Sociale Veiligheid op scholen - Main contents
Dat mensen individueel en in groepsverband in staat zijn tot verschrikkelijke dingen is bekend. Homo Homini Lupus est. De mens is de mens een wolf. Of kan dat in ieder geval zijn. Philip Zimbardo, hoogleraar aan de universiteit van Stanford, bedacht een experiment. Het zogenaamde Stanford Prison Experiment. Studenten werden in een gevangenissetting gezet en kregen de rol van gevangene of van cipier. Het duurde niet lang voor het gierend uit de klauwen liep. Over de vraag waarom goede mensen tot slechte daden in staat zijn, breken geleerden zich nog steeds het hoofd. Maar veel interessanter is de vraag hoe het kan dat het experiment uiteindelijk stopte. Volgens de overlevering was het zijn vrouw die op bezoek kwam, zag wat er gebeurde en tegen Zimbardo zei. “Ik weet niet wat je er van denkt. Maar als we hier eens mee zouden stoppen.” Tot zijn schaamte hadZimbardo zelf niet eens in de gaten dat hij in de rol van gevangenisdirecteur onderdeel geworden was van het systeem. De mens kan de mens een wolf zijn. We kunnen het elkaar knap lastig maken. Maar we kunnen sociale onveiligheid ook stoppen. Dat leren we van de vrouw van de professor.
Een school is geen verzameling individuen die niets met elkaar te maken hebben en los van elkaar door een diffuse ruimte zwerven. Een school is hoe dan ook een waardengemeenschap. Mensen delen als groep in grote lijnen dezelfde waarden. En gedragen zich op een manier die impliciet van hen verwacht wordt. Het is voor een individu knap lastig zich los van een groep uit te spreken tegen ongewenste situaties of sociale onveiligheid. We voelen vaak wel aan wanneer er iets niet helemaal in de haak is. Maar zeggen vaak niets. En ‘verklaren’ ons eigen gedrag door ons een alternatief verhaal voor te houden. “Ja, maar plagen hoort er ook een beetje bij.” Of “Die maakt het er ook een beetje naar.” Toch weten we het best. Je kunt niet niet beïnvloeden. Door niet in te grijpen keuren we fout gedrag goed. Dat geldt voor leerlingen en dat geldt zeker voor leraren. Stel een kind gooit in de pauze iets naar een andere leerling. Een leraar ziet dat. Leerlingen zien dat de leraar het ziet. Maar de leraar doet niks. Wat leren leerlingen dan?
Ik las op twitter een interessant draadje van Jan Drentje. Veel beter kan ik het niet samenvatten. “Ik was nog maar pas leraar en mentor van Freddy”, schrijft hij. “Die werd vreselijk gepest. Jas bespuugd, van de trap geduwd etc. Klassengesprekken hielpen soms even. Kom in het lokaal op de eerste verdieping na een pauze. Staat iemand de tas van deze jongen uit te schudden bij het raam. Ik loop er op af en geef de pester een klap. Doodse stilte. Ik liep de klas uit, rechtstreeks naar de directeur. Dat was eens maar nooit meer natuurlijk. Maar, ook later ben ik altijd uitgegaan van zero tolerance. Op onze avondschool krijgen we soms jongeren binnen die vanwege pesten nauwelijks nog naar school durven. Ik hoor vaak. Ja maar hij of zij doet raar, ziet er niet uit etc. Maar de enige juiste reactie: die irritatie is JOUW probleem.”
Als we weten dat pesten mensen stuk maakt. Als we weten dat dit alleen kan stoppen door een zero tolerance beleid en een cultuur waarbij mensen elkaar aanspreken. Maar als we ook weten hoe moeilijk dit is, wat kunnen we dan doen? In Den Haag hebben we een paar instrumenten die we kunnen inzetten. Grote woorden gebruiken. Nieuwe regels en wetten bedenken. En strooien met heel veel geld. Het is de vraag of we op die manier de wereld echt verbeteren.
Het is zaak dat scholen, alle scholen, gestructureerd en structureel werk maken van een veilige en lerende cultuur. Niet op papier maar in termen van concreet waarneembaar menselijk gedrag. Dat docententeams en leerlingen zich bewust worden van hun belemmerende overtuigingen. Dat ze zich trainen en oefenen in helpende overtuigingen en die daar tegenover zetten. Dat iedereen zich bewust is van het feit dat een cultuur de verantwoordelijkheid is van iedereen en zeker van jezelf. En dat men zich daarnaar gaat gedragen. Dat is niet nieuw. Dat moeten scholen al. Daar zijn scholen al op aanspreekbaar. Maar worden scholen daar ook op aangesproken? Graag een reactie van de minister. Hoeveel scholen zijn daadwerkelijk aangesproken? En wat is er daarna gedaan om het een en ander te verbeteren.
Moet ik in dit licht het meldpunt voor sociale onveiligheid zien en de opdracht aan de onderwijsinspectie? Dat scholen waar veel meldingen zijn nog eens expliciet de opdracht krijgen hier werk van te maken.
Het gevaar bestaat dat een meldpunt gebruikt gaat worden om de persoonlijke verantwoordelijkheid af te schuiven. Dat er via een meldpunt weer een belemmerende overtuiging bij komt. “Ik heb gemeld. Nu is het aan de professionals.” Neen, zeg ik. Het is aan ons allen. Het gevangenis experiment is gestopt omdat iemand het heeft laten stoppen. Dat is moeilijk. Maar laten we van mensen in scholen (en bedrijven en voetbalclubs en tv programma’s) vragen zich samen te oefenen in wenselijk gedrag. Graag een reactie van de minister. En wat heeft de minister van de Tweede Kamer nodig het werken aan een lerende cultuur op scholen te verbeteren?
Homo Homini Lupus est. De mens is de mens een wolf. Maar het omgekeerde is ook waar. Homo capaxest omnium bonorum. De mens is ook in staat tot alle goeds.