Wet van 20 november 2024 tot wijziging van de Wet kinderopvang om aanspraak op kinderopvangtoeslag mogelijk te maken voor Oekraïense ontheemden gelet op het Uitvoeringsbesluit van de Raad tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan en daarnaast ouders met een partner buiten de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte of Zwitserland ook aanspraak op kinderopvangtoeslag te geven - Main contents
Document date | 10-12-2024 |
---|---|
Publication date | 10-12-2024 |
Reference | Stb. 2024, 390 |
External link | original article |
Original document in PDF |
Wet van 20 november 2024 tot wijziging van de Wet kinderopvang om aanspraak op kinderopvangtoeslag mogelijk te maken voor Oekraïense ontheemden gelet op het Uitvoeringsbesluit van de Raad tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan en daarnaast ouders met een partner buiten de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte of Zwitserland ook aanspraak op kinderopvangtoeslag te geven
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om Oekraïense ontheemden aanspraak te laten maken op kinderopvangtoeslag gelet op het recht op toegang tot de arbeidsmarkt en tevens de aanspraak op kinderopvangtoeslag voor eenieder met een partner buiten de Europese Unie mogelijk te maken;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1.3, tweede lid, onderdeel b, wordt «als bedoeld in artikel 1.5» vervangen door «als bedoeld in de artikelen 1.5 en 1.5a».
In artikel 1.3, tweede lid, onderdeel b, wordt «als bedoeld in de artikelen 1.5 en 1.5a» vervangen door «als bedoeld in artikel 1.5».
Na artikel 1.5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Onverminderd de artikelen 1.5 en 1.6 heeft een ouder die tijdelijk bescherming geniet als bedoeld in artikel 1 van de Vreemdelingenwet 2000, omdat hij onder de reikwijdte valt van het Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (PbEU 2022, L 71/1) of een verlenging van dat besluit, aanspraak op kinderopvangtoeslag.
Artikel 1.6 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1.6a wordt «In afwijking van de artikelen 1.5 en 1.6» vervangen door «In afwijking van de artikelen 1.5, 1.5a en 1.6».
In artikel 1.6a wordt «In afwijking van de artikelen 1.5, 1.5a en 1.6» vervangen door «In afwijking van de artikelen 1.5 en 1.6».
Artikel 1.6b wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 3.2b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In afwijking van artikel 1.3, tweede lid, aanhef en onderdeel b, heeft een ouder die als gevolg van de Wet van 20 november 2024 tot wijziging van de Wet kinderopvang om aanspraak op kinderopvangtoeslag mogelijk te maken voor Oekraïense ontheemden gelet op het Uitvoeringsbesluit van de Raad tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001, en ouders met een partner buiten de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte of Zwitserland ook aanspraak op kinderopvangtoeslag te geven (Stb. 2024, 390) aanspraak op kinderopvangtoeslag, over de periode van 4 maart 2022 tot en met de inwerkingtredingsdatum van die wet aanspraak op kinderopvangtoeslag, indien de aanvraag om kinderopvangtoeslag uiterlijk op de laatste dag van de kalendermaand die drie kalendermaanden is gelegen na de inwerkingtredingsdatum van die wet is ingediend.
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt binnen achttien maanden na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 4 maart 2022, met uitzondering van artikel I, onderdelen B, D en G, dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 20 november 2024
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel
De Staatssecretaris van Financiën, T. van Oostenbruggen
Uitgegeven de tiende december 2024
De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel
XHistnoot histnoot
Kamerstuk 36 241
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.