Voorstel van wet - Voorstel van wet van het lid Sneller tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het opnemen van het recht op een basisbetaalrekening voor Nederlanders woonachtig buiten de EU (Wet beschikbaarheid basisbetaalrekening Nederlanders buiten de Europese Unie) - Main contents
Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 36015 - Initiatiefvoorstel Wet beschikbaarheid basisbetaalrekening Nederlanders buiten de Europese Unie i.
Officiële titel | Voorstel van wet van het lid Sneller tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het opnemen van het recht op een basisbetaalrekening voor Nederlanders woonachtig buiten de EU (Wet beschikbaarheid basisbetaalrekening Nederlanders buiten de Europese Unie); Voorstel van wet (initiatiefvoorstel); Voorstel van wet |
---|---|
Document date | 26-01-2022 |
Publication date | 27-01-2022 |
Nummer | KST360152 |
Reference | 36015, nr. 2 |
External link | original article |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021
2022
36 015
Voorstel van wet van het lid Sneller tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het opnemen van het recht op een basisbetaalrekening voor Nederlanders woonachtig buiten de EU (Wet beschikbaarheid basisbetaalrekening Nederlanders buiten de Europese Unie)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,
Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is Nederlanders die buiten de Europese Unie verblijven het wettelijk recht te geven een basisbetaalrekening aan te vragen bij een in Nederland gevestigde bank;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet op het financieel toezicht wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 4:71f wordt als volgt gewijzigd:
-
1.Het eerste lid komt te luiden:
-
1.Een bank die in Nederland betaalrekeningen aan consumenten aanbiedt, stelt een consument op verzoek in de gelegenheid een basisbetaalrekening in euro's aan te vragen en te gebruiken, indien:
-
a.de consument in de Europese Unie verblijft, ongeacht de nationaliteit of woonplaats van de consument en ongeacht enige andere grond als bedoeld in artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie; of
-
b.de consument de Nederlandse nationaliteit bezit.
-
2.Het vierde lid komt te luiden:
-
4.De bank opent een basisbetaalrekening:
-
a.in het in het eerste lid, onderdeel a, genoemde geval uiterlijk tien werkdagen na ontvangst van de volledige aanvraag, tenzij een of meer
kst-36015-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
van de weigeringsgronden, bedoeld in artikel 4:71g van toepassing zijn;
-
b.in het in het eerste lid, onderdeel b, genoemde geval uiterlijk drie maanden na ontvangst van de volledige aanvraag, tenzij:
1°. een of meer van de weigeringsgronden, bedoeld in artikel 4:71g van toepassing zijn; of
2°. een bank voor het aanbieden van een basisbetaalrekening dient te beschikken over een vergunning van de bevoegde autoriteiten in het land waar de consument verblijft. In dat geval opent de bank een basisbetaalrekening binnen drie maanden na verlening van deze vergunning.
-
3.Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
8.Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien:
-
a.in het land waar de consument verblijft voor het aanbieden van een betaalrekening een vestigingsvereiste geldt en de bank geen vestiging heeft in dat land;
-
b.een bank voor het aanbieden van een basisbetaalrekening dient te beschikken over een vergunning van de bevoegde autoriteiten in het land waar de consument verblijft en deze vergunning is geweigerd;
-
c.de in het land waar de consument verblijft geldende regels voor het aanbieden en gebruiken van een betaalrekening niet verenigbaar zijn met het Nederlands recht of aan het aanbieden of gebruiken van een betaalrekening in de weg staan.
B
Artikel 4:71i wordt als volgt gewijzigd:
-
1.In het eerste lid, onderdeel c, wordt voor de puntkomma aan het slot ingevoegd «en niet de Nederlandse nationaliteit bezit».
-
2.Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
5.Een bank beëindigt een overeenkomst met de houder van een basisbetaalrekening of een raamovereenkomst waarin toegang tot een basisbetaalrekening wordt geregeld eenzijdig indien de houder van de rekening een consument is met de Nederlandse nationaliteit, die buiten de Europese Unie verblijft en de in het land waar de consument verblijft geldende regels voor het aanbieden van een betaalrekening niet langer verenigbaar zijn met het Nederlands recht.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet beschikbaarheid basisbetaalrekening Nederlanders buiten de Europese Unie.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Financiën,
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 36 015, nr. 2 3
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.