Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) - Main contents
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 36470 XIII - Wijziging begroting Economische Zaken en Klimaat 2023 (Najaarsnota).
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Document date | 24-11-2023 |
Publication date | 24-11-2023 |
Nummer | KST36470XIII2 |
Reference | 36470 XIII, nr. 2 |
External link | original article |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023
2024
36 470 XIII
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
INHOUDSOPGAVE
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties 5
2.2 Overzicht Coronamaatregelen 9
3.1 Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie
3.2 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en
ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei 13
3.3 Beleidsartikel 3 Toekomstfonds 20
3.4 Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en
beperking van de klimaatverandering 23
3.5 Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief 30
3.6 Beleidsartikel 6 Bijdrage Nationaal Groeifonds 35
4.1 Artikel 40 Apparaat Kerndepartement 36
4.2 Artikel 41 Nog onverdeeld 38
5.1 Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) 39
5.2 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) 41
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:
-
1.de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;
-
2.de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Mede namens de Minister voor Klimaat en Energie,
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Opbouw tweede suppletoire begroting 2023
Deze tweede suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2023. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:
-
1.Leeswijzer.
-
2.Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties. De belangrijkste verplichtingenmutaties zijn toegelicht in de artikelen.
-
3.Overzicht Coronamaatregelen. Een overzicht van de coronamaatregelen die op de begroting van het Ministerie van EZK zijn opgenomen.
-
4.De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven.
-
5.De niet-beleidsartikelen. In de budgettaire tabellen zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.
-
6.De agentschappen. In deze tweede suppletoire begroting zijn de aanpassingen in de agentschapsparagrafen van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) opgenomen.
Ondergrenzen toelichtingen
Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze tweede suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV |
||
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerp-begroting) in € miljoen |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1000 |
5 |
10 |
=> 1000 |
10 |
20 |
In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000) |
||
Art. |
Uitgaven 2023 |
|
Vastgestelde begroting 2023 (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) |
16.721.603 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties |
||
Coronamaatregelen |
2 |
|
Nationaal Groeifonds middelen |
2 |
|
Toekomstfonds |
3 |
|
Klimaatfondsmiddelen |
2+4 |
|
Dekking voor lagere SDE-ontvangsten |
4 |
|
Uitvoeringskosten Klimaat medeoverheden |
4 |
|
Versterkingsoperatie |
5 |
|
Clusterings en gebiedsfonds |
5 |
|
Vergoeding Norg akkoord |
5 |
|
Waardevermeerderingsregeling |
5 |
|
Nationaal programma Groningen |
5 |
|
Vergoeding fysieke schade |
5 |
|
Vergoeding immateriële schade |
5 |
33.000 |
Diverse subsidies versterken |
5 |
40.000 |
Overige mutaties |
|
|
Stand 2e suppletoire begroting 2023 |
15.239.610 |
Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 Toelichting
Coronamaatregelen
Dit betreft verschillende coronamaatregelen. De verlaging van het budget met € 10 mln betreft een bijstelling van het budget in verband met lager dan geraamd beroep op de TVL-regeling. Het budget voor de Time-out-Arrangement (TOA) dat door kredietverstrekker Qredits wordt uitgevoerd is met € 52,5 mln naar beneden bijgesteld als gevolg van minder aanvragen van bedrijven dan verwacht. De Garantie Ondernemersfinanciering Corona betreft alleen nog uitfinancieringen van aanvragen voordat de regeling is gesloten op 15 juni 2022. Vanwege lager dan verwacht beroep op de regeling is het budget met € 25,7 mln verlaagd.
Nationaal Groeifonds
Voor het Nationaal Groeifonds zijn de middelen die dit jaar naar verwachting niet meer tot besteding komen naar beneden bijgesteld. Deze middelen worden bij het Voorjaar 2024 weer opgevraagd, dit volgt het reguliere fondsproces. Het betreft hier de projecten: Groenvermogen (- € 250 mln), Oncode-PACT (- € 10 mln), Circulaire Plastics (- € 55 mln), NEXGEN High Tech (- € 10 mln) en PhontonDelta (- € 23 mln).
Toekomstfonds
In deze post zijn verschillende regelingen verwerkt. Het gaat hier om Fund to Fund, ROM's, Deep Tech Fund en Risicokapitaal SEED. De bedragen voor deze regelingen zijn naar beneden bijgesteld. Voor Fund to Fund en
ROM's worden minder uitgaven verwacht en stellen hierom het budget naar beneden bij. Voor Deep Tech Fund en SEED is er sprake van vertraging, hierom worden deze budgetten naar beneden bijgesteld.
Klimaatfondsmiddelen
De Klimaatfonds middelen die dit jaar naar verwachting niet meer tot besteding komen worden naar beneden bijgesteld. Deze middelen zullen in het voorjaar van 2024 weer opgevraagd en toegevoegd worden aan de EZK-begroting, dit volgt het reguliere fondsproces. Het betreft de volgende regelingen: Verduurzaming Industrie (- € 15 mln), Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS, - € 128,3 mln), IPCEI waterstof (- € 31,8 mln), Correctie-regeling duurzame warmte (- € 30 mln) en het Flankerend beleid rond Wind op zee (- € 58,5 mln).
Dekking voor lagere SDE- ontvangsten
RVO verwacht fors minder aan terugbetalingen van te veel betaalde voorschotten SDE+/SDE++ te ontvangen dan eerder geraamd (€ 80 mln). Omdat het hogere bedrag eerder is ingezet om knelpunten binnen het SDE-domein (TenneT, locatieonderzoeken RVO) te dekken, wordt dekking geboden door de geplande storting in de reserve met eenzelfde bedrag te verlagen. Dit hangt samen met de ontvangstenmutatie van € 28 mln.
Uitvoeringskosten Klimaat medeoverheden
Dit betreft een verlaging van het budget voor de SPUK-regeling voor de uitvoeringskosten van de medeoverheden met € 23,5 mln.
Versterkingsoperatie
De uitgaven voor de versterkingsoperatie vallen naar verwachting € 240 mln lager uit dan verwacht bij de eerste suppletoire begroting 2023. Tevens is € 40 mln overgeboekt naar Subsidies omdat een deel van de versterkingsoperatie wordt uitgekeerd in de vorm van een subsidie in plaats van een opdracht. Daarnaast is er € 20 mln naar (schade)vergoedingen overgeheveld omdat sinds de Tijdelijke Wet Groningen per 1 juli 2023 de mogelijkheid is om vergoeding te ontvangen voor het in eigen beheer uitvoeren van versterking.
Clusterings en gebiedsfonds
In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 worden uitkeringen gedaan aan medeoverheden voor clustering van woningen en het gebiedsfonds (blokken B en D uit de bestuurlijke afspraken). Voor zowel Blok B en D geldt dat de middelen in 2023 niet volledig tot besteding komen.
Vergoeding Norg akkoord
Voor het gasjaar 2022-2023 wordt de vergoeding voor het Norg akkoord naar beneden bijgesteld op basis van de huidige gasprijs.
Waardevermeerderingsregeling
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat heeft aange-kondigd de waardevermeerderingsregeling te verlengen tot 1 februari 2024 (Kamerstuk 33 529, nr. 1171). Het dan nog voor de regeling beschikbare budget uit de bij Voorjaarsnota 2022 vrijgemaakte € 145 mln wordt ingezet als dekking voor de aanpassingen van schadeafhandeling. De budgetmu-tatie om dit budget af te boeken voor de jaren 2024 t/m 2028 is verwerkt in de Nota van Wijziging op de Ontwerpbegroting 2024 (Kamerstuk 36 410 XIII, nr. 7), de mutatie voor 2023 in deze tweede suppletoire begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Nationaal programma Groningen
Met het Nationaal Programma Groningen (NPG) wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. Hiervoor is in totaal 1,5 mld euro beschikbaar, deze middelen zijn in gelijke jaartranches aan de begroting van EZK toegevoegd. Besteding van middelen vindt plaats op basis van project aanvragen vanuit de regio. Deze worden beoordeeld en goedgekeurd door het algemene bestuur van het NPG. De realisatie volgt logischerwijs dit proces. In 2023 zijn er minder aanvragen gedaan dan waarvoor in totaal budget beschikbaar was. Daarom zijn de uitgaven met 45 mln naar beneden bijgesteld.
Vergoeding fysieke schade
Sinds 1 juli 2020 besluit het IMG over (fysieke) schadevergoedingen aan bewoners uit Groningen die aardbevingsschade hebben als gevolg van de gaswinning. Alhoewel het door de wijzigingen in de schadeafhandeling onzeker is hoe de uitputting van het budget voor fysieke schade verloopt tot eind 2023, verwacht het IMG niet dat het volledige budget voor vastgelopen dossiers in 2023 tot besteding komt (- € 33 mln).
Vergoeding immateriële schade
Het IMG verwacht voor de regeling voor immateriële schadevergoedingen tot eind 2023 ca. € 33 mln meer uit te geven dan eerder geraamd, dit komt door een aantal door het IMG aangekondigde wijzigingen in de regeling (het gelijkstellen van uitkeringen van gezinsleden, de regeling voor het immateriële schade kinderen en jongeren en de verruiming van de regeling voor het beschikken van bezwaar).
Diverse subsidies versterken
Er is € 40 mln overgeheveld omdat een deel van de versterkingsoperatie wordt uitgekeerd in de vorm van een subsidie in plaats van een opdracht.
Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000) |
||
Art. |
Ontvangsten 2023 |
|
Vastgestelde begroting 2023 (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) |
9.968.751 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties |
||
Boeteontvangsten High Trust |
1 |
|
Bijstelling ETS-ontvangsten |
4 |
|
SDE-ontvangsten |
4 |
|
Bijstelling ontvangsten Mijnbouwwet |
5 |
|
Versterkingsoperatie |
5 |
|
Bijstelling Ontvangsten NCG |
40 |
|
Overige mutaties |
16.749 |
|
Stand 2e suppletoire begroting 2023 |
9.543.582 |
Boeteontvangsten High Trust
De High Trust-ontvangsten bestaan voornamelijk uit door de ACM ontvangen boetes. Die fluctueren door de jaren heen. Dit komt onder andere door het aantal en de hoogte van door de ACM opgelegde boetes. De ACM is hierin volledig onafhankelijk. Op basis van de huidige realisatie is de raming van de boete ontvangsten met € 12,4 mln verlaagd.
Bijstelling ETS- ontvangsten
Op basis van een nieuwe inschatting van de voor 2023 verwachte ETS-ontvangsten wordt de ontvangstenraming met € 50 mln naar beneden bijgesteld.
SDE- ontvangsten
RVO verwacht fors minder aan terugbetalingen van te veel betaalde voorschotten SDE+/SDE++ te ontvangen dan eerder geraamd (€ 80 mln). Omdat het hogere bedrag eerder is ingezet om knelpunten binnen het SDE-domein (TenneT, locatieonderzoeken RVO) te dekken, wordt dekking geboden door de geplande storting in de reserve met eenzelfde bedrag te verlagen. Dit hangt samen met de uitgavenmutatie van € 28 mln.
