Kabinet zet Zuiderzeelijn voorlopig op dood spoor - Hoofdinhoud
Het kabinet heeft besloten de Zuiderzeelijn nog eens grondig te heroverwegen. De binnenkort geplande 'prijsvraag' waarbij het bedrijfsleven een 'bod' op de spoorlijn had kunnen uitbrengen, is voorlopig van de baan. Minister Peijs i schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat 'een nieuwe, geactualiseerde nut- en noodzaakdiscussie' gevoerd zal worden. Eén en ander moet uitmonden in een structuurvisie. In 2006 kan dan een besluit genomen worden of de Zuiderzeelijn er komt.
Deze stap van het kabinet is een direct gevolg van het parlementair onderzoek infrastructuurprojecten. Uit dit onderzoek bleek dat indertijd zowel voor de Betuweroute als voor de HSL-Zuid een inhoudelijk afweging voor de aanleg niet was gemaakt, en dat ook de Zuiderzeelijn op hetzelfde spoor zat. In 1998 beloofde het toenmalige kabinet de spoorlijn aan Groningen, zonder onderbouwing. Sindsdien leek de Zuiderzeelijn al net zo'n voortdenderende trein als de Betuwelijn en de HSL-Zuid, waarbij discussies over het nut van de nieuwe spoorverbinding werden afgekapt.
Commissievoorzitter Duivesteijn i is verheugd dat de minister het sein voorlopig op rood heeft gezet. Aanvankelijk was hij bang dat het kabinet een halfslachtig standpunt zou innemen, maar nu ligt volgens Duivesteijn de weg open voor een volwaardige, open en transparante discussie over het nut en noodzaak van de spoorlijn. De brief van de minister waarin zij verder ingaat op de aanbevelingen van de commissie, is een voorbereiding voor een debat volgende week. Dan praat de Tweede Kamer met het kabinet over het rapport van de tijdelijke commissie infrastructuurprojecten.
bron: staatscourant, de volkskrant, beiden van 23 maart 2005