Artikel 30: - Hoofdinhoud
-
1.Er wordt een specifieke regeling ingesteld voor het verrichten van activiteiten ter aanvulling van visserijactiviteiten die door vaartuigen onder de vlag van een lidstaat worden verricht in wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van een derde land vallen, in het kader van de bij een visserijovereenkomst tussen de Unie en de betrokken derde landen ingestelde tegenprestaties.
-
2.De activiteiten die verricht kunnen worden als aanvulling op visserijactiviteiten, onder de voorwaarden en binnen de grenzen bedoeld in de leden 3 en 4, hebben betrekking op:
-
a)de behandeling op het grondgebied van het betrokken derde land van de vangsten die door schepen onder de vlag van een lidstaat zijn gedaan in de wateren van dit derde land tijdens visserijactiviteiten die voortvloeien uit de uitvoering van een visserijovereenkomst, teneinde deze producten in de Unie in de handel te brengen onder de tariefposten van hoofdstuk 03 van het gemeenschappelijk douanetarief;
-
b)de aanvoer en de overlading op een vaartuig dat de vlag van een lidstaat voert, in het kader van door een dergelijke overeenkomst voorziene activiteiten, van visserijproducten van hoofdstuk 03 van het gemeenschappelijk douanetarief, met het oog op het vervoer en de eventuele bewerking van deze producten teneinde deze in de Unie in de handel te brengen.
-
-
3.Het invoeren in de Unie van producten die het voorwerp zijn geweest van de in lid 2 bedoelde activiteiten, vindt plaats met gedeeltelijke of gehele schorsing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief of onder een bijzondere heffingsregeling, onder de voorwaarden en binnen de aanvullende grenzen die jaarlijks worden vastgesteld volgens de omvang van de vangstmogelijkheden welke voortvloeien uit de betrokken overeenkomsten en de bijbehorende uitvoeringsbepalingen.
-
4.Bij Europese wet of kaderwet worden de algemene voorschriften voor de toepassing van deze regeling en inzonderheid de criteria voor de verdeling wordenvan de betrokken hoeveelheden vastgesteld.
De wijze van toepassing van deze regeling alsmede de betrokken hoeveelheden worden vastgesteld volgens de procedure bedoeld in artikel 37 van Verordening (EG) nr. 104/2000.