Bijstelling ontvangsten Mjnbouwet
De lagere vergoeding voor het Norg akkoord leidt tot ook lagere ontvangsten voor de Staat. De ontvangsten Mijnbouwwet zijn daarom met € 20 mln naar beneden bijgesteld.
Versterkingsoperatie
De ontvangsten voor versterkingsoperatie vallen lager uit dan verwacht (- € 303,4 mln), omdat de uitgaven lager uitvallen en de NAM 60% van de facturen betaalt.
Bijstelling Ontvangsten NCG
De raming van de ontvangsten wordt verlaagd met € 28 mln op grond van de bijstelling naar de prognose van de NCG. De reden hiervoor is dat de NAM 60% van de facturen betaalt.
2.2 Overzicht Coronamaatregelen
De periode van voorjaar 2020 tot en met het eerste kwartaal van 2022 was voor een belangrijk deel getekend door de corona-crisis. Het kabinet heeft https://www.rjksfinancien.nl/corona-visualdiver se (nood)maatregelen genomen om de crisis het hoofd te bieden. Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zjn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual.
Tabel 4 Coronamaatregelen op de EZK-begroting (bedragen x € 1 mln)1
Art. Omschrijving maatregel 2023 2024 2025 2026 2027 2028 Vindplaats
2 Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) 281 Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr.
42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314,
Kamerstuk 35 420, nr. 273, Kamerstuk 35 420, nr. 458, Kamerstuk 35 420, nr. 462, Kamerstuk 35 420, nr 466, Kamerstuk 35 420, nr. 479
2 |
Tegemoetkoming vaste lasten starters |
4 |
Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 479 |
||||
2 |
Herstructurering winkelgebieden en binnensteden |
10 |
16 |
15 |
12 |
Kamerstuk 31 757, nr. 105 |
|
2 |
Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren |
34 |
33 |
28 |
13 |
Kamerstuk 35 420, nr. 248 |
|
2 |
Evenementenregelingen |
11 |
Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 354, Kamerstuk 35 420, nr 454, Kamerstuk 35 420, nr 462 |
||||
2 |
Qredits |
18 |
30 |
Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 277 |
|||
2 |
Garantie ondernemersfinanciering (GO-Corona) |
24 |
25 |
25 |
25 |
Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 462 |
|
2 |
Bijdrage RVO.nl |
18 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248 |
3 |
Dutch Future Fund |
11 |
6 |
2 |
Kamerstuk 33 009, nr. 96 |
||
3 |
Deep Tech Fund |
50 |
25 |
25 |
65 |
Kamerstuk 33 009, nr. 96 |
|
3 |
Fonds Alternatieve Financiering (Dutch Alternative Credit Instrument) |
22 |
10 |
10 |
Kamerstuk 33 009, nr. 96 |
||
Totaal |
482 |
145 |
105 |
115 |
0 |
0 |
1 De aanvullende middelen voor EU-cofinanciering zjn niet in deze tabel opgenomen want deze zjn maar ten dele corona-gerelateerd. Zij bewerkstelligen een economische impuls die bovendien -door de aanspraak op Europese middelen hierdoor- een grote hefboomwerking kennen. Bedragen onder de € 0,5 mln zjn in het overzicht rekenkundig afgerond naar nul.
Tabel 5 Ontvangsten coronamaatregelen op de EZK-begroting (bedragen x € 1 mln)1
Art. Omschrijving maatregel 2023 2024 2025 2026 2027 2028 Vindplaats
2 Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) 200 Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr.
42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314,
Kamerstuk 35 420, nr. 273, Kamerstuk 35 420, nr. 458, Kamerstuk 35 420, nr. 462, Kamerstuk 35 420, nr 466, Kamerstuk 35 420, nr. 479
2 |
Voucherkredietfaciliteit/Leningsfaciliteiten reissector (Bedrjfssteun) |
43 |
42 |
40 |
39 |
6 |
17 Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252 |
2 |
Onttrekking reserve BMKB |
1 |
Kamerstuk 35 420, nr. 1, Kamerstuk 35 420, nr. 16 |
||||
2 |
Onttrekking begrotingsreserve Klein Krediet Corona (KKC) |
0 |
Kamerstuk 35 420, nr. 31, Kamerstuk 35 420, nr. 462 |
||||
2 |
Bijdrage RVO.nl |
2 |
Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248 |
||||
3 |
Corona Overbruggingslening (COL) |
27 |
30 |
210 |
Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42 |
||
Totaal |
273 |
72 |
250 |
39 |
6 |
17 |
1 Bedragen onder de € 0,5 mln zijn in het overzicht rekenkundig afgerond naar nul.
3.1 Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en marktenBudgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid art. 1 begroting) (bedragen x € 1.000) |
Goed functionerende economie en markten (Tweede suppletoire |
||
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
375.132 |
19.903 |
395.035 |
Uitgaven |
326.319 |
19.903 |
346.222 |
Subsidies (regelingen) |
32.172 |
5.212 |
37.384 |
Cyber security |
551 |
5.137 |
5.688 |
Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland |
3.999 |
|
3.667 |
EU-cofinanciering Digital Europe |
5.799 |
|
5.654 |
Beter aanbesteden |
306 |
306 |
|
NGF - project AiNed |
15.027 |
|
14.979 |
NGF - project Nationaal Onderwijslab |
6.490 |
6.490 |
|
Inkoopdomein |
0 |
600 |
600 |
Opdrachten |
30.612 |
4.466 |
35.078 |
Onderzoek&opdrachten |
6.977 |
|
3.141 |
Beleidsvoorbereiding en evaluaties Veiligheid en Frequenties |
3.812 |
790 |
4.602 |
Digital trust centre |
1.425 |
|
507 |
Cyber security |
7.822 |
|
5.097 |
ICT beleid |
5.938 |
2.778 |
8.716 |
Terugbetaling boetes ACM |
0 |
11.337 |
11.337 |
CSIRT - DSP |
2.133 |
|
89 |
Nationaal Groeifonds |
2.111 |
|
1.561 |
Vervolgprogramma beter aanbesteden |
394 |
|
28 |
Bijdrage aan agentschappen |
62.258 |
5.974 |
68.232 |
Bijdrage RVO.nl |
20.856 |
3.434 |
24.290 |
Bijdrage RDI |
41.402 |
2.540 |
43.942 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
196.294 |
4.251 |
200.545 |
Bijdrage Metrologie |
12.330 |
4.251 |
16.581 |
Raad voor de Accreditatie |
1.461 |
1.461 |
|
Bijdrage ACM |
848 |
848 |
|
Bijdrage aan het CBS |
181.655 |
181.655 |
|
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
4.983 |
0 |
4.983 |
Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut |
1.405 |
1.405 |
|
Bijdrage aan internationale organisaties |
3.578 |
3.578 |
|
Ontvangsten |
177.913 |
|
171.696 |
Ontvangsten ACM |
162 |
162 |
|
Ontvangsten High Trust |
40.200 |
|
27.769 |
Diverse ontvangsten |
137.551 |
6.214 |
143.765 |
Tabel 7 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
375.132 |
19.903 |
395.035 |
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
||
waarvan overige verplichtingen |
375.132 |
19.903 |
395.035 |
De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de ontwerpbegroting 2023 was circa 2%, oftewel 98% van het kasbudget was al juridisch verplicht. Bij de 1e suppletoire begroting 2023 steeg dit naar 99%, vanwege reeds aangegane verplichtingen bij onder andere de onderzoeksbudgetten.
Het percentage juridisch verplicht bij de 2e suppletoire begroting is 100%, 1% hoger dan bij de 1e suppletoire begroting. Dit heeft te maken met reeds aangegane verplichtingen bij onder andere Cybersecurity en ICT-beleid.
Cyber security
Betreft het beschikbaar stellen van middelen ter financiering van de jaarbundel 2024 voor de Electronic Commerce Platform (ECP) en de subsidies van het Digital Trust Center (DTC) die door RVO worden uitgevoerd.
Terugbetaling boetes ACM
Betreft de terugbetaling van reeds ontvangen boetes van de ACM. De ACM is onafhankelijk in de keuze al dan niet een boete op te leggen. Omdat het aanspannen van een gerechtelijke procedure de betalingsverplichting niet opschort is het - afhankelijk van de gerechtelijke uitspraak bij beroep of hoger beroep - mogelijk dat de ACM een deel van de ontvangen bedragen in een komend jaar moet terugbetalen.
Ontvangsten High Trust
De High Trust-ontvangsten bestaan voornamelijk uit door de ACM ontvangen boetes. Die fluctueren door de jaren heen. Dit komt onder andere door het aantal en de hoogte van door de ACM opgelegde boetes. De ACM is hierin volledig onafhankelijk. Op basis van de huidige realisatie is de raming van de boete ontvangsten met € 12,4 mln verlaagd.
Diverse ontvangsten
Betreft de verrekening van de onderbesteding op de jaaropdracht 2022 van de RDI. De onderbesteding is onder andere ontstaan door problematiek rondom werving van personeel als gevolg van de arbeidsmarktkrapte en door capacaiteitsproblemen en vertragingen bij de uitvoeringstaken.
