J. Reijers

Foto J. Reijers
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Conservatief christelijk-historisch senator, die in de naoorlogse periode zowel de Indiëpolitiek als het zuiveringsbeleid fel bestreed; het laatste niet altijd met instemming van zijn partij. Aanvankelijk volgeling van Groen van Prinsterer1 en Kuyper2, maar na een kerkelijk conflict christelijk-historisch. Was na de christelijke lagere school en zelfstudie werkzaam in de tuinbouw en succesvol in de zaadhandel. In Zwijndrecht enige jaren wethouder en daarna burgemeester in twee Utrechtse plattelandsgemeenten. Steunde tijdens de Bezetting als burgemeester het verzet.

CHU
functie(s) in de periode 1946-1963: lid Eerste Kamer

Inhoudsopgave

  1. Personalia
  2. Partij/stroming
  3. Hoofdfuncties/beroepen
  4. Partijpolitieke functies
  5. Nevenfuncties (4/10)
  6. Opleiding
  7. Activiteiten
  8. Wetenswaardigheden
  9. Familie/gezin
  10. Uitgebreide versie

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Johannes

geboorteplaats en -datum
Werkendam, 21 maart 1887

overlijdensplaats en -datum
Lopik, 5 juni 1977

2.

Partij/stroming

partij(en)
  • - 
    ARP (Anti-Revolutionaire Partij), tot 1919
  • - 
    CHU (Christelijk-Historische Unie), vanaf 1919

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • - 
    eigenaar (later directeur) N.V. Reijers' zaadhandel te Zwijndrecht, tot 1 februari 1935
  • - 
    lid gemeenteraad van Zwijndrecht, van 6 september 1927 tot 1 februari 1935
  • - 
    wethouder (van sociale zaken en onderwijs) van Zwijndrecht, van 6 september 1927 tot 1 februari 1935
  • - 
    lid Provinciale Staten van Zuid-Holland, van 22 november 1932 tot 1 februari 1935
  • - 
    burgemeester van Kamerik, van 1 februari 1935 tot 1 april 1952 (herbenoemd 1 juli 1946)
  • - 
    burgemeester van Zegveld, van 1 februari 1935 tot 1 april 1952 (herbenoemd 1 juli 1946)
  • - 
    lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 23 juli 1946 tot 5 juni 1963

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (4/10)

  • - 
    voorzitter waterschap Gemeene Boezem van Zegveld, vanaf november 1935
  • - 
    heemraad waterschap Zegvelderbroek en Achttienhoven
  • - 
    lid bestuur Stichting Rijksbehoud, vanaf 8 juni 1950
  • - 
    voorzitter waterleidingbedrijf "De Elf Gemeenten", vanaf april 1952 (nog in 1960)

afgeleide functies, presidia etc.
lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 20 september 1960 tot 11 januari 1961

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • - 
    Sprak in de Eerste Kamer over uiteenlopende zaken, zoals buitenlandse zaken, binnenlandse zaken, volkshuisvesting, justitie en defensie

opvallend stemgedrag (2/7)
  • - 
    Stemde in 1962 als enige van zijn fractie tegen het wetsvoorstel tot goedkeuring van de overdracht van Nederlands Nieuw-Guinea aan de Verenigde Naties
  • - 
    Stemde in 1963 als enige van zijn fractie tegen een ordevoorstel-Samkalden over heropening van het debat over de begroting van Justitie om het standpunt van minister Beerman over de Vier van Breda te kunnen bediscussiëren

