Jhr.Mr. B.Ch. (Bon) de Savornin Lohman
Temperamentvolle en vooraanstaande conservatieve CHU-senator. Geestverwant van F.C. Gerretson1 en aanhanger van de Groot-Nederlandse gedachte. Op zijn negentwintigste hoogleraar staats- en administratiefrecht in Utrecht. Behoorde in 1927 tot de voornaamste opposanten van het Verdrag met België. Bewonderde Colijn2. Was in 1945 voorstander van een fusie tussen ARP en CHU. Neef van A.F. de Savornin Lohman3.
CHU
functie(s) in de periode 1926-1946: lid Eerste Kamer, fractievoorzitter EK
Inhoudsopgave
Bonifacius Christiaan (Bon)
geboorteplaats en -datum
Groningen, 13 juli 1883
overlijdensplaats en -datum
Utrecht, 17 maart 1946 partij(en)
CHU (Christelijk-Historische Unie)
-
-advocaat en procureur te 's-Gravenhage, van 1910 tot 1912
-
-hoogleraar wijsbegeerte van het recht voorzover betreft algemene staatsleer, staats- en administratiefrecht, Rijksuniversiteit Utrecht, van 16 november 1912 tot 17 maart 1946 (benoemd 25 september)
-
-rechter-plaatsvervanger Arrondissementsrechtbank te Utrecht, van 1 juli 1918 tot 10 maart 1928
-
-lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 7 april 1926 tot 17 maart 1946
-
-fractievoorzitter CHU Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 20 september 1929 tot 17 maart 1946
-
-rector magnificus Rijksuniversiteit Utrecht, van september 1930 tot september 1931
gevangenschap/internering
-
-geïnterneerd gijzelaarskamp te Buchenwald, van 9 oktober 1940 tot 15 november 1941
-
-geïnterneerd gijzelaarskamp te Haaren, van 16 november 1941 tot 11 mei 1942
-
-geïnterneerd gijzelaarskamp te Sint-Michielsgestel, van 11 mei 1942 tot 8 april 1944
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
-
-lid ereraad in affaire-Van 't Sant, van 1934 tot 1935 (beschuldigingen tegen de Haagse politiecommissaris Van 't Sant over oplichting)
-
-lid Staatscommissie inzake de Grondwetsherziening (Staatscommissie-De Wilde), van 24 januari 1936 tot 8 juni 1936
-
-lid Raad van Commissarissen Nederlandsche Handel-Maatschappij N.V., van 1939 tot 1946
-
-lid Verklaringscommissie-Beelaerts van Blokland (adviescommissie voor het toelaten van leden tot de Tijdelijke Staten-Generaal), september 1945
afgeleide functies, presidia etc. (4/6)
-
-lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 16 maart 1937 tot 21 september 1937
-
-lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 22 december 1937 tot 22 maart 1938
-
-lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 21 maart 1939 tot 20 juni 1939
-
-voorzitter Commissie voor Voorbereiding voor het wetsvoorstel Goedkeuring Verdrag van San Francisco over oprichting van de Verenigde Naties (Eerste Kamer der Staten-Generaal), oktober 1945
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
als parlementariër-
-In de Eerste Kamer sprak hij vooral over defensie, buitenlandse zaken, onderwijs en Indische zaken
-
-Interpelleerde op 14 oktober 1931 minister Beelaerts van Blokland over de stand van de Nederland-Belgische onderhandelingen
opvallend stemgedrag (2/4)
-
-Stemde in 1939 als enige van zijn fractie vóór de ontwerp-Kinderbijslagwet
-
-Behoorde in 1945 met Pollema en De Vos van Steenwijk tot de minderheid van de CHU die tegen het wetsvoorstel Voorlopige Staten-Generaal stemde
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
algemeen-
-Behoorde in 1922 tot een groep 'malcontenten' in de CHU die zich uitspraken voor een principiëlere koers, tegen de sociale politiek en tegen de wijze waarop de kandidaatstelling was geregeld
-
-Behoorde in 1924 tot een groep in de CHU ('goedgezinden') die zich keerden tegen de koers van de partij en die onder meer om krachtiger steun voor de bezuinigingspolitiek van Colijn vroeg
-
-Was sinds 1929 betrokken bij "Het Nederlandsch Weekblad", een orgaan van de Rotterdamse CHU-kamerkring dat opponeerde tegen de partijlijn
uit de privésfeer
-
-Zijn vader was gemeenteraadslid in Groningen
-
-Zijn neef, Witius Hendrik, was president van de Hoge Raad
verkiezingen
-
-In 1923 kandidaat in en in 1929, 1935 en 1937 gekozen door Groep I: Noord-Brabant, Zeeland, Utrecht en Limburg
-
-H. van Spanning, "De Christelijk-Historische Unie", deel I (1988)
-
-Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)
archivalia
archief-B.C. de Savornin Lohman, Nationaal Archief
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Uitgebreide biografieën van de huidige leden van de Eerste en Tweede Kamer zijn beschikbaar via parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.