3.2 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid art. 2 Bedrijvenbeleid: suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000) |
innovatie en duurzaam ondernemen (Tweede |
||
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
5.380.227 |
|
5.009.196 |
Uitgaven |
3.185.607 |
|
2.698.524 |
Subsidies (regelingen) |
1.782.271 |
|
1.386.497 |
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) |
5.575 |
5.575 |
|
Eurostars |
21.831 |
|
20.620 |
Bevorderen ondernemerschap |
21.561 |
|
19.277 |
Cofinanciering EFRO |
31.478 |
|
30.491 |
Bijdrage aan ROM's |
11.353 |
300 |
11.653 |
Verduurzaming industrie |
61.810 |
753 |
62.563 |
Startup beleid |
11.066 |
|
10.916 |
Urgendamaatregelen Industrie |
5.200 |
5.200 |
|
Invest-Nl |
11.683 |
2.953 |
14.636 |
Tegemoetkoming vaste lasten |
291.120 |
|
281.120 |
Europees Defensie Fonds cofinanciering |
10.496 |
|
2.835 |
Tegemoetkoming vaste lasten Startersregeling |
4.000 |
4.000 |
|
Infrastructuur duurzame industrie (PIDI) |
1.200 |
1.200 |
|
Herstructurering winkelgebieden |
16.623 |
16.623 |
|
R&D mobiliteitssectoren |
33.848 |
33.848 |
|
SEG |
9.592 |
9.592 |
|
NGF - project Groenvermogen van de Nederlandse economie |
314.876 |
|
64.876 |
NGF - project Health-RI |
12.000 |
12.000 |
|
NGF - project RegMed XB |
7111 |
7.111 |
|
NGF - project QuantumDeltaNL |
82.507 |
82.507 |
|
NGF - project Oncode-PACT |
65.926 |
|
55.926 |
NGF - project Circulaire Plastics |
77.540 |
|
22.264 |
NGF - project NXTGEN HIGH TECH |
141.448 |
|
131.441 |
NGF - project PhotonDelta |
75.119 |
|
47.570 |
NGF - project Opschaling PPS beroepsonderwijs |
41.250 |
41.250 |
|
IPCEI Cloudinfrastructuur en services |
11.658 |
11.658 |
|
IPCEI Micro elektronica |
8.202 |
8.202 |
|
Aanvullende tegemoetkoming evenementen |
1.454 |
1.454 |
|
Investeringen Verduurzaming Industrie - Klimaatfonds |
25.971 |
|
10.971 |
EuroHPC |
5.136 |
|
1.468 |
EuroQCI |
2.836 |
2.836 |
|
Tegemoetkoming Energiekosten |
330.000 |
330.000 |
|
Brexit Adjustment Reserve |
19.265 |
19.265 |
|
Overig |
11.536 |
|
5.549 |
Leningen |
130.000 |
|
82.049 |
Qredits |
70.000 |
|
17.500 |
NGF project PhotonDelta leningen |
60.000 |
4.549 |
64.549 |
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Garanties |
112.195 |
|
86.495 |
BMKB |
42.228 |
42.228 |
|
Groeifaciliteit |
8.222 |
8.222 |
|
Garantie Ondernemersfinanciering |
11.745 |
11.745 |
|
Garantie Ondernemersfinanciering Corona |
50.000 |
|
24.300 |
Opdrachten |
14.145 |
|
12.983 |
Onderzoek en opdrachten |
6.674 |
|
5.817 |
Caribisch Nederland |
736 |
314 |
1.050 |
Regeldruk |
2.998 |
|
2.412 |
Budget Samenwerking regio |
861 |
|
828 |
Small Business Innovation Research |
1.376 |
1.376 |
|
Stikstofaanpask piekbelasters industrie |
1.500 |
1.500 |
Bijdrage aan agentschappen |
182.692 |
|
182.271 |
Bijdrage RVO.nl |
181.947 |
|
181.526 |
Bijdrage RDI |
745 |
745 |
|
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
425.126 |
11.363 |
436.489 |
B j drage aan TNO |
239.157 |
7.940 |
247.097 |
Kamer van Koophandel |
162.540 |
3.423 |
165.963 |
Bijdrage aan NWO-TTW |
23.429 |
23.429 |
Bijdrage aan medeoverheden |
38.667 |
0 |
38.667 |
MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) |
38.667 |
38.667 |
|
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
500.511 |
|
473.073 |
Internationaal Innoveren |
59.246 |
|
45.528 |
PPS toeslag |
220.308 |
|
213.946 |
TO2 (excl. TNO) |
63.002 |
|
61.604 |
Topsectoren overig |
17.846 |
|
16.131 |
Ruimtevaart (ESA) |
85.681 |
85.681 |
|
Bijdrage NBTC |
10.439 |
10.439 |
|
Overige bijdragen aan organisaties |
6.184 |
|
3.936 |
Economische ontwikkeling en technologie |
2.272 |
|
522 |
EU-cofinanciering JTF |
20.106 |
|
19.859 |
Faciliteiten toegepast onderziek TO2 en RKI |
8.025 |
8.025 |
|
NGF project NXTGEN Ruimtevaart |
7.402 |
7.402 |
|
Ontvangsten |
362.463 |
10.535 |
372.998 |
Luchtvaartkredietfaciliteit |
1.809 |
1.809 |
|
Rijksoctrooiwet |
47.041 |
47.041 |
|
Eurostars |
4.250 |
4.250 |
|
F-35 |
10.576 |
10.576 |
|
Diverse ontvangsten |
1.754 |
9.308 |
11.062 |
Bedrijfssteun |
43.033 |
43.033 |
|
Tegemoetkoming vaste lasten |
200.000 |
200.000 |
|
BMKB |
33.000 |
33.000 |
|
Onttrekking reserve BMKB |
0 |
1.177 |
1.177 |
Groeifaciliteit |
8.000 |
8.000 |
|
Garantie Ondernemingsfinanciering |
13.000 |
13.000 |
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Onttrekking reserve KKC |
0 |
50 |
50 |
Tabel 9 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000) |
|||
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
5.380.227 |
|
5.009.196 |
waarvan garantieverplichtingen |
1.250.000 |
1.250.000 |
|
waarvan overige verplichtingen |
4.130.227 |
|
3.759.196 |
Budgetflexibiliteit
De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de ontwerpbegroting 2023 was 42%, oftewel 58% van het kasbudget 2023 was op dat moment juridisch verplicht. Bij de 1e suppletoire begroting 2023 daalde dit naar 53%, met name als gevolg van toegevoegd budget voor NGF-projecten en Tegemoetkoming Energiekosten, waarvoor nog geen juridische verplichtingen waren aangegaan. Doordat er gedurende het jaar verplichtingen zijn aangegaan is het percentage juridisch verplicht voor de 2e suppletoire begroting 2023 gestegen naar 81%. Van de 19% van het budget in 2023 dat nog niet juridisch is verplicht, is 14% bestuurlijk gebonden.
Toelichting
Verplichtingen
Ten opzichte van de stand in de Miljoenennota word het verplichtingenbudget in 2023 met € 371 mln verlaagd. De belangrijkste veranderingen zijn de volgende:
-
-Voor het NGF-Project Groenvermogen van de Nederlandse economie wordt het verplichtingenbudget met € 250 mln verlaagd. Onderuitputting is ontstaan als gevolg van een vertraging in de uitvoering. Diverse (deel)projecten - waaronder de ondersteuning van grootschalige demonstraties en ketenprojecten via een zogenaamde 'opscha-lingsregeling' - zullen naar verwachting pas in 2024 tot uitvoering komen. In het voorjaar van 2024 zal van de mogelijkheid gebruik gemaakt worden om het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer beschikbaar te stellen voor de zelfde doelen en uitgaven via de specifiek e eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.
-
-Het aantal aanvragen op de VEKI-regeling blijft vooralsnog achter bij de oorspronkelijke raming. Investeringen lijken onder andere uit te blijven door gestegen prijzen. Hierom wordt het verplichtingenbudget met € 100 mln naar beneden bijgesteld. De regeling staat nog open tot in januari 2024. Naar verwachting zullen voor de sluitingsdatum nog wel meer aanvragen worden ingediend, maar deze zullen pas in 2024 worden behandeld, verplicht en betaald. In het voorjaar van 2024 zal van de mogelijkheid gebruik gemaakt worden om het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer beschikbaar te stellen voor de zelfde doelen en uitgaven. Dit zijn Klimaatfondsmiddelen en deze blijven behouden voor 2024 vanwege de 100% eindejaarsmarge.
-
-Voor het NGF-project Circulaire Plastics is het verplichtingenbudget met € 75 mln naar beneden bijgesteld. Onderuitputting is ontstaan als gevolg van een vertraging in de uitvoering. Diverse (deel)projecten zullen naar verwachting pas in 2024 tot uitvoering komen. In het voorjaar van 2024 zal van de mogelijkheid gebruik gemaakt worden om het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer beschikbaar te stellen voor de zelfde doelen en uitgaven via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.
-
-In het kader van de (additionele) CO2-reductiedoelen voor de Nederlandse Industrie wordt conform de Maatwerkaanpak Industrie en de daarvoor gereserveerde middelen in het Klimaatfonds een financiële bijdrage geleverd voor een CCS-project bij Yara. Ten behoeve van een spoedige investeringsbeslissing (FID) door Yara en om nog in 2023 een financiele bijdrage aan dit project te kunnen leveren is er € 30
mln aan verplichtingenbudget beschikbaar gesteld voor een subsidiebe-schikking. Dit leidt pas in 2024 tot kasuitgaven.
-
-Verhoging van het verplichtingenbudget voor PPS-toeslag met € 27 mln. De PPS-toeslag regeling heeft geen gemaximeerd plafond voor aanvragen. De verhoging is nodig om te voorzien in de omvang van de voor 2023 te verwachten subsidieaanvragen.
-
-Voor het NGF-project PhotonDelta is er vertraging opgelopen waardoor een subsidie niet dit jaar, maar volgend jaar wordt verleent. In het voorjaar van 2024 zal van de mogelijkheid gebruik gemaakt worden om het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer beschikbaar te stellen voor de zelfde doelen en uitgaven via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.
-
-Het verplichtingenbudget voor TNO wordt verhoogd met € 15,6 mln in verband met diverse overboekingen van andere departementen voor door TNO uit te voeren projecten.
Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)
De verlaging van het budget van de TVL met € 10 mln betreft een bijstelling van het budget op basis van actuele ramingen van RVO.nl.
NGF-Project Groenvermogen van de Nederlandse economie Voor het NGF-Project Groenvermogen van de Nederlandse economie wordt het kasbudget evenredig aan het verplichtingenbudget met € 250 mln verlaagd. Onderuitputting is ontstaan als gevolg van een vertraging in de uitvoering. Diverse (deel)projecten - waaronder de ondersteuning van grootschalige demonstraties en ketenprojecten via een zogenaamde 'opschalingsregeling' - zullen naar verwachting pas in 2024 tot uitvoering komen. In het voorjaar van 2024 zal het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer beschikbaar komen voor de zelfde doelen en uitgaven.
NGF-Project Oncode-PACT
Voor het NGF-project Oncode-PACT wordt er naar verwachting minder besteed dan initieel geraamd. Hierom wordt het kasbudget met € 10 mln verlaagd. Deze middelen zullen worden toegevoegd aan het budget van 2024.
NGF-Project Circulaire Plastics
Voor het NGF-project Circulaire Plastics is het kasbudget met € 55 mln naar beneden bijgesteld. Onderuitputting is ontstaan als gevolg van een vertraging in de uitvoering. Diverse (deel)projecten zullen naar verwachting pas in 2024 tot uitvoering komen. In het voorjaar van 2024 zal het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer beschikbaar komen voor de zelfde doelen en uitgaven.
NGF-Project NXTGEN HIGH TECH
Voor het NGF-project NXTGEN HIGH TECH blijft er ongeveer € 10 mln budget over vanwege een te hoge eerste inschatting van het kasbudget voor 2023. De middelen zullen worden toegevoegd aan het budget van 2024 en meelopen in de nieuwe ronde uitgaven.
NGF-Project PhotonDelta
Voor het NGF-project PhotonDelta is er vertraging opgelopen waardoor een subsidie niet dit jaar, maar volgend jaar wordt verleent. De middelen a € 23 mln zullen worden toegevoegd aan het kas- en verplichtingenbudget van 2024.
