Afdwingbare normen voor stikstof en geen enkele norm voor bestaanszekerheid - Main contents
De komende week zal in het teken staan van het stikstofdebat. Het kabinet heeft meer dan 25 miljard euro (6000 euro per huishouden van 4 personen) uitgetrokken om de stikstofdepositie te verminderen. In de wet hebben we, bijna als enige in de wereld, een maximumnorm voor stikstofdepositie vastgelegd. Omdat die norm niet gehaald wordt, trekt de regering een astronomisch bedrag uit. Immers zolang de wettelijke norm niet gehaald wordt ligt bijvoorbeeld de bouw stil, terwijl we woningen heel hard nodig hebben.
Natuurherstel in Nederland is nodig en dat betekent ook dat de reeds jarenlange daling van stikstof in de natuur zal moeten doorzetten. Maar of de huidige methode doelmatig is en voldoende rekening houdt met andere doelen zoals voedselzekerheid, leefbare dorpen is zeer de vraag. Bij de energietransitie hebben we al gezien hoe een recent relatief eenzijdige focus op CO2-reductie zonder te letten op de leveringszekerheid ons ernstig in de problemen heeft gebracht.
Verder beloofde de regering plannen voor landbouw, industrie en verkeer, maar die laatste twee heb ik nog niet gezien, zodat het onduidelijk is welke maatregelen nu tegen elkaar afgewogen worden.
Voor bestaanszekerheid hebben we geen wettelijke norm. In de grondwet staat het wel als een opdracht: “De bestaanszekerheid der bevolking en spreiding van welvaart zijn voorwerp van zorg der overheid”. Maar het is aan de regering en de Tweede Kamer om de grondwet te handhaven: je kunt niet naar de rechter toe om je recht te halen.
En wat is dat bestaanszekerheid? In oktober nam de Kamer bijna unaniem - alleen FvD stemde tegen - mijn motie aan om dat te onderzoeken en vast te leggen: wat is het minimale dat een gezin, een alleenstaande, een student, een jongere, een bewoner van een verpleeghuis nodig heeft om rond te komen? De Kamer vroeg expliciet twee dingen in de motie: neem geen theoretisch uitgangspunt wat een woning zou moeten kosten of hoe die geïsoleerd zou moeten zijn maar ga uit van de werkelijke beschikbaarheid van woningen. En doe hetzelfde met de kilometervergoeding voor woon/werk verkeer die juist veel mensen met een laag inkomen niet krijgen.
Ten tweede: om te leven (niet overleven) heb je ook een budget voor participatie nodig: lidmaatschap van een sportvereniging, een abonnement of de mogelijkheid om met de trein naar je (klein)kinderen te reizen. In elk debat vroeg ik erom, maar het onderzoek is nog niet eens begonnen. En iedere keer heeft de regering moeite met de twee randvoorwaarden. Ze zouden graag doen alsof iedereen een betaalbare, goed geïsoleerde sociale huurwoning kan vinden, maar die is er gewoon niet.
Dat onderzoek moet natuurlijk snel komen en leiden tot normen. Het minimumloon moet bijvoorbeeld echt voldoende zijn om van te kunnen leven, ook voor jongeren die nu nog een fors lager loon krijgen. Als je voorbeelden wilt zien van normen waarvan je niet kunt rondkomen, kijk dan naar dit NIBUD rapport van anderhalf jaar geleden, dus voor de explosie van de energieprijzen.
In Den Haag voeren we echter een schijndiscussie op dit moment: terwijl de koopkracht van het minimumloon op dit moment 5% daalt - bijna het hardst van heel Europa - stelt de regering voor om 2,5% verhoging van het minimumloon in 2024 naar voren te halen naar 2023. Dat schiet totaal niet op. Voor de energietoeslag van 800 euro verdien je overigens ook te veel als je het minimumloon verdient.
Het resultaat: vooralsnog is er 25 miljard beschikbaar voor een stikstoffonds, omdat het wettelijk afdwingbaar is en 0,8 miljard om een energietoeslag uit te betalen. We betalen dus 30 keer meer aan het stikstoffonds dan aan de acute noden van miljoenen burgers.
En de nood is hoog: het CPB berekent dat in het donkere scenario 1,2 miljoen huishoudens elke maand geld tekort komen, ook als ze onmiddellijk met alle extra’s die ze kunnen stoppen (vakantie, terras, dagje uit, bioscoop), stoppen. Die teren maand na maand in en zullen dus hard moeten gaan bezuinigen op eten en/of energie.
Er is geen rechter tot wie een hardwerkende Nederland op minimumloon zich kan richten, zodat hij kan rondkomen of een betaalbaar appartement kan vinden. Voor de stikstofnormen kunnen mensen wel naar de rechter stappen om betaalbare woningen tegen te houden.
En nog even voor de duidelijkheid: als je ergens heel veel geld voor beschikbaar stelt, dan gooi je het over de balk. We gaven meer dan een miljard uit voor een bizarre subsidie op dure Tesla’s en betalen meer dan 1,6 miljard aan de drie eigenaren van kolencentralen om dit jaar minder te draaien. Hun schade door het stilzetten is veel en veel lager, maar het geld voor CO2 besparing (35 miljard) wordt nu niet bepaald zinnig ingezet.
Je zou verwachten dat de partijcongressen en de politieke plannen de afgelopen week over deze bestaanszekerheidscrisis zouden zijn gegaan en dat de urgente problemen van grote groepen mensen aan de orde zouden komen. Niets is minder waar: de moties gingen over het stikstofbeleid, een minister wilde Franse jongeren uit de Banlieus hier naartoe halen - deze jongeren willen overigens zelf niet en ook in Frankijk trekt de arbeidsmarkt hard aan - partijen willen fuseren, maar het ging niet over de essentie van de politiek.
Een essentieel vraagstuk is de bestaanszekerheid in onze grondwet, de vrijwaring van gebrek in de woorden van president Roosevelt, het recht op een adequate levensstandaard in de universele verklaring van de Rechten van de Mens. Het is een kernopdracht van middenpartijen, sinds mensenheugenis, die weer zeer actueel aan het worden is, maar grondig verwaarloosd wordt.
De tekenen van aankomende zware tijden stapelen zich op: energietekorten, dalende beurzen, stijgende rentes, een nieuwe eurocrisis en een Nederlandse overheid die geen enkel probleem oplost. Het laatste wat we dan moeten doen is het verwaarlozen van de bestaanszekerheid van de bevolking en het snel en ondoelmatig uitgeven van grote sommen geld. Toch lijkt dat precies wat deze regering van plan is.
Onze grondwettelijke opdracht is zowel een functionerende rechtsstaat, bestaanszekerheid als bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu. Dat is geen gemakkelijke of ééndimensionele discussie, maar wel een broodnodige. Het is aan de Kamer om die prioriteiten ook tegen elkaar af te wegen, de maatregelen te wegen en oplossingen niet middels schulden op een volgende generatie af te wentelen.