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • - 
    Tegenstander van de bijzondere rechtspleging en voorstander van algehele amnestie voor 'foute' Nederlanders
  • - 
    Was in mei 1948 afwezig bij de stemming over het voorstel in eerste lezing die grondwettelijk een nieuw staatsverband met Indonesië mogelijk moest maken
  • - 
    Stuurde in 1952 vanaf zijn ziekbed een scherpe nota aan de Eerste Kamer over de zaak-Menten. Hij beschuldigde autoriteiten ervan miljoenen guldens aan schilderijen en tapijten te hebben verduisterd.
  • - 
    In oktober 1961 één van de 12 parlementsleden, die een verklaring ondertekenden waarin 200 personen aandrongen op het nakomen door Nederland van de belofte inzake het zelfbeschikkingsrecht van Nieuw-Guinea

uit de privésfeer
  • - 
    Toen hij slechts één jaar was, verloor hij al beide ouders. Hij groeide op in een tuindersgezin
  • - 
    Een zoon van hem kwam in 1941 om bij een scheepsongeluk ten gevolge van een mijn
  • - 
    Liet als burgemeester in het raadhuis activiteiten van de illegaliteit toe. Moest in de februari 1945 onderduiken.
  • - 
    Zat tijdens de bezetting begin 1944 zes weken in Utrecht in gevangenschap

anekdotes en citaten
  • - 
    Hij was zowel burgemeester van Zegveld, waar hij woonde, als van Kamerik. Om zich van zijn woning naar Kamerik te verplaatsen bracht hij in 1941 f 12,50 in rekening bij de gemeente Zegveld. Er was geen openbaar vervoer en hij moest zelfs de provinciegrens overschrijden om er te komen. De commissaris der provincie Utrecht schrapte die post, omdat reiskosten binnen een gemeente niet gedeclareerd mochten worden. De secretaris-generaal van Binnenlandse zaken (die in de bezettingstijd de hoogste autoriteit was) vernietigde dit besluit, omdat de kosten in het belang der gemeente waren gemaakt.

verkiezingen
  • - 
    Werd in 1946, 1948, 1952, 1955 en 1956 gekozen door Groep I: Noord-Brabant, Zeeland, Utrecht en Limburg

9.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

10.

Uitgebreide versie

Uitgebreide biografieën van de huidige leden van de Eerste en Tweede Kamer zijn beschikbaar via parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.


  • 1. 
    Belangrijk negentiende-eeuws staatsman en geschiedschrijver, voorman van de antirevolutionairen. Beschouwde zichzelf niet als staatsman, maar als evangeliebelijder. Formuleerde in het boek 'Ongeloof en revolutie' de antirevolutionaire staatsleer, die uitgaat van de opvatting dat niet de volkswil maar het goddelijk gezag basis moet zijn voor het staatsbestel. Verzette zich zowel tegen de politiek van Willem II als tegen totstandkoming van de Grondwetsherziening in 1848. Was voorstander van een op bijbelse grondslagen bestuurd protestants Nederland. Streefde in 1850 naar een openbare gezindteschool en verliet (enige jaren) de Tweede Kamer na aanvaarding van de Lager-onderwijswet 1857. Keerde later nog enkele keren terug. Zeer erudiet en ondanks zwakke politieke basis gezaghebbend lid van de Kamer.
     
  • 2. 
    'Abraham de geweldige'. De grote voorman en stichter van de Anti-Revolutionaire Partij, de partij van de 'kleine luyden'. Krachtig organisator en goed spreker. Stichtte ook het dagblad De Standaard, de Vrije Universiteit en de Gereformeerde Kerk, nadat hij een afscheidingsbeweging (Doleantie) had geleid. Was predikant en werd in 1874 Tweede Kamerlid, maar verliet de Kamer al na drie jaar. Keerde in 1894 echter terug en werd voorzitter van de meer democratische antirevolutionairen. Leidde in 1901-1905 een coalitiekabinet, dat vooral in de herinnering bleef voortleven door het de kop in drukken van de Spoorwegstaking in 1903 en door de ontbinding van de Eerste Kamer in 1904. Kwam in 1908 in conflict met Heemskerk en in 1909 in opspraak door de zgn. lintjesaffaire, maar werd desondanks tot zijn dood door zijn achterban als de door God gegeven leider beschouwd.