Jhr.Mr. P.J. van Swinderen

Foto Jhr.Mr. P.J. van Swinderen
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Degelijk bestuurder uit een vermogende calvinistische Groningse regentenfamilie. Werd na tien jaar advocaat te zijn geweest kantonrechter in Groningen en was Statenlid. In 1888 volgde zijn benoeming tot Commissaris van de Koningin in Drenthe. Zorgde er in die functie voor dat er ook antirevolutionairen tot burgemeester werden benoemd. Werd door de liberalen gepasseerd bij een voordracht voor de Hoge Raad. Dankte zijn benoeming tot vicepresident van de Raad van State in 1903 aan het kabinet-Kuyper1. Grootvader van freule Wttewaall van Stoetwegen2.

functie(s) in de periode 1888-1911: vicepresident Raad van State, Commissaris van de Koning(in)

Inhoudsopgave

  1. Personalia
  2. Hoofdfuncties/beroepen (5/7)
  3. Nevenfuncties (4/7)
  4. Opleiding
  5. Wetenswaardigheden
  6. Publicaties van/over
  7. Familie/gezin
  8. Uitgebreide versie

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Petrus Johannes

geboorteplaats en -datum
Groningen, 25 juli 1842

overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 19 december 1911

begraafplaats en -datum
Noordlaren, 23 december 1911 (familiegraf)

2.

Hoofdfuncties/beroepen (5/7)

  • - 
    kantonrechter te Groningen, van 15 mei 1877 tot 1 september 1888
  • - 
    lid Provinciale Staten van Groningen, van november 1877 tot 1 september 1880 (voor het kiesdistrict Groningen)
  • - 
    lid gemeenteraad van Groningen, van 22 december 1877 tot 1 september 1888
  • - 
    Commissaris des Konings (vanaf 23 november 1890: 'der Koningin') in Drenthe, van 1 september 1888 tot 1 december 1903 (benoemd bij K.B. van 16 juli 1888)
  • - 
    vicepresident Raad van State, van 1 december 1903 tot 19 december 1911 (benoemd bij K.B. van 18 november 1903)

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

3.

Nevenfuncties (4/7)

  • - 
    lid College van Curatoren Rijksuniversiteit Groningen, van 24 augustus 1888 tot 1893
  • - 
    voorzitter College van Regenten "Rijkswerkinrichting voor mannen" te Veenhuizen, van 1 oktober 1888 tot 1 december 1903
  • - 
    voorzitter College van Curatoren Rijksuniversiteit Groningen, van 1893 tot 1 december 1903
  • - 
    lid ereraad inzake de zogenaamde lintjesaffaire, van januari 1910 tot juli 1910

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

4.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

5.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • - 
    Werd in 1886 als eerste aanbevolen voor een benoeming in de de Hoge Raad, maar werd door de Tweede Kamer niet als eerste op de voordracht geplaatst. De meerderheid gaf de voorkeur aan een liberaal.
  • - 
    Werd in 1903 benoemd tot vicepresident van de Raad van State, nadat jhr. A.F. de Savornin Lohman daarvoor had bedankt

uit de privésfeer
  • - 
    Was sinds 1861 tevens eigenaar van de borg Rensuma bij Uithuizermeeden
  • - 
    Zijn echtgenote was een kleindochter van G.W. baron van Imhoff, Gouverneur van Groningen en staatsraad
  • - 
    Zijn schoonvader was burgemeester van Groningen
  • - 
    Een zoon van hem was burgemeester van Loosdrecht
  • - 
    Zijn vader was advocaat en lid van Provinciale Staten van Groningen

verkiezingen
  • - 
    Werd bij de algemene verkiezingen in 1886 en 1887 in het district Groningen verslagen door S. van Houten

niet-aanvaarde politieke functies
  • - 
    minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, maart 1888 (geweigerd)

6.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • - 
    E.J. Werkman, "Gouverneurs van Drenthe. Jhr.mr. Petrus Johannes van Swinderen", in: "Maandblad Drenthe", nr.2 (1958)
  • - 
    D. Slijkerman, "In dienst van de Kroon" (2001)

7.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

8.

Uitgebreide versie

Uitgebreide biografieën van de huidige leden van de Eerste en Tweede Kamer zijn beschikbaar via parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.


  • 1. 
    Het coalitiekabinet-Kuyper werd gevormd na de overwinning van de rechtse partijen bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1901. Rooms-katholieken, Antirevolutionairen, Vrije antirevolutionairen en Christelijk-Historischen haalden daarbij samen 57 zetels. De twee laatstgenoemde groeperingen bleven echter buiten het kabinet. Tot 1904 had het kabinet geen meerderheid in de Eerste Kamer. Na de verwerping van de Hoger-onderwijswet in 1904 ontbond het kabinet de Eerste Kamer. De verkiezingen bezorgden het kabinet-Kuyper alsnog een meerderheid in de Senaat.
     
  • 2. 
    'De freule'. Kleine, praatgrage, vrijgezelle adellijke dame die door haar onconventionele optreden zowel binnen als buiten de Tweede Kamer, waarvan zij zesentwintig jaar deel uitmaakte, grote populariteit verwierf. Werd daardoor tevens één van de bekendste Tweede Kamerleden. Was justitie- en mediawoordvoerster van de CHU-fractie met belangstelling voor het gevangeniswezen en het familierecht. Kwam zowel op voor de rechten van de vrouw als van het Oranjehuis, waarmee ze zeer nauwe relaties onderhield. Maakte negen jaar deel uit van de enquêtecommissie regeringsbeleid 1940-1945. Vooruitstrevend op sociaal gebied, maar verder behoudend. Bijnamen: 'de rode freule' en 'de oranje freule'.