- 1.CHU-senator op de rechtervleugel. Kreeg bekendheid onder zijn dichtersnaam 'Geerten Gossaert'. Enige tijd aanhanger van het fascisme. Had een ingebakken achterdocht. Secretaris van de BPM, een onderdeel van het Shell-concern, en hoogleraar in Utrecht op de door dat concern betaalde leerstoel. Exponent van de Utrechtse conservatief-koloniale stroming in de CHU. Bestreed zowel de Indië-politiek van de naoorlogse kabinetten als de steun die Tilanus daaraan gaf. Keerde zich ook het door zijn partijgenoot minister Kernkamp tot stand gebrachte Statuut van het Koninkrijk. Op latere leeftijd sterk gehinderd door doofheid. Vanwege zijn scherpe redevoeringen zelfs in eigen politieke kring niet zo populair, maar wel bewonderd om zijn fraaie betogen.
- 2.Antirevolutionair staatsman, die zijn loopbaan als officier in de binnenlanden van Indië begon. Korte tijd Tweede Kamerlid en als jong minister van Oorlog succesvol. Daarna directeur van een olieconcern. Zeer vermogend. In 1920 opvolger van Kuyper als leider van de ARP. Voerde in 1923-1926 als minister van Financiën een streng bezuinigingsbeleid. Tijdens de crisis van de jaren dertig minister-president. Predikte een beleid van aanpassing, waarbij salarissen en uitkeringen werden verlaagd. Hoffelijk in de omgang. Had ook internationaal goede contacten en gezag. Charismatisch spreker en krachtige persoonlijkheid, die zich het liefst met hoofdlijnen bezighield, maar zichzelf ook wel overschatte. Tamelijk opportunistisch en hard. Riep bij tegenstanders nogal wat weerstanden op. Reageerde soms impulsief, zoals in mei 1940 toen hij langdurige Duitse heerschappij leek te aanvaarden. Stierf in Duitse ballingschap.
- 3.Protestants politicus; voorman van de christelijk-historischen. Aristocratische, maar ook temperamentvolle Groninger die driftig kon reageren en zich soms zeer scherp uitliet tegen politieke tegenstanders. Stond echter wel open voor argumenten van anderen. Had een sterk juridische inslag bij de benadering van vraagstukken. Werd in 1879 Tweede Kamerlid voor de antirevolutionairen en bleef dat tot 1921 (onderbroken door een kort ministerschap in het kabinet-Mackay en enige jaren in de Eerste Kamer). Brak samen met Kuyper met de Hervormde Kerk, maar keerde zich later af van de antirevolutionaire voorman. Van 1884 tot een conflict in 1896 hoogleraar aan de VU. Voor- en nadien rechter. Als vooraanstaand, invloedrijk staatsman was hij tot op hoge leeftijd één van de belangrijkste adviseurs van koningin Wilhelmina.