Amendement Stultiens/Van Kent over een verruiming van de RVU-drempelvrijstelling

Dit amendement i is onder nr. 9 toegevoegd aan wetsvoorstel 36154 - Wet herziening bedrag ineens i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Amendement van de leden Stultiens en Van Kent over een verruiming van de RVU-drempelvrijstelling
Document date 21-08-2024
Publication date 21-08-2024
Reference 36154, nr. 9
External link original article

2.

Text

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

2

Vergaderjaar 2023-2024

36 154

Wijziging van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen in verband met de herziening van de mogelijkheid tot afkoop in de vorm van een bedrag ineens alsmede tot wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet herziening bedrag ineens)

Nr. 9

AMENDEMENT VAN De LEDEN Stultiens en Van Kent

Ontvangen 21 augustus 2024

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In het opschrift wordt na “een bedrag ineens” ingevoegd “, verruiming van de RVU-drempelvrijstelling” en wordt na “herziening bedrag ineens” ingevoegd “en aanpassing RVU-drempelvrijstelling”.

II

In de beweegreden wordt na “uitlegbaar te maken” ingevoegd “en tevens de RVU-drempelvrijstelling te verruimen”.

III

Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

F

Artikel V, onderdelen E en G, vervalt.

IV

Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIIA

In de Wet op de loonbelasting 1964 wordt artikel 32ba als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    Het bedrag, genoemd in het zevende lid, wordt vervangen door “€ 5.500”.
  • 2. 
    Het achtste lid, tweede zin, komt te luiden: Dit bedrag wordt berekend door het te vervangen bedrag te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en vervolgens de nodig geachte afronding aan te brengen. Indien in het voorafgaande kalenderjaar een dergelijke afronding is toegepast, kan bij vervanging worden uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag.

V

Aan artikel V wordt na “ineens” toegevoegd “en aanpassing RVU-drempelvrijstelling”.

Toelichting

Dit amendement regelt dat de huidige tijdelijke vrijstelling van de boete (‘’pseudo-eindheffing’’) voor werkgevers die een regeling voor vervroegde uittreding (RVU) aan hun werknemers aanbieden verruimd wordt, en dat deze vrijstelling permanent wordt in plaats van tijdelijk. De indieners zijn van mening dat de huidige beperkte vrijstelling onvoldoende vrije onderhandelingsruimte biedt aan werkgevers en werknemers, en dat de boete daarnaast het aanbieden van gepaste regelingen voor werknemers die zwaar werk hebben geleverd in de weg zit.

Één van de grootste ongelijkheden in ons pensioenstelsel is de kloof in levensverwachting tussen verschillende groepen, bijvoorbeeld tussen praktisch en theoretisch opgeleiden. Extra schrijnend is de situatie van mensen met een zwaar beroep, die geregeld een lagere levensverwachting hebben én soms al voor het bereiken van de AOW-leeftijd niet meer in staat zijn om hun beroep volledig uit te oefenen. Wat de indieners van dit amendement betreft is het daarom van groot belang dat deze groep mensen eerder met pensioen kan gaan, en zowel de Eerste Kamer als de Tweede Kamer heeft uitgesproken dat er ook na 2025 nog een RVU-vrijstelling moet blijven bestaan. Dit amendement zorgt ervoor dat deze afspraak nagekomen wordt.

Het bieden van een passende vroegpensioenregeling is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van sociale partners. Wat voor welke groep passend is dient bij voorkeur in decentraal overleg tussen werkgevers en werknemers bepaald te worden, aangezien uit eerdere pogingen is gebleken dat het bijzonder ingewikkeld is om van bovenaf te bepalen wat als een zwaar beroep geldt. De indieners zijn daarom van mening dat werkgevers en werknemers de ruimte moeten krijgen om afspraken te maken over een regeling voor vervroegde uittreding, zonder dat regels vanuit de overheid dit belemmeren.

Om die reden stelt dit amendement uitkeringen ter hoogte van maximaal €5500 per maand vrij van de RVU-boete, waardoor deze boete alleen nog van toepassing is op excessieve uitkeringen. De maximale duur van de uitkering blijft 36 maanden. Wie er voor de uitkering in aanmerking komen en wat de hoogte en duur worden bepalen sociale partners samen, met inachtneming van bovengenoemde maxima. Door de vrijstelling permanent in plaats van tijdelijk te maken kan aan werkgevers en werknemers zekerheid worden geboden en kan voorkomen worden dat zij steeds opnieuw moeten onderhandelen.

Eventuele kosten die voortvloeien uit dit amendement kunnen gedekt worden door af te zien van de geplande verruiming van de renteaftrekbeperking voor grote bedrijven. Deze verruiming zou volgens het coalitieakkoord ingaan per 1 januari 2025.

Stultiens

Van Kent


 
 
 

3.

More information

 

4.

Parlementaire Monitor

The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.