Investeringen Verduurzaming Industrie - Klimaatfonds Het aantal aanvragen op de VEKI-regeling blijft vooralsnog achter bij de oorspronkelijke raming. Investeringen lijken onder andere uit te blijven door gestegen prijzen. Hierom wordt het kasbudget met € 15 mln naar beneden bijgesteld. De regeling staat nog open tot in januari 2024. Naar verwachting zullen voor de sluitingsdatum nog wel meer aanvragen worden ingediend, maar deze zullen pas in 2024 worden behandeld, verplicht en betaald. Het budget dat hiervoor nodig is zal in het voorjaar weer worden toegevoegd aan de begroting voor 2024. Dit zijn Klimaatfondsmiddelen en deze blijven behouden voor 2024 vanwege de 100% eindejaarsmarge.
Qredits
Het budget voor de Time-out-arrangement (TOA) dat door kredietver-strekker Qredits wordt uitgevoerd is met € 52,5 mln naar beneden bijgesteld als gevolg van minder aanvragen van bedrijven dan verwacht.
Garantie Ondernemersfinanciering Corona
De Garantie Ondernemersfinanciering Corona betreft alleen nog uitfinancieringen van aanvragen nadat de regeling is gesloten op 15 juni 2022. Vanwege lager dan verwacht beroep op de regeling is het budget met € 25,7 mln verlaagd.
Bijdrage aan (inter-)nationale organisatie
Internationaal Innoveren
Het budget voor de regeling internationaal innoveren is naar beneden bijgesteld met € 13,7 mln als gevolg van minder aanspraak op de regeling dan oorspronkelijk begroot.
Toelichting op de begrotingsreserves
Er zijn begrotingsreserves voor de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) (inclusief het Coronaluik), de Borgstelling MKB-kredieten groen (BMKB groen), de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) (inclusief de Coronamodule van de GO), de groeifaciliteit (GF), de garanties voor nieuwe aanbieders van MKB-financiering en de regeling Klein Krediet Corona (KKC).
De reguliere GO, GF en de garanties voor alternatieve aanbieders van MKB-financiering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten naar verwachting toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Er worden ultimo 2023 onttrekkingen voorgenomen voor de kasbuffers voor de BMKB (Corona) (€ 1,2 mln) en de KKC (€ 0,1 mln).
Ultimo begrotingsjaar wordt mede op basis van het gebruik van deze faciliteiten en de daarbij behorende gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor deze regelingen definitief vastgesteld of er een aanvullende onttrekking of storting dient plaats te vinden.
Tabel 10 Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) |
|
(bedragen x € 1 mln) |
|
Stand 1/1/2023 |
218,8 |
|
|
|
|
Stand (raming) per 31/12/2023 |
217,6 |
Tabel 11 Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten groen (BMKB groen) (bedragen x € 1 mln)
-
+Geraamde storting - Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2023 16,2
Tabel 12 Begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) (bedragen x € 1 mln)
-
+Geraamde storting - Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2023 207,9
Tabel 13 Begrotingsreserve Groeifaciliteit (bedragen x € 1 mln)
-
+Geraamde storting - Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2023 66,8
Tabel 14 Begrotingsreserve Garantie MKB-faciliteiten (bedragen x € 1 mln)
-
+Geraamde storting - Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2023 21,8
Stand 1/1/2023 |
15,9 |
|
|
|
|
Stand (raming) per 31/12/2023 |
15,8 |
3.3 Beleidsartikel 3 Toekomstfonds
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 Toekomstfonds (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x
€ 1.000) |
|||
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
424.526 |
|
414.551 |
Uitgaven |
596.305 |
|
490.593 |
Subsidies (regelingen) |
4.837 |
0 |
4.837 |
Smart Industry (subsidie) |
433 |
433 |
|
Thematisch Technology Transfer |
4.404 |
4.404 |
|
Leningen |
571.797 |
|
466.060 |
Startups / MKB financiering |
|||
Volledig revolverend |
|||
Fund to Fund |
78.763 |
|
24.941 |
ROM's |
28.465 |
|
14.616 |
Dutch Future Fund |
10.917 |
10.917 |
|
Deep Tech Fund |
60.000 |
|
50.000 |
Fonds Alternatieve Financiering |
22.157 |
22.157 |
|
Economische Veiligheid Fonds |
50.000 |
50.000 |
|
European Tech Champions Initiative (ETCI) |
100.000 |
100.000 |
|
Deels revolverend |
|||
Innovatiekrediet |
67.537 |
67.537 |
|
Risicokapitaal SEED |
80.556 |
|
52.490 |
Vroege fase / informal investors |
38.171 |
38.171 |
|
Q4C |
9.689 |
9.689 |
|
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek |
|||
Met vermogensbehoud |
|||
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek |
5.071 |
5.071 |
|
Onco research |
10.305 |
10.305 |
|
Smart Industry (leningen) |
298 |
298 |
|
Thematische Technology Transfer |
9.868 |
9.868 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
19.671 |
25 |
19.696 |
Bijdrage RVO.nl |
19.671 |
25 |
19.696 |
Ontvangsten |
127.066 |
0 |
127.066 |
ROM's |
27.166 |
27.166 |
|
Fund to Fund |
65.550 |
65.550 |
|
DVI II |
4.050 |
4.050 |
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
424.526 |
|
414.551 |
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
||
waarvan overige verplichtingen |
424.526 |
|
414.551 |
De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de ontwerpbegroting 2023 was 27%, oftewel 73% van het kasbudget in 2023 was juridisch verplicht. Bij de 1e suppletoire begroting 2023 steeg dit naar 85%. Doordat er bij de Prinsjesdag Suppletoire middelen zijn toegevoegd voor Economische Veiligheid (50 mln) en het European Tech Champions Initiative (ETCI; 100 mln), welke nog niet juridisch verplicht zijn maar wel bestuurlijk gebonden, is het percentage juridisch verplicht voor de 2e suppletoire begroting 2023 gedaald naar 61%. Van de 39% van het budget in 2023 dat nog niet juridisch is verplicht, is 30% bestuurlijk gebonden.
Ten opzichte van de stand in de Miljoenennota word het verplichtingenbudget in 2023 met € 10 mln verlaagd. De belangrijkste veranderingen zijn de volgende:
-
-Voor kapitaalverstrekking aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM) is minder gerealiseerd dan geraamd en wordt daarom het verplichtingenbudget met € 10 mln naar beneden bijgesteld.
Fund to Fund
Onder het Fund to Fund wordt het Dutch Venture Initiative en Dutch Venture Initiative II uitgevoerd door de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) Oost NL. Omdat de ontvangsten op de fondsen door Oost NL opnieuw worden ingezet voor uitgaven wordt er naar verwachting € 53,8 mln minder opgevraagd vanuit de EZK begroting. Hierom wordt het kasbudget voor dit instrument met € 53,8 mln naar beneden bijgesteld.
ROMs
Voor kapitaalverstrekking aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM) is minder gerealiseerd dan geraamd en wordt daarom het kasbudget verlaagd met € 13,8 mln.
Deep Tech Fund
Het Deep Tech Fund is als onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020 na enkele jaren vertraging dit jaar begonnen met de eerste capital calls vanuit Invest NL. Naar verwachting zal het gehele budget niet worden benut in 2023 en daarom wordt het kasbudget met € 10 mln naar beneden bijgesteld. De verwachting is dat in 2024 dit budget benut wordt.
Risicokapitaal SEED
Doordat er in eerdere jaren vertraging is opgelopen wordt er minder besteed dan origineel geraamd. Hierom wordt het kasbudget voor de SEED-regeling met € 28 mln verlaagd waarvan zeker is dat dit niet meer in 2023 wordt besteed. De budgetten zijn wel verplicht, de verwachting is dat de kas de komende jaren wordt uitgeven.
3.4 Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 Een doelmatige energievoorziening en klimaatverandering (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000) |
beperking van de |
||
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
26.544.630 |
76.791 |
26.621.421 |
Uitgaven |
8.375.216 |
|
8.052.414 |
Subsidies (regelingen) |
7.074.752 |
|
6.807.848 |
Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) |
63.602 |
2.937 |
66.539 |
Hernieuwbare Energietransitie (HER+) |
45.319 |
|
36.839 |
Energie-efficiency |
2.624 |
2.624 |
|
Green Deals |
462 |
1.965 |
2.427 |
Demonstratieregeling Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) |
77.226 |
|
61.483 |
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) |
3.424 |
|
2.970 |
Projecten Klimaat en Energieakkoord |
5.802 |
|
5.679 |
SDE |
0 |
900 |
900 |
SDE+ |
485.275 |
|
419.811 |
SDE++ |
832.375 |
832.375 |
|
Aardwarmte |
30.000 |
30.000 |
|
ISDE-regeling |
591.320 |
8.717 |
600.037 |
Carbon Capture Storage (CCS) |
3.170 |
|
2.920 |
Hoge Flux Reactor |
6.440 |
|
6.401 |
Caribisch Nederland |
21.777 |
|
20.131 |
Overige subsidies |
92.897 |
|
64.236 |
Opschalingsinstrument waterstof |
1.000 |
2.150 |
3.150 |
Ombouw grootverbruikers |
0 |
1.950 |
1.950 |
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) |
0 |
0 |
|
Subsidieondersteuning verduurzaming MKB |
5.489 |
|
200 |
IPCEI waterstof |
175.724 |
|
141.762 |
Vulmaatregelen gasopslag |
70.000 |
70.000 |
|
MIEK |
5.908 |
|
3.531 |
Schadeafhandeling mijnbouw Limburg |
3.337 |
3.337 |
|
Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) |
130.000 |
|
1.500 |
NGF-project NieuweWarmteNu! |
17.820 |
17.820 |
|
Tegemoetkoming energieprjzen 2022 |
9.345 |
9.345 |
|
Tij del ijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 |
3.797.830 |
3.797.830 |
|
Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten |
20.000 |
20.000 |
|
Tegemoetkoming blokaansluitingen |
513.335 |
|
513.260 |
Uitbreiding ontwikkelfonds energiecoöperaties warmteprojecten |
26.551 |
240 |
26.791 |
Investeringen waterstofbackbone |
36.700 |
5.300 |
42.000 |
Leningen |
84.000 |
|
83.800 |
Lening EBN |
19.000 |
19.000 |
|
Lening InvestNL |
65.000 |
|
64.800 |
Garanties |
175.600 |
|
0 |
Garantie CCS/Porthos |
175.600 |
|
0 |
Vastgestelde |
||
begroting (incl. |
||
Suppletoire |
Stand 2e |
|
Begrotingen, |
Mutaties 2e |
suppletoire |
NvW en amende- |
suppletoire |
begroting (3) = (1) |
menten) (1) |
begroting (2) |
|
Opdrachten |
96.795 |
4.646 |
101.441 |
