvolger van de vooroorlogse RKSP. In 1980 fuseerde zij met ARP en CHU tot het CDA. De KVP had met name in sommige streken (Limburg, Noord-Brabant, delen van Gelderland, Twente) een sterke machtspositie.
     
  • 3. 
    De Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP), opgericht in 1957, was een pacifistische partij, die tevens streefde naar hervorming van de maatschappij in socialistische zin. In 1990 fuseerde de partij met PPR, CPN en EVP tot GroenLinks.
     
  • 4. 
    De ARP werd op 3 april 1879 opgericht door Abraham Kuyper. Daarmee kwam er een partijverband voor politieke stroming, de antirevolutionairen, die reeds sinds het begin van de 19e eeuw bestond. Zij was de eerste nationale politieke partij. De ARP was een christendemocratische, protestantse partij. In 1980 ging de ARP met KVP en CHU op in het CDA.
     
  • 5. 
    De CHU was een christendemocratische politieke partij, die vooral aanhang had onder Nederlands-Hervormden. De CHU kende een los partijverband en daarom was er sprake van een unie. De CHU ontstond in 1908 door samengaan van de Christelijk-Historische Partij en de Friese Bond van christelijk-historischen. In 1980 fuseerde de CHU met ARP en KVP tot het CDA.
     
  • 6. 
    Dit centrumrechtse kabinet van KVP, ARP, CHU en VVD kwam tot stand na de verkiezingen van 1959 als opvolger van het kabinet-Beel II. Het was het eerste naoorlogse kabinet zonder de PvdA. Minister-president De Quay kwam van de KVP. Het kabinet trad op 19 mei 1959 aan.
     
  • 7. 
    Voorman van de KVP die met Drees in de naoorlogse jaren de Nederlandse politiek domineerde. Was voor de Tweede Wereldoorlog als jong Amsterdams gemeenteraadslid al een gedreven katholiek politicus. Na een hoogleraarschap in Tilburg werd hij in 1937 minister van Sociale Zaken in het vierde kabinet-Colijn. Streefde een actievere werkgelegenheidspolitiek na en kreeg bekendheid door zijn spaarregeling voor werklozen ('het kwartje van Romme'). Werd na de oorlog geen minister meer, waarbij mogelijk zijn wat omstreden rol in de oorlog (commissaris van een reclamebedrijf dat ook voor de Duitsers werkte) een rol speelde. Was tot 1961 fractieleider en werd toen staatsraad. Was tevens politiek commentator van De Volkskrant. Begenadigd spreker, die prachtige zinnen maakte. Harde werker: las als enige alle kamerstukken. Politieke peetvader van Klompé en Schmelzer. Bijnaam: 'de Sfinx van Overveen'.
     
  • 8. 
    Op 2 maart 1916 werd in Appelscha Anne Vondeling geboren. Hij was tussen 1946 en 1979 als Tweede Kamerlid, fractievoorzitter, minister, vicepremier, Tweede Kamervoorzitter en lijsttrekker bij de Europese verkiezingen actief in de Nederlandse politiek. Vondeling was een markante politicus, niet geheel vrij van ijdelheid, maar ook zelfstandig, authentiek, innovatief en sportief. Dat laatste zowel in de zin van politicus die wist te geven en nemen, als een sportliefhebber. Bovenal was hij een democraat en parlementariër in hart en nieren.
     
  • 9. 
    Staatsman, geschiedschrijver, staatsrechtgeleerde en voorman van de VDB en de VVD. Begon zijn loopbaan als kandidaat-notaris en belastingontvanger en was al op jonge leeftijd een vooraanstaand en veelzijdig Tweede Kamerlid. Trad in 1933 met Marchant toe tot het crisiskabinet-Colijn en voerde als minister van Financiën een strak bezuinigingsbeleid. In 1938 burgemeester van Rotterdam (tot 1952). Na de oorlog korte tijd lid van de PvdA, maar voelde zich daarin toch niet thuis en richtte met Stikker in 1948 de VVD op. Werd daarvan de onbetwiste politieke leider. Sprak met een wat hoge, zachte stem, maar had in de Kamer veel gezag door zijn kennis van het staats- en parlementsrecht. Kon overigens ook vilein uit de hoek komen en gold als autoritair. Schreef standaardwerken over de parlementaire geschiedenis.
     
