Politieke stromingen - Hoofdinhoud
Politici en politieke partijen zijn vertegenwoordigers van een bepaald gedachtegoed. Zij halen hun inspiratie uit een bepaalde ideologie of overtuiging en beroepen zich op een samenhangend geheel van ideeën, opvattingen en wensen over de inrichting van de samenleving. Hierin zijn diverse stromingen te onderscheiden. Deze verschillende stromingen hebben allen een fundamenteel verschillende visie op de positie en de taken van de overheid en de relatie tussen overheid en burger.
Politieke stromingen vallen niet per definitie samen met politieke partijen. Sommige stromingen worden door meerdere partijen vertegenwoordigd. Zo worden zowel VVD i als D66 i als liberale partij gezien. Bovendien zijn er vaak elementen van verschillende stromingen terug te zien in de visie van partijen. Het ontstaan van nieuwe stromingen is het gevolg van brede maatschappelijke ontwikkelingen en gaat veelal vooraf aan het ontstaan van nieuwe partijen. De SDAP i bijvoorbeeld, werd opgericht nadat er al een tijd voor de emancipatie van de arbeider gepleit was.
De dominante stromingen in de Nederlandse politiek zijn vanaf de negentiende eeuw sterk veranderd. In de negentiende eeuw werd het parlement gedomineerd door liberalen en conservatieven. Aan het einde van de negentiende eeuw namen de sociaaldemocratie en de confessionele stromingen deze positie langzaam over. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw kwam het neoliberalisme en later ook het neonationalisme op.
Inhoudsopgave
Stroming |
Toelichting |
---|---|
Christendemocratie |
Christendemocratie is een politieke stroming die zijn grondslag heeft in het christelijke denken over sociale en economische verhoudingen. Gemeenschapszin, rentmeesterschap en zorg voor naasten vormen haar kernwaarden. Binnen het politieke spectrum nemen christendemocraten een centristische positie in tussen liberalen en conservatisme enerzijds en sociaaldemocraten anderzijds. |
Sociaaldemocratie |
Sociaaldemocratie is een politieke stroming die een gereguleerde vorm van kapitalisme voorstaat, gecombineerd met een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid. Ze streeft naar een egalitaire samenleving en is sterk gericht op verbetering van de sociaaleconomische en maatschappelijke positie van de lage- en middenklasse. |
Liberalisme |
Het liberalisme is een politieke stroming die de nadruk legt op het belang van het vrijheidsbeginsel. De hoogste vorm van vrijheid is volgens liberalen de individuele vrijheid. Vanuit dit perspectief is de rol van de overheid primair om het individu de ruimte te bieden zich ten volle te kunnen ontplooien. Verschillende liberale stromingen hebben verschillende perspectieven over hoe groot deze rol van de overheid moet zijn om de burger de optimale kansen te bieden. Liberale partijen zitten vrijwel altijd rechts op het politieke spectrum. |
Neoliberalisme |
Het neoliberalisme was oorspronkelijk een stroming van gematigde Duitse economen die een vorm van liberalisme voorstonden met een nadrukkelijke rol voor de overheid. In de loop der jaren is het begrip ‘neoliberalisme’ van betekenis veranderd. Tegenwoordig is de term ‘neoliberalisme’ vooral een etiket dat critici plakken op een beleid gericht op marktwerking, een kleinere overheid en vrijheid op het gebied van handel en internationaal kapitaalverkeer. Voorstanders van dergelijk beleid noemen zichzelf zelden neoliberaal. |
Neonationalisme |
Neonationalisme is een hedendaagse vorm van nationalisme die het belang van de natiestaat en zijn oorspronkelijke inwoners voorop stelt. In West-Europa keert het neonationalisme zich niet zozeer tegen de democratie als wel tegen liberaal-democratische ideeën over bijvoorbeeld internationalisering. Het neonationalisme ziet globalisering en immigratie als bedreiging en kent ook populistische elementen. |
Populisme |
Populisme is een verzamelnaam voor verschillende politieke bewegingen, met een aantal gemeenschappelijke kenmerken. Er kan daarbij onderscheid worden gemaakt tussen links-populisme i en rechts-populisme i. Deze bewegingen zijn allemaal gebaseerd op de tegenstelling tussen de heersende klasse en het volk. Deze bewegingen zetten zich af tegen de heersende klasse. Het begrip populisme wordt vaak negatief gebruikt. Een populist is dan iemand die de kiezer misleidt. Hij maakt gebruik van populaire slogans en zegt wat het volk horen wil. |
Ecologisme en Groene Politiek |
Het ecologisme is een maatschappelijk-politieke stroming die de mens als onderdeel van een groter ecosysteem ziet. Omdat in deze visie alles deel van hetzelfde systeem is, is het van groot belang om het (leef)milieu te beschermen en te verbeteren voor zowel mens als natuur. |
Stroming |
Toelichting |
---|---|
Liberalen |
Liberaal is een negentiende eeuwse politieke stroming. Vanaf het einde van die eeuw wordt de term gebruikt om aanhangers aan te duiden van partijen die streven naar een grote mate van vrijheid voor het individu. Liberale partijvorming was er pas voor het eerst in 1885 toen de Liberale Unie werd opgericht. |
Conservatieven |
Conservatief werd in de 19e eeuw gebruikt voor aanhangers van een politieke stroming, die zich keerde tegen een te grote volksinvloed op het bestuur. Nu wordt de aanduiding als verzamelnaam gebruikt voor politici die behoudend zijn. Er heeft in de 19e eeuw geen landelijke conservatieve partij bestaan. De conservatieven waren alleen plaatselijk georganiseerd. |
Antirevolutionairen |
Antirevolutionair was een 19e-eeuwse politieke stroming, die zich keerde tegen de ideeën van de Franse Revolutie, met name tegen de volkssoevereiniteit. De overheid ontleende haar gezag volgens de antirevolutionairen niet aan het volk, maar aan God. Tegenover de ideeën van de Revolutie werd de bijbel en de door God geleide geschiedenis gesteld (hiervoor werd ook de term christelijk-historisch gebruikt). De antirevolutionaire gedachten werden geformuleerd door G. Groen van Prinsterer. In de Kamer had hij slechts enkele medestanders. |
Katholieken |
Pas aan het einde van de 19e eeuw ontstond er een politieke organisatie van katholieken. Toch traden zij al vanaf omstreeks 1870 als groepering in het parlement op. Het zou tot 1883 duren, voordat er 'Proeve van een program van een katholieke partij' kwam en pas in 1897 kwam er een verbond van R.K. kiesverenigingen. Initiatiefnemer voor de katholieke partijvorming was de priester-staatsman Herman Schaepman. |
Meer over