Onderzoek mijnbouwbodembeweging |
3.510 |
|
2.449 |
SodM onderzoek |
1.914 |
200 |
2.114 |
Uitvoeringsagenda klimaat |
153 |
|
143 |
Klimaat mondiaal |
1.084 |
100 |
1.184 |
Onderzoek en opdrachten |
65.243 |
|
60.119 |
Programma Opwek Energie op Rjksvastgoed (OER) |
14.391 |
14.391 |
|
Energiehulp Oekraïne |
10.500 |
10.541 |
21.041 |
Bijdrage aan agentschappen |
146.313 |
1.677 |
147.990 |
Bijdrage RVO.nl |
121.214 |
1.144 |
122.358 |
Bijdrage RDI |
4.801 |
|
4.621 |
Bijdrage NEa |
15.214 |
15.214 |
|
Bijdrage KNMI |
1.834 |
713 |
2.547 |
Bijdrage NVWA |
968 |
968 |
|
Bijdrage RIVM |
0 |
0 |
|
Bijdrage RWS |
2.282 |
2.282 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
151.872 |
|
149.036 |
Doorsluis COVA-heffing |
108.639 |
|
103.300 |
TNO kerndepartement |
41.324 |
2.503 |
43.827 |
TNO SodM |
1.909 |
1.909 |
Bijdrage aan medeoverheden |
405.853 |
|
377.109 |
Uitkoopregeling |
2.861 |
2.861 |
|
Regeling toezicht energiebesparingsplicht |
13.768 |
|
13.708 |
Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden |
389.224 |
|
360.540 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
14.031 |
|
11.590 |
Nuclear Research Group (NRG) |
8.382 |
8.382 |
|
Internationale contributies |
2.208 |
2.208 |
|
PBL Rekenmeesterfunctie |
2.441 |
|
0 |
ILT handhaving F-gassen |
1.000 |
1.000 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve |
226.000 |
147.600 |
373.600 |
Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie |
226.000 |
147.600 |
373.600 |
Ontvangsten |
2.441.772 |
|
2.363.772 |
Ontvangsten COVA |
111.000 |
111.000 |
|
Ontvangsten lening EBN Bergermeer |
0 |
0 |
|
Opbrengsten tenders Wind op Zee |
63.500 |
63.500 |
|
Opbrengst heffing ODE (SDE++) |
225.000 |
225.000 |
|
Ontvangsten zoutwinning |
2.511 |
2.511 |
|
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie |
454.186 |
454.186 |
|
ETS-ontvangsten |
1.350.000 |
|
1.300.000 |
Diverse ontvangsten |
235.575 |
|
207.575 |
Vastgestelde begroting (incl. |
|||
Suppletoire |
Stand 2e |
||
Begrotingen, |
Mutaties 2e |
suppletoire |
|
NvW en amende- |
suppletoire |
begroting (3) = (1) |
|
menten) (1) |
begroting (2) |
|
|
Verplichtingen |
26.544.630 |
76.791 |
26.621.421 |
waarvan garantieverplichtingen |
219.800 |
|
44.200 |
waarvan overige verplichtingen |
26.324.830 |
252.391 |
26.577.221 |
Budgetflexibiliteit
De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de Ontwerpbegroting 2023 was ongeveer 24%, ofwel 76% van het beschikbare kasbudget was al juridisch verplicht. Met de mutaties van de 1e en 2e suppletoire begrotingen stjgt het percentage jurigisch verplicht naar 92%: het resterende budget is vrijwel geheel bestuurlijk gebonden, bijvoorbeeld door de afspraak dat onbesteed gebleven middelen binnen het SDE-domein in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort moeten worden en de afspraak dat onbesteed gebleven Klimaatfondsmiddelen doorschuiven naar 2024.
Toelichting
Verplichtingen
De verhoging van het verplichtingenbudget met € 76,8 mln die in het kader van de Najaarsnota wordt doorgevoerd is een saldo van verhogingen en verlagingen van het verplichtingenbudget.
De belangrijkste verhogingen van verplichtingenbudgetten betreffen:
-
-TNO Kerndepartement (€ 13,5 mln): net als voor de andere TNO-onderdelen wordt ook voor TNO-AGE de opdracht 2024 al in 2023 verstrekt, hiervoor is het verplichtingenbudget eenmalig met € 10 mln opgehoogd. Het restant van de ophoging betreft aanvullende opdrachten aan TNO voor 2023.
-
-De DEI+-regeling (€ 13,5 mln): de verhoging is noodzakelijk omdat een aantal projecten van de openstelling 2022 pas begin 2023 beschikt zijn. Deze verplichtingen kwamen bovenop de verplichtingen uit de reguliere openstelling 2023.
-
-Onderzoek en opdrachten (€ 7,6 mln): het budget is opgehoogd met
€ 12,2 mln door een schuif van kernenergiebudgetten van 2024 naar 2023 en door ophoging van het budget voor het voeren van kolenprocedures met € 2,1 mln. Daarnaast is het budget met een groot aantal kleinere mutaties opgehoogd met € 1,8 mln, Daar staat tegenover een verlaging met € 8,4 mln doordat dit budget is verschoven naar Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden ter financiering van de uitvoeringskosten op het gebied van kernenergieprojecten.
-
-Energiehulp Oekraïne (€ 10,5 mln): er zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor de leveringen voor onder meer transformatoren, schakel-componenten en kabels die nodig zijn om het elektriciteitsnet in Oekraïne te herstellen.
-
-Storting in de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie (€ 147,6 mln): voor de garantieregeling Porthos is vorig jaar € 153,7 mln uit de SDE-middelen gedekt. Daarnaast is € 21,9 mln aan provisies ontvangen van de partijen die bij de garantieregeling betrokken waren. Nu bljkt dat er geen beroep gedaan zal worden op de garantieregeling,
wordt het gehele overtollige budget in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort. Hiertegenover staat een verlaging van de storting met € 28 mln ter dekking van de tegenvallende RVO-ontvangsten van terugbetaalde subsidievoorschotten van de SDE, de SDE+ en de SDE++.
-
-Opschalingsinstrument waterstof (€ 254,2 mln): het budget is met € 249,9 mln opgehoogd door het schuiven van budgetten uit 2024 en verder naar 2023. Daarnaast is het budget met € 4,3 mln opgehoogd ter financiering van de Specifieke Uitkering (SPUK) aan de gemeente Hoogeveen voor de uitvoering van een waterstofpilot in deze gemeente.
Tegenover deze verhogingen staan verlagingen van het verplichtingenbudget van:
-
-Doorsluis COVA-heffing (€ 5,3 mln): door de hogere brandstofprijzen in 2023 is minder aan de pomp getankt dan eerder begroot.
-
-Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden (€ 7,9 mln): deze verlaging is een saldo van met name een afroming van het budget voor de SPUK-regeling voor de uitvoeringskosten klimaat van de medeoverheden
(-€ 13,3 mln) en een ophoging van het budget voor uitvoeringskosten medeoverheden op het gebied van kernenergie (+€ 6,2 mln).
-
-Garantie CCS/Porthos (€ 175,6 mln): voor de garantieregeling Porthos is vorig jaar € 153,7 mln uit de SDE-middelen gedekt. Daarnaast is € 21,9 mln aan provisies ontvangen op basis van de garantieregeling. Nu blijkt dat er geen beroep gedaan zal worden op de garantieregeling, wordt het gehele overtollige budget afgeboekt en in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort.
-
-SDE+ (€ 108,9 mln): het budget is met € 5,8 mln verlaagd door budgeto-verhevelingen naar lenW ter financiering van de kosten in 2023 van het Maritiem Informatievoorziening ServicePunt (MIVSP) en van de kosten voor het waarborgen van de scheepvaartveiligheid rond de windparken op zee. Daarnaast worden de Klimaatfondsmiddelen voor het flank erend beleid Wind op Zee met in totaal € 103,1 mln naar beneden bijgesteld, vooral omdat een groot deel van de geplande locatieonderzoeken van RVO pas in 2024 zullen plaatsvinden. Deze middelen blijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-eindejaarsmarge die geldt voor Klimaat-fondsbudgetten.
-
-Subsidieregeling Verduurzaming MKB (€ 14,3 mln): omdat er in 2023 nauwelijks aanvragen zijn ingediend voor de SVM-regeling, wordt het beschikbare verplichtingenbudget verlaagd naar € 0,2 mln.
-
-Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS): het Klimaatfondsbudget wordt met € 50 mln naar beneden bijgesteld, omdat de subsidie voor een project naar verwachting pas in 2024 zal worden toegezegd. Ook deze middelen blijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-einde-jaarsmarge die geldt voor Klimaatfondsbudgetten.
Hernieuwbare Energietransitie (HER+)
Op de middelen die bestemd zijn voor de HER+-subsidieregeling is er sprake van lagere uitgaven van € 8,5 mln, omdat er minder subsidievoorschotten in 2023 zullen worden uitbetaald dan eerder geraamd.
Demonstratieregeling Enrgie- en klimaatinnovatie (DEI+)
Op het kasbudget van de DEI+ is sprake van een onderuitputting van € 15,7 mln, vooral als gevolg van vertraging in de uitvoering van projecten.
SDE+
De verlaging van het SDE+-kasbudget met € 65,5 mln wordt enerzijds veroorzaakt door enkele grote budgetoverhevelingen naar de begroting van IenW (€ 5,8 mln) en een verschuiving van budget naar de SDE-regeling en de ISDE (€ 1,2 mln), anderzijds door verlaging van het Klimaatfondsbudget voor het flankerend beleid rond wind op zee (waaronder de locatieonder-zoeken van RVO) met € 58,5 mln. Deze middelen blijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-eindejaarsmarge die geldt voor Klimaatfondsbudgetten. Zie ook bij Verplichtingen.
ISDE
Hoewel de prognose voor de betalingen op de ISDE-regeling onzeker is, wordt op het totale kasbudget 2023 een relatief klein tekort verwacht. Om te voorkomen dat subsidiebeschikkingen hierdoor niet kunnen worden uitbetaald, wordt het kasbudget met € 8,7 mln opgehoogd.
Overige subsidies
Onder het budget Overige subsidies valt onder andere de Correctieregeling duurzame warmte. De middelen hiervoor zijn op basis van de motie Grimwis-Erkens vanuit het Klimaatfonds beschikbaar gesteld. Op deze middelen is sprake van een verlaging van € 30 mln, omdat dit deel van de in 2023 toegezegde subsidies pas in 2024 zal worden uitbetaald. Ook deze middelen blijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-eindejaarsmarge die geldt voor Klimaatfondsbudgetten.
Subsidieondersteuning Verduurzaming MKB (SVM)
Omdat er in 2023 nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de SVM-regeling, wordt het beschikbare kasbudget met € 5,3 mln verlaagd naar € 0,2 mln. Zie ook bij Verplichtingen.
IPCEI Waterstof
Het kasbudget voor de IPCEI Waterstof wordt met in totaal € 34 mln naar beneden bijgesteld als gevolg van vertraging in de gefinancierde projecten. Hiervan heeft € 31,8 mln betrekking op Klimaatfondsmiddelen. Deze middelen bl ijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-eindejaarsmarge die geldt voor Klimaatfondsbudgetten.
Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS)
Het Klimaatfondsbudget voor de WIS-regeling wordt met € 128,2 mln naar beneden bijgesteld omdat het overgrote deel van de betalingen op de beschikkingen die in 2023 worden afgegeven pas in 2024 zullen plaatsvinden. Ook deze middelen bl ijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-eindejaarsmarge die geldt voor Klimaatfondsbudgetten. Zie ook bij Verplichtingen. Daarnaast wordt € 0,3 mln overgeheveld naar het apparaats-artikel (artikel 40) ter financiering van inhuur van beleidsmedewerkers die de WIS in 2023 begeleiden.
Investeringen waterstofbackbone
Op de subsidie aan Gasunie voor het aanleggen van de waterstofbackbone zal naar verwachting in 2023 € 5,3 mln meer bevoorschot worden dan oorspronkelijke geraamd, daarom wordt het kasbudget met dit bedrag opgehoogd.
Garantie CCS-porthos
Voor de garantieregeling Porthos is vorig jaar € 153,7 mln uit de SDE-middelen gedekt. Daarnaast is € 21,9 mln van de bij het Porthos-project betrokken part jen ontvangen aan betaalde provisies voor de garantieregeling, waarmee het uitgavenbudget eerder is opgehoogd. Nu bl jkt dat er geen beroep gedaan zal worden op de garantieregeling, wordt dit overtollige budget in zjn geheel afgeboekt en in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort. Zie ook bj Verplichtingen.
Onderzoek en opdrachten
Naast een groot aantal kleinere mutaties wordt het beschikbare kasbudget verlaagd met € 5,1 mln doordat budget is verschoven naar Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden ter financiering van de uitvoeringskosten op het gebied van kernenergieprojecten.
Energiehulp Oekraïne
Zie de toelichting bj Verplichtingen.
Doorsluis COVA-heffing
Zie de toelichting bj Verplichtingen.
Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden
De verlaging van het budget met € 28,7 mln is een saldo van met name een verlaging van het budget van het Nationaal Programma RES met € 9,6 mln, een verlaging van het budget voor de SPUK-regeling voor de uitvoeringskosten van de medeoverheden met € 23,5 mln en een ophoging van het budget voor uitvoeringskosten medeoverheden op het gebied van kernenergie met € 5 mln.
Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie Zie de toelichting bj Verplichtingen.
ETS-ontvangsten
Op basis van een nieuwe inschatting van de voor 2023 verwachte ETS-ontvangsten wordt de ontvangstenraming met € 50 mln naar beneden bjgesteld.
Diverse ontvangsten
Op de RVO-ontvangsten van terugbetaalde subsidievoorschotten van de SDE, de SDE+ en de SDE++ wordt een tegenvaller verwacht van € 28 mln. De ontvangstenraming wordt met dit bedrag verlaagd, dekking wordt geboden door verlaging van de storting in de reserve duurzame energie en klimaattransitie met een even groot bedrag.
Toelichting op de begrotingsreserves
Tabel 20 Begrotingsreserve Duurzame energie en klimaattransitie (bedragen x € 1 mln) |
|
Stand 1/1/2023 |
5.029,6 |
|
373,6 |
|
|
Stand (raming) per 31/12/2023 |
4.949,0 |
De begrotingsreserve voor duurzame energie en klimaattransitie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER+ of de ISDE. Via de reserve bl ijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie of CO2-reductie. In 2023 zal in totaal € 373,6 mln in de begrotingsreserve gestort worden als onderuitputting op de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER+, de ISDE en de garantieregeling CCS/Porthos (die voor het grootste deel vanuit de SDE-middelen is gefinancierd).
De verwachte onttrekking van in totaal € 454,2 mln betreft:
-
-de onttrekking van € 450 mln en toevoeging aan het SDE++-budget, als onderdeel van de in totaal € 1,7 mld onttrekking waartoe in de Startnota van het kabinet Rutte-III besloten is.
-
-De onttrekking van € 4,2 mln om de extra uitgaven op de SCE-regeling in 2023 als gevolg van het amendement-Sienot c.s. (Kamerstuk 35 570 XIII, nr. 12) te dekken.
Tabel 21 Begrotingsreserve Aardwarmte (bedragen x € 1 mln) |
|
Stand 1/1/2023 |
18,1 |
|
|
|
|
Stand (raming) per 31/12/2023 |
18,0 |
De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) die wordt gestort in de begrotingsreserve. In 2023 zijn er geen garanties verstrekt en dus ook geen provisies ontvangen. De onttrekking betreft de kosten die RVO maakt voor de uitvoering van de regeling.
Tabel 22 Begrotingsreserve aan ECN verstrekte leningen (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2023 6,6
-
+Geraamde storting - Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2023 6,6
De middelen in de begrotingsreserve risicopremie NRG zullen worden aangesproken als de Nuclear Reseach Group (NRG) - al dan niet tijdelijk of gedeeltelijk - niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 23 Budgettaire gevolgen van beleid art. 5 Een veilig Groningen met perspectief (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000) |
|||
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
3.567.507 |
|
3.015.874 |
Uitgaven |
3.589.290 |
|
3.008.843 |
Subsidies (regelingen) |
627.580 |
|
604.480 |
Waardevermeerderingsregeling |
105.984 |
|
46.984 |
Geestelijke bijstand |
1.060 |
0 |
1.060 |
Duurzaam herstel |
28.000 |
|
20.500 |
Woonbedrijf |
3.646 |
0 |
3.646 |
Diverse subsidies versterken |
119.677 |
43.400 |
163.077 |
Subsidieregelingen bestuurljke afspraken |
213.933 |
0 |
213.933 |
Huurderscompensatie |
350 |
0 |
350 |
Nieuwbouwregeling |
4.930 |
0 |
4.930 |
Uitbreiding bereik woningsverbeteringssubsidie |
150.000 |
0 |
150.000 |
(Schade)vergoeding |
549.267 |
17.000 |
566.267 |
Vergoeding fysieke schade |
329.946 |
|
296.946 |
Vergoeding waardedaling |
67.500 |
0 |
67.500 |
Vergoeding immateriële schade |
70.000 |
33.000 |
103.000 |
Commissie Bijzondere Situaties |
4.459 |
0 |
4.459 |
Herbeoordeling waardedaling |
17.031 |
0 |
17.031 |
Vastgelopen dossiers |
22.669 |
|
17.669 |
Vergoeding zelf aangebrachte voorzieningen |
6.862 |
0 |
6.862 |
Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen |
10.000 |
10.000 |
20.000 |
Knelpunten (bestuurlijke afspraken) |
10.000 |
0 |
10.000 |
Versterken industrie |
800 |
0 |
800 |
Knelpunten IMG |
10.000 |
0 |
10.000 |
Versterken in eigen beheer |
0 |
11.000 |
11.000 |
Duurzaam herstel |
0 |
1.000 |
1.000 |
Opdrachten |
1.788.923 |
|
1.383.152 |
Werkbudgetten |
39.977 |
|
28.377 |
Versterkingsoperatie |
848.377 |
|
548.877 |
Knelpunten (bestuurlijke afspraken) |
24.157 |
0 |
24.157 |
Versterken industrie |
241 |
0 |
241 |
Nieuwbouwregeling |
0 |
0 |
0 |
Vergoeding Norg akkoord |
856.671 |
|
760.000 |
Vastgelopen dossiers |
4.500 |
|
1.500 |
Verduurzaming bij versterken |
15.000 |
|
14.000 |
Duurzaam Herstel |
0 |
6.000 |
6.000 |
Bijdrage aan agentschappen |
201.172 |
0 |
201.172 |
Bijdrage RVO.nl |
198.602 |
0 |
198.602 |
Bijdrage aan bestuur Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) |
2.570 |
0 |
2.570 |
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
1.400 |
180 |
1.580 |
|
TNO publieke SDRA |
1.400 |
180 |
1.580 |
|
Bijdrage aan medeoverheden |
413.602 |
|
245.302 |
|
Mkb-programma (bestuurlijke afspraken) |
4.400 |
0 |
4.400 |
|
Nationaal Programma Groningen |
138.095 |
|
93.095 |
|
Compensatie gemeenten en provincie (bestuurljke afspraken) |
15.650 |
0 |
15.650 |
|
Clustering en gebiedsfonds (bestuurljke afspraken) |
251.457 |
|
121.457 |
|
Sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten (bestuurljke afspraken) |
4.000 |
0 |
4.000 |
|
NCG bijdrage aan medeoverheden |
0 |
6.700 |
6.700 |
|
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
7.346 |
|
6.890 |
|
Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) |
3.098 |
0 |
3.098 |
|
Raad voor Rechtspraak |
4.248 |
|
3.792 |
|
Ontvangsten |
6.708.356 |
|
6.384.916 |
|
Ontvangsten NAM fysieke schade |
268.600 |
0 |
268.600 |
|
Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade |
201.433 |
0 |
201.433 |
|
Dividenduitkering EBN |
2.381.600 |
0 |
2.381.600 |
|
Dividenduitkering GasTerra |
3.600 |
0 |
3.600 |
|
Ontvangsten Mijnbouwwet |
3.183.000 |
|
3.163.000 |
|
Ontvangsten NAM waardedaling |
38.200 |
0 |
38.200 |
|
Ontvangsten NAM immateriële schade |
55.700 |
0 |
55.700 |
|
Ontvangsten NAM publieke SDRA |
2.827 |
0 |
2.827 |
|
Ontvangsten NAM versterken industrie |
2.843 |
0 |
2.843 |
|
Ontvangsten NAM versterkingsoperatie |
540.623 |
|
237.183 |
|
Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM) |
25.000 |
0 |
25.000 |
|
Ontvangsten NAM Nieuwbouwregeling |
4.930 |
0 |
4.930 |
|
Tabel 24 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000) |
||||
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
||
Verplichtingen |
3.567.507 |
|
3.015.874 |
|
waarvan garantieverplichtingen |
||||
waarvan overige verplichtingen |
3.567.507 |
|
3.015.874 |
|
Budgetflexibiliteit |
||||
Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 in 2023 is circa 76% juridisch verplicht, 21% bestuurlijk gebonden en de overige 3% beleidsmatig gereserveerd. Dit is het geval omdat de meeste uitgaven op artikel 5 een verplichting zijn op basis van wettelijke of ministeriële regelingen of onderdeel zijn van de bestuurlijke afspraken uit november 2020. Daarbij is eveneens de grootste uitgavenpost in 2023, de vergoeding voor het Norg |
akkoord (€ 760 mln), juridisch verplicht.