  • 10. 
    Bekwame en gezagvolle econoom van ARP-huize. Werd al op jonge leeftijd, na hoogleraar aan de VU te zijn geweest, minister van Economische Zaken in het kabinet-Drees III en later in het kabinet-De Quay minister van Financiën. Ontwikkelde in die laatste functie een norm voor een trendmatig begrotingsbeleid. Gold in de ARP als modern en pragmatisch, maar riep soms weerstanden op door zijn rechtlijnigheid. Hoewel hij zichzelf niet als politicus beschouwde, was hij tweemaal lijsttrekker van de ARP. Werd als premier van een interim-kabinet een populair politicus, mede door een oudejaarsconference van Wim Kan. Nadien een behoedzame president van De Nederlandsche Bank, die vaak waarschuwde tegen groei van overheidsuitgaven. Had ook internationaal gezag. Was een uitstekend spreker, die helder ingewikkelde problemen kon uitleggen zonder vakjargon te gebruiken.
     
  • 11. 
    Voorman van de CHU in het midden van de twintigste eeuw. Bijna eenenveertig jaar Tweede Kamerlid en later tevens fractievoorzitter en partijvoorzitter. Was oorspronkelijk officier. Werd een gezaghebbend Kamerlid met name op defensie- en onderwijsgebied en was jarenlang secretaris van de Onderwijsraad. Gijzelaar in Sint-Michielsgestel. Leidde zijn partij door de crisis over de Indische politiek, waarbij hij met veel interne oppositie te maken had. Exponent van de gematigde, gouvernementele CHU, wars van scherpslijperij. Trad als partijleider zelfstandig op, maar gaf fractieleden wel de ruimte om een minderheidsstandpunt in te nemen. Tamelijk pragmatisch ingesteld, geen theoreticus. Kwam altijd per fiets naar het Binnenhof.
     
  • 12. 
    Uit België afkomstige diamantbewerker, die na 1945 lange tijd de communistische voorman was. Gevreesd of bewonderd (of beide) door zijn partijgenoten. Speelde in de Kamer geen opvallende rol en had daar nauwelijks contact met andersdenkenden. Als partijsecretaris feitelijk de invloedrijkste CPN-leider. Gold als een onvoorwaardelijke Stalinist. Bleef ook na zijn Kamerlidmaatschap lange tijd de machtigste man van de CPN, maar in 1978 werd hem zijn erelidmaatschap ontnomen.
     
  • 13. 
    Orthodox-hervormde predikant, die door zijn kenmerkende zwarte pak en conservatief-protestantse opvattingen jarenlang een opvallende figuur in de Tweede Kamer was. Pleitbezorger van een protestants, volgens bijbelse normen geregeerd Nederland. Antipapistisch. Maakte bijvoorbeeld bezwaar tegen een bankbiljet, omdat daarop een kleine afbeelding van Sint Maarten stond. Als nestor van de Kamer diverse keren waarnemend Kamervoorzitter. Raakte nooit zijn spreekangst kwijt, maar kon wel met Gronings accent scherp uit de hoek komen, bijvoorbeeld over de Indiëpolitiek. Was ook lange tijd gemeenteraadslid in Delft en lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland.
     
  • 14. 
    PSP'er die afkomstig was uit de kring van de vooroorlogse CDU en in de jaren zestig hét gezicht van zijn partij was. Medeoprichter van de PSP. Maakte vanaf 1959 deel uit van de PSP-Tweede Kamerfractie en werd daarvan in 1962 voorzitter. Plichtsgetrouw en nauwgezet; beminnelijk in de omgang en daardoor, ondanks zijn radicale standpunten, gewaardeerd door zijn collega-Kamerleden. Was een goed organisator. Kreeg later in zijn partij het verwijt dat hij niet fel genoeg was. Bedankte voor het Tweede Kamerlidmaatschap en stapte in 1969 over naar de Eerste Kamer.
     
  • 15. 
    PSP-voorman. Principiële socialistische dominee, geheelonthouder, SDAP'er en korte tijd PvdA'er. In 1959 de eerste fractievoorzitter van de PSP in de Tweede Kamer. Was tijdens de Bezetting actief in het verzet en hielp daarna bij de repatriëring van gevangenen uit Duitsland en Oostenrijk. Keerde zich krachtig tegen het bestaan van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), die hij een ondemocratische instelling noemde waarvan hij groot gevaar vreesde voor de vrijheden van de mens. Jong overleden.
     
  • 16. 
    Wat is er te zeggen over Tweede Kamerverkiezingen in het verleden, bijvoorbeeld over de grootste winst en het grootste verlies, over resultaten van regeringspartijen en over de kansen op succes van nieuwe partijen?
     
  • 17. 
    De leden van de Tweede Kamer worden in principe eens in de vier jaar gekozen op basis van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Ook na de val van een kabinet worden bijna altijd verkiezingen gehouden. Kiesgerechtigd zijn alle Nederlanders die op de dag van de kandidaatstelling 18 jaar of ouder zijn, mits niet het kiesrecht vanwege een veroordeling is ontnomen.