Dr. P. (Piet) Muntendam - Hoofdinhoud
Kleine grijze beweeglijke man met donkere onderzoekende ogen wiens naam in de wereld van de volksgezondheid in binnen- en buitenland een begrip was. Eén van de grondleggers van de sociale geneeskunde. Begon als 24-jarige dorpsdokter in Drenthe waar diepe armoede heerste en bond er de strijd aan met de tuberculose en de hoge zuigelingensterfte. Werd directeur-generaal volksgezondheid en was daarna staatssecretaris voor volksgezondheid in het tweede kabinet-Drees i. Eindigde zijn loopbaan als hoogleraar en voorzitter van talrijke adviescolleges en bepleiter van een bevolkingspolitiek en van betere kankerbestrijding. Was met zijn hele gezin actief in het verzet.
PvdA
functie(s) in de periode 1951-1953: staatssecretaris
Inhoudsopgave
Pieter (Piet)
geboorteplaats en -datum
Amsterdam, 22 september 1901
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 4 oktober 1986 partij(en)
PvdA (Partij van de Arbeid), vanaf september 1953 (hij was als staatssecretaris feitelijk partijloos)
verwante partij
PvdA (Partij van de Arbeid), van 1946 tot september 1953
-
-huisarts te Hollandscheveld (Dr.), van 1925 tot 1931
-
-controlerend geneeskundige, Coöperatieve Vereniging "Centraal Beheer" te Groningen, van 1931 tot 1938
-
-privaatdocent sociale geneeskunde, Rijksuniversiteit Groningen, van 1937 tot 1945
-
-inspecteur Staatstoezicht op de Volksgezondheid voor Groningen, Friesland en Drenthe, van 1938 tot 1 augustus 1945
-
-lector sociale verzekeringsgeneeskunde, Universiteit van Amsterdam, vanaf 1940
-
-medisch adviseur, Coöperatieve Vereniging "Centraal Beheer" te Amsterdam, van 1945 tot 1 april 1949
-
-directeur-generaal, directoraat-generaal van de Volksgezondheid, ministerie van Sociale Zaken, van 1 april 1949 tot 1 april 1950
-
-staatssecretaris van Sociale Zaken (belast met volksgezondheid), van 1 april 1950 tot 15 september 1951 (naam departement gewijzigd)
-
-staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid (belast met volksgezondheid), van 15 september 1951 tot 1 oktober 1953
-
-directeur-generaal Volksgezondheid, ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid, van 1 oktober 1953 tot 1 oktober 1964
-
-buitengewoon hoogleraar hygiëne en sociale geneeskunde, Rijksuniversiteit Leiden, van 1 oktober 1953 tot september 1964
-
-hoogleraar hygiëne en sociale geneeskunde, Rijksuniversiteit Leiden, van september 1964 tot 1 september 1972 (benoemd bij K.B. van 26 juni)
-
-rector magnificus Rijksuniversiteit Leiden, van 3 september 1967 tot 2 september 1968
-
-voorzitter Staatscommissie inzake de Kankerbestrijding, vanaf 1948
-
-ondervoorzitter Ziekenfondsraad, van 4 januari 1949 tot 1 april 1949
-
-secretaris Gereolontische Vereniging, omstreeks 1950
-
-lid adviescommissie voorzieningen voor studenten, vanaf 1953
-
-lid (dagelijks) bestuur Sociale Verzekeringsraad, omstreeks 1958 en nog in 1970
-
-lid Nederlandse delegatie in de Raad van de Economische Unie Benelux, omstreeks 1958
-
-voorzitter Nederlandse delegatie in de Commissie voor de Volksgezondheid, Benelux, omstreeks 1958
-
-lid curatorium Stichting RCN (Reactor Centrum Nederland), omstreeks 1958
-
-adviseur en lid interdepartementale stuurgroep over hulpverlening bij verkeersongevallen, vanaf 1964
-
-lid Uitvoerende Raad, Wereldgezondheidsorganisatie, van 1961 tot 1965
-
-voorzitter commissie huisartsen, vanaf augustus 1964 (studie naar huidige en toekomstige taak van huisartsen)
-
-lid Ziekenfondsraad, vanaf 15 april 1965
-
-voorzitter NCOG (Nederlands Congres voor Openbare Gezondheidsregeling), van 1965 tot 1973
-
-secretaris Senaat, Rijksuniversiteit Leiden, van september 1966 tot september 1968
-
-prorector sociale voorzieningen, Rijksuniversiteit Leiden, van september 1968 tot september 1969
-
-voorzitter Stichting Koningin Wilhelmina Fonds, van 1968 tot 1975
-
-voorzitter College van Curatoren Rijksuniversiteit Leiden, van 16 september 1969 tot 1 december 1971
-
-lid Academische Raad, omstreeks 1970
-
-voorzitter NIDI (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut)
-
-lid Raad voor het Zuiver-Wetenschappelijk onderzoek, omstreeks 1970
-
-kroonlid ad interim, College van Bestuur Rijksuniversiteit Leiden, van 1 december 1971 tot 1 september 1972
-
-voorzitter Staatscommissie inzake Bevolkingsvraagstukken, van 15 maart 1972 tot 9 februari 1977
-
-voorzitter NVVE (Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie), vanaf 1974
-
-voorzitter Commissie Alternatieve Geneeswijzen, van 25 mei 1977 tot januari 1981
-
-Hogere Burgerschool te Amsterdam, tot 1918
academische studie
-
-geneeskunde, Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, van 1918 tot 10 december 1924 (artsexamen)
promotie
-
-geneeskunde, Rijksuniversiteit Utrecht, 28 april 1936
-
-Bracht in 1950 de Wet op het preventiefonds (Stb. K 259) tot stand, waardoor een fonds wordt opgericht voor maatregelen ter voorkoming van ziekte en ter bevordering van de gezondheid. Het wetsvoorstel was ingediend door minister Joekes. (1.509)
-
-Bracht in 1951 de Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 288) tot stand. De wet voorzag in oprichting van een Centraal College dat het bevolkingsonderzoek moest stimuleren en coördineren. (1.936)
-
-Bracht in 1953 samen met minister Cals de Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 349) tot stand. De wet moest leerlingen beschermen tegen met name besmetting met de tuberculosebacil. Er kwam hiervoor een periodiek onderzoek van onderwijspersoneel. (2.506)
-
-Nam in 1964 ontslag als directeur-generaal, omdat hij geen mogelijkheden zag om samen te werken met de nieuwe staatssecretaris van Volksgezondheid, Bartels
uit de privésfeer
-
-Zijn echtgenote was apotheker
-
-Zijn twee in Groningen geboren zonen zijn ingenieur geworden en zijn twee in Drente geboren zonen werden arts.
-
-J.K. van der Korst, "Muntendam, Pieter (1901-1986)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel IV, 348
-
-H.G. Roelfsema-van der Wissel, "Muntendam, Pieter (1901-1986)", in: "Drentse biografieën", deel 2 (1990), 90-94
-
-Wie is dat? 1956
-
-Ned. Patriciaat, 1999
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.