Verplichtingen en uitgaven Subsidies
Waardevermeerderingsregeling
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat heeft aange-kondigd de waardevermeerderingsregeling te verlengen tot 1 februari 2024 (Kamerstuk 33 529, nr. 1171). Het dan nog voor de regeling beschikbare budget uit de bij Voorjaarsnota 2022 vrijgemaakte € 145 mln wordt ingezet als dekking voor de aanpassingen van schadeafhandeling. De budgetmu-tatie om dit budget af te boeken voor de jaren 2024 t/m 2028 is verwerkt in de Nota van Wijziging op de Ontwerpbegroting 2024 (Kamerstuk 36 410 XIII, nr. 7), de mutatie voor 2023 (- € 59 mln) in deze tweede suppletoire begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Na de aankondiging van de verlenging tot 1 februari 2024 is door de Tweede Kamer een amendement aangenomen waarin de regeling wordt verlengd tot 1 februari 2025 en wordt uitgebreid (Kamerstuk 36 410 XIII, nr. 25). Uw Kamer wordt separaat geïnformeerd over de regeling.
Diverse subsidies versterken
Het verschil van € 43,4 mln wordt veroorzaakt door twee overhevelingen van de categorie opdrachten naar de categorie subsidies. Ten eerste is er € 40 mln overgeheveld omdat een deel van de versterkingsoperatie wordt uitgekeerd in de vorm van een subsidie in plaats van een opdracht. Dat bljkt meer te zijn dan verwacht. Ten tweede vindt er ten behoeve van betaling van een subsidie in het kader van het Zorgakkoord Groningen een overheveling van € 3,4 mln plaats van het werkbudget van VPG naar Diverse subsidies versterken
Vergoeding fysieke schade
Sinds 1 juli 2020 besluit het IMG over (fysieke) schadevergoedingen aan bewoners uit Groningen die aardbevingsschade hebben als gevolg van de gaswinning. Alhoewel het door de wijzigingen in de schadeafhandeling onzeker is hoe de uitputting van het budget voor fysieke schade verloopt tot eind 2023, verwacht het IMG niet dat het volledige budget voor vastgelopen dossiers in 2023 tot besteding komt (- € 33 mln).
Vergoeding immateriële schade
Het IMG verwacht voor de regeling voor immateriële schadevergoedingen tot eind 2023 ca. € 33 mln meer uit te geven dan eerder geraamd, dit komt door een aantal door het IMG aangekondigde wijzigingen in de regeling (het gelijkstellen van uitkeringen van gezinsleden, de regeling voor het immateriële schade kinderen en jongeren en de verruiming van de regeling voor het beschikken van bezwaar).
Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen Tot 1 juli 2023 was er een aparte regeling «schade door versterkingsmaatregelen». Deze regeling is per 1 juli 2023 overgegaan in de Tijdelijke wet Groningen. Omdat dit wordt verantwoord onder de categorie (schade)vergoedingen wordt € 10 mln vanuit de categorie opdrachten overgeheveld.
Versterken in eigen beheer
Sinds de inwerktreding van de Tijdelijke Wet Groningen (TwG) per 1 juli 2023 is er ook de mogelijkheid om een vergoeding te ontvangen voor het in eigen beheer uitvoeren van versterking € 10 mln. Ook wordt een deel van de regeling verduurzaming bij versterking uitgekeerd via (schadevergoedingen (€ 1 mln). Daarom wordt een overboeking van € 11 mln van het opdrachtenbudget naar (schade)vergoedingen gedaan.
Werkbudgetten
De lagere uitgaven op het werkbudget komen voornamelijk door de overboeking van budget van het werkbudget NCG (- € 10,1 mln) naar de categorieën subsidies en bijdrage aan medeoverheden voor een subsidie voor het Zorgakkoord Groningen en twee specifieke uitkeringen voor het erfgoedprogramma. Daarnaast is uit het werkbudget van SGG (Schade en Gaswinning Groningen) een opdracht aan het KNMI gefinancierd (-€ 0,7 mln). Vanuit het werkbudget van VPG (Versterken en Perspectief Groningen) middelen beschikbaar gesteld aan vier gemeentes (Groningen, Old Ambt, Nieuwe Pekela, Westerkwartier) in het aardbevingsgebied. In het kader van de Sociale Agenda (-€ 0,7 mln).
Versterkingsoperatie
De lagere uitgaven op de versterkingsoperatie in de categorie opdrachten worden veroorzaakt door een neerwaartse bijstelling van uitgaven en overheveling van budget naar andere uitgavencategorieën.
Bij de ontwerpbegroting 2023 bedroegen de geraamde uitgaven in 2023 voor de versterkingsoperatie € 708 mln (waarvan € 600 mln in de categorie opdrachten en € 108 mln in de categorie subsidies). Bij de 1e suppletoire begroting is de meerjarige raming voor versterken geactualiseerd en is het budget met circa € 243 mln verhoogd (opdrachten en subsidies), omdat de verwachting was dat er meer huizen versterkt zouden kunnen worden. Dit is echter niet gerealiseerd, waardoor er in de 2e suppletoire begroting een neerwaartse bijstelling van € 240 mln plaatsvindt. Rekeninghoudend met de hieronder toegelichte overheveling van de categorie opdrachten naar andere uitgavencategorieën, komen de totale uitgaven (opdrachten en subsidies) voor de versterkingsoperatie op het niveau van de verwachting in de ontwerpbegroting 2023 (€ 712 mln).
Naast een bijstelling van de uitgaven, is € 40 mln overgeboekt naar Subsidies omdat een deel van de versterkingsoperatie wordt uitgekeerd in de vorm van een subsidie in plaats van een opdracht. Ook is er € 20 mln naar (schade)vergoedingen overgeheveld omdat er sinds de Tijdelijke wet Groningen per 1 juli 2023 de mogelijkheid is om vergoeding te ontvangen voor het in eigen beheer uitvoeren van versterking (- € 10 mln) en de vergoedingen voor schade door versterkingsmaatregelen overgegaan zijn naar de TwG (- € 10 mln). Tegenover bovenstaande verlagingen van het budget, staat een ophoging van € 1,5 mln voor Duurzaam herstel. Duurzaam herstel zal voor een deel worden uitgevoerd door de NCG.
Vergoeding Norg akkoord
Voor het gasjaar 2022-2023 wordt de vergoeding voor het Norg akkoord naar beneden bijgesteld op basis van de huidige gasprijs.
Nationaal Programma Groningen
Met het Nationaal Programma Groningen (NPG) wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. Hiervoor is in totaal 1,5 mld euro beschikbaar, deze middelen zijn in gelijke jaartranches aan de begroting van EZK toegevoegd. Besteding van middelen vindt plaats op basis van project aanvragen vanuit de regio. Deze worden beoordeeld en goedgekeurd door het algemene bestuur van het NPG. De realisatie volgt logischerwijs dit proces. In 2023 zijn er minder aanvragen gedaan dan waarvoor in totaal budget beschikbaar was. Daarom zijn de uitgaven met 45 mln naar beneden bijgesteld.
Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)
In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 worden uitkeringen gedaan aan medeoverheden voor clustering van woningen en het gebiedsfonds (blokken B en D uit de bestuurlijke afspraken). Voor zowel Blok B en D geldt dat de middelen in 2023 niet volledig tot besteding komen.
Ontvangsten Mjnbouwwet
De lagere vergoeding voor het Norg akkoord leidt ook tot lagere ontvangsten voor de Staat. De ontvangsten Mjnbouwwet zijn daarom met € 20 mln naar beneden bijgesteld.
Ontvangsten NAM versterkingsoperatie
De ontvangsten voor versterkingsoperatie vallen lager uit dan verwacht (- € 303,4 mln), omdat de uitgaven lager uitvallen en de NAM 60% van de facturen betaalt.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 25 Budgettaire gevolgen van (bedragen x € 1.000) |
beleid art. 6 Bijdrage Nationaal Groeifonds (Tweede suppletoire begroting) |
||
Vastgestelde |
|||
begroting (incl. |
|||
Suppletoire |
Stand 2e |
||
Begrotingen, |
Mutaties 2e |
suppletoire |
|
NvW en amende |
suppletoire begroting (3) = (1) |
||
menten) (1) |
begroting (2) |
|
|
Verplichtingen |
170.000 |
304 |
170.304 |
Uitgaven
10.000 304 10.304
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken |
10.000 |
304 |
10.304 |
Bijdrage aan het Nationaal Groeifonds |
10.000 |
304 |
10.304 |
Ontvangsten
0 0 0
Tabel 26 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000) |
|||
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
170.000 |
304 |
170.304 |
waarvan garantieverplichtingen |
|||
waarvan overige verplichtingen |
170.000 |
304 |
170.304 |
De mate van budgetflexibiliteit is terug te vinden bij de afzonderlijke artikelen van Hoofdstuk L - Nationaal Groeifonds.
Bij de ontwerpbegroting 2023 is het NGF omgezet van een niet-departe-mentale begroting in een begrotingsfonds. Toen is eenmalig een reeks aan apparaatskosten overgeboekt naar de EZK-begroting, omdat een begrotingsfonds geen eigen apparaatsartikel heeft. Een onderdeel van die reeks is het opdrachten- en onderzoeksbudget voor de directie Nationaal Groeifonds van EZK. Jaarlijks wordt een eventueel overschot van dat budget via dit voedingsartikel teruggeboekt naar het NGF, opdat de middelen voor het NGF behouden blijven. Dit jaar was er sprake van een overschot van € 304.000.
4.1 Artikel 40 Apparaat Kerndepartement
Tabel 27 Apparaatsuitgaven |
Kerndepartement (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000) |
||
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
638.866 |
|
632.710 |
Uitgaven |
638.866 |
|
632.710 |
Personele uitgaven |
458.145 |
|
447.591 |
waarvan eigen personeel |
414.097 |
|
407.808 |
waarvan inhuur externen |
22.159 |
7.188 |
29.347 |
waarvan overige personele uitgaven |
21.889 |
|
10.436 |
Materiële uitgaven |
180.721 |
4.398 |
185.119 |
waarvan ICT |
10.913 |
|
3.963 |
waarvan bijdrage aan SSO's |
13.382 |
0 |
13.382 |
waarvan DICTU |
19.614 |
0 |
19.614 |
waarvan overige materiële uitgaven |
136.812 |
11.348 |
148.160 |
Ontvangsten |
151.181 |
|
123.134 |
NCG |
110.354 |
|
82.307 |
Overig |
40.827 |
0 |
40.827 |
De raming van de personele uitgaven wordt verlaagd met € 10,6 mln onder andere op grond van:
-
-Inzet van middelen a € 14,9 mln voor problematiek elders op de begroting.
-
-Wegens een herschikking is het personele budget verlaagd (€ 4,2 mln) ten behoeve van in- en uitbesteding.
-
-De totale personele uitgaven zijn verhoogd met € 7,2 mln in verband met overhevelingen vanuit (beleids)directies voor de inhuur van externen.
-
-Een verhoging van de personele uitgaven (€ 1,5 mln) die gedekt wordt door het Ministerie van lenW voor de kosten van het toezicht dat ACM voor lenW uitoefent op de vervoerssectoren spoor, loodsen, luchtvaart en personen.
De raming van de materiële uitgaven wordt verhoogd met € 4,4 mln onder andere op grond van:
-
-Een afroming van het ICT-ontwikkelbudget ten behoeve van eerdergenoemde EZK brede problematiek (€ 5,0 mln). Deze ruimte is ontstaan doordat er in 2023 minder ICT-claims zijn ingediend en/of gehonoreerd.
-
-Wegens een herschikking is het materiële budget verhoogd (€ 4,2 mln) ten behoeve van in- en uitbesteding.
-
-Een verhoging van de materiële uitgaven van de NCG naar aanleiding van een tekort op basis van de laatste prognose van de NCG (€ 4,5 mln).
De raming van de ontvangsten wordt verlaagd met € 28,0 mln op grond van de bijstelling naar de prognose van de NCG.
Tabel 28 Nog onverdeeld (Tweede suppletoire |
begroting) (bedragen x € 1.000) |
||
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) Stand 2e suppletoire begroting (3) = |
(1)+(2) |
|
Verplichtingen |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
0 |
0 |
0 |
Prijsbijstelling |
0 |
0 |
0 |
Loonbij stelling |
0 |
0 |
0 |
Onvoorzien |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
Er zijn geen mutaties bij het artikel «Nog onverdeeld».
5 Agentschappen 5.1 Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)
Tabel 29 Exploitatieoverzicht baten-lastenagentschap NEa (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
-
(1)Vastgestelde (2) Mutaties 2e Totaal geraamd (3) begroting (incl. suppletoire = (1) + (2)
Suppletoire begroting
Begrotingen,
NvW en amendementen)
Baten |
|||
-Omzet |
17.570 |
|
15.470 |
waarvan omzet moederdepartement |
12.593 |
|
10.493 |
waarvan omzet overige departementen |
4.977 |
0 |
4.977 |
waarvan omzet derden |
0 |
0 |
0 |
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
Totaal baten |
17.570 |
|
15.470 |
Lasten
Apparaatskosten |
16.512 |
|
13.412 |
-Personele kosten |
12.689 |
|
9.889 |
waarvan eigen personeel |
10.955 |
|
8.155 |
waarvan inhuur externen |
1.092 |
0 |
1.092 |
waarvan overige personele kosten |
642 |
0 |
642 |
-Materiële kosten |
3.823 |
|
3.523 |
waarvan apparaat ICT |
1.799 |
|
1.499 |
waarvan bijdrage aan SSOS |
1.555 |
0 |
1.555 |
waarvan overige materiële kosten |
469 |
0 |
469 |
Rentelasten |
29 |
0 |
29 |
Afschrjvingskosten |
1.030 |
0 |
1.030 |
-Materieel |
0 |
0 |
0 |
waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige materiële afschrjvingskosten |
0 |
0 |
0 |
-Immaterieel |
1.030 |
0 |
1.030 |
Overige lasten |
0 |
0 |
0 |
waarvan dotaties voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
waarvan bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
17.570 |
|
14.470 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening |
0 |
1.000 |
1.000 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten |
0 |
0 |
0 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
1.000 |
1.000 |
Toelichting op de baten Omzet moederdepartement
De omzet EZK daalt met € 2,1 mln als gevolg van het later aannemen dan verwacht van nieuwe medewerkers (zie verder de toelichting bij personele kosten). Hierdoor worden minder uren geschreven. Wel is het percentage directe uren per medewerker hoger dan vooraf ingeschat, waardoor de daling van de omzet niet gelijk is aan de daling van de kosten van personeel.
Toelichting op de lasten
Personele kosten
Ter voorbereiding op de nieuwe taken en voor uitbreiding van taken zijn in 2023 extra personeelsleden begroot. Een groot deel hiervan is en wordt later in het jaar aangenomen dan verwacht, mede door de krappe arbeidsmarkt. Hierdoor zijn de personele kosten € 2,8 mln lager dan verwacht.
Materiële kosten
De kosten voor ICT-projecten dalen met € 0,3 mln. Dit is veroorzaakt door de krappe arbeidsmarkt voor ICT personeel.
Tabel 30 Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap NEa (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000) |
|||
|
|
||
begroting (incl. |
suppletoire |
=(1)+(2) |
|
Suppletoire |
begroting |
||
Begrotingen, |
|||
NvW en amende- |
|||
menten) |
|||
|
3.225 |
0 |
3.225 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) |
17.570 |
|
15.470 |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) |
|
3.100 |
|
|
1.030 |
1.000 |
2.030 |
Totaal investeringen (-/-) |
|
0 |
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
0 |
|
|
0 |
|
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
|
0 |
|
Eenmalige storting door moederdepartement (+) |
0 |
0 |
0 |
Aflossingen op leningen (-/-) |
|
0 |
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
1.414 |
0 |
1.414 |
|
|
0 |
|
|
591 |
1.000 |
1.591 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen en vooruit ontvangen en vooruit betaalde bedragen.
5.2 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
Tabel 31 Exploitatieoverzicht baten-lastenagentschap RVO. nl (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
-
(1)Vastgestelde (2) Mutaties 2e Totaal geraamd (3) begroting (incl. suppletoire = (1) + (2)
Suppletoire begroting
Begrotingen,
NvW en amendementen)
Baten |
|||
-Omzet |
1.054.012 |
73.480 |
1.127.492 |
waarvan omzet moederdepartement |
548.759 |
29.482 |
578.241 |
waarvan omzet overige departementen |
470.062 |
52.633 |
522.695 |
waarvan omzet derden |
35.191 |
|
26.556 |
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
Totaal baten |
1.054.012 |
73.480 |
1.127.492 |
Lasten
Apparaatskosten |
1.043.912 |
96.480 |
1.140.392 |
-Personele kosten |
570.235 |
83.458 |
653.693 |
waarvan eigen personeel |
417.806 |
49.429 |
467.235 |
waarvan inhuur externen |
137.661 |
32.999 |
170.660 |
waarvan overige personele kosten |
14.768 |
1.030 |
15.798 |
-Materiële kosten |
473.677 |
13.022 |
486.699 |
waarvan apparaat ICT |
3.846 |
268 |
4.114 |
waarvan bijdrage aan SSOS |
191.463 |
3.348 |
194.811 |
waarvan overige materiële kosten |
278.368 |
9.406 |
287.774 |
Rentelasten |
0 |
0 |
0 |
Afschrjvingskosten |
10.100 |
0 |
10.100 |
-Materieel |
100 |
0 |
100 |
waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige materiële afschrjvingskosten |
100 |
0 |
100 |
-Immaterieel |
10.000 |
0 |
10.000 |
Overige lasten |
0 |
0 |
0 |
waarvan dotaties voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
waarvan bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
1.054.012 |
96.480 |
1.150.492 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening |
|
|
|
Agentschapsdeel Vpb-lasten |
0 |
0 |
0 |
Saldo van baten en lasten |
|
|
|
Mutatie POK-Wau |
0 |
23.000 |
23.000 |
Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming |
0 |
0 |
0 |
Toelichting op de baten
Gedurende het jaar is een tariefstijging van (2,5%) doorgevoerd. Dit heeft bijgedragen aan een omzetstijging van het gehele opdrachtenpakket.
Omzet moederdepartement
De totale mutatie in de omzet vanuit het moederdepartement bedraagt € 29,5 mln. Deze mutatie wordt vooral veroorzaakt door de grote aanvullende opdracht TEK (€ 12,1 mln) van het DG Bedrijfsleven en Innovatie (B&I), en door twee nieuwe opdrachten van DG Klimaat en Energie (K&E): de bekostiging van het plafond van energietarieven (CEK23) (€ 4,3 mln) en het Bescherm en Herstelplan Gas n.a.v. de Russisch-Oekraïense oorlog (€ 0,9 mln). De opdracht van DG Groningen en Ondergrond (DG G&O) is lager dan was voorzien in de ontwerpbegroting (- € 9,8 mln).
Omzet overige departementen
De totale mutatie in de omzet van overige departementen bedraagt € 52,6 mln. Deze mutatie wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere omzet op opdrachten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij (LNV) (€ 44,8 mln). Dit betreft onder andere aanpak piekbelasting, subsidieregeling behoud grasland, project Maripark en intensivering op bestaande opdrachten (bv. GLB implementatie fase 1). De definitieve opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is hoger dan begroot (€ 11,8 mln). Dit komt enerzijds doordat in de oorspronkelijke raming de opdracht van het Centrum tot Bevordering van de Import uit ontwikkelingslanden nog niet volledig was opgenomen. Anderzijds is de opdracht voor de Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking combi-aanpak versterkt. De st ijging van de omzet overige departementen, als gevolg van bovenstaande opdrachten, wordt deels gedempt door een lagere omzet dan begroot op opdrachten van andere ministeries.
Omzet derden
De totale mutatie in de omzet van derden bedraagt - € 8,6 mln. Deze mutatie wordt grotendeels veroorzaakt door het feit dat de omzet van Provincies lager is dan begroot. De opdracht Nieuw Gemeenschappelijk Landbouw Beleid is in de ontwerpbegroting voor € 5,5 mln opgenomen, maar heeft veel vertraging opgelopen. Dit leidt tot een mutatie van - € 5,5 mln.
De lasten zijn gestegen met € 96,5 mln. De toename van het opdrachtvolume zoals hierboven toegelicht leidt tot hogere uitvoeringskosten. Dit vertaalt zich in een stijging van de personele lasten (€ 83,5 mln), waarbij de kosten voor ambtelijk personeel harder zijn gestegen (€ 49,4 mln) dan de kosten voor externe inhuur (€ 33,0 mln). De materiële kosten zijn gestegen met € 13,0 mln. De toename van het opdrachtenpakket leidt tot een stijging van € 9,4 mln aan overige materiële kosten. De bijdrage aan Shared Service Organisaties is gestegen met € 3,3 mln. De verwachting is € 23 mln aan uitgaven te realiseren onder het programma Transparantie in informtie en het Rijksbrede programma Werken aan Uitvoering.
Tabel 32 Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap RVO. nl (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
NvW en amendementen) |
begroting |
||
|
187.848 |
|
184.479 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) |
1.054.012 |
73.480 |
1.127.492 |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) |
|
|
|
|
10.100 |
|
|
Totaal investeringen (-/-) |
|
700 |
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
0 |
|
|
700 |
|
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
0 |
0 |
0 |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) |
0 |
23.560 |
23.560 |
Aflossingen op leningen (-/-) |
|
0 |
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
28.500 |
|
27.800 |
|
12.500 |
22.860 |
35.360 |
|
181.948 |
|
179.139 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
In het kasstroomoverzicht is te zien dat de ontvangsten en uitgaven van RVO zijn gestegen ten opzichte van de vastgestelde begroting. Verder heeft RVO vanuit het Rijksbrede programma Werken aan Uitvoering voor de uitvoering van het bestedingsplan voor 2023 een bijdrage vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat ontvangen van € 20,6 mln. Daarnaast heeft de RVO een bijdrage gekregen van € 3,0 mln voor de Parlementaire Onderzoekscommissie Kindertoeslag en de Wet Open Overheid.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 470 XIII, nr. 